Geloven doe je in de kerk?
Thuiskomen ook
Toen ik tot geloof was gekomen, wilde ik eigenlijk helemaal niet naar de kerk. Ik voelde me gewoon christen, niet hervormd, gereformeerd of wat dan ook. Toch werd ik er naartoe getrokken. Op een zondagochtend liep ik de Grote Kerk in Lisse binnen. Ik voelde me meteen thuis, en nu zit ik er bijna elke week.
Ik ben opgegroeid in het ‘rode gedeelte’ van Amsterdam. Thuis spraken we nooit over geloof. Wel vertelde een lerares op de lagere school bijbelverhalen. Nadat mijn ouders gescheiden waren, mocht ik mijn vader bijna tien jaar niet zien. Daarna wist ik zeker: een scheiding, dat wil ik mijn eigen kinderen nooit aandoen.
Toch ben ik na 22 jaar huwelijk gescheiden. Nadat we twee dochtertjes hadden verloren, waren we volledig uit elkaar gegroeid. Na de scheiding ging ik meer en meer onderuit. Heel eufemistisch gezegd: ik dronk af en toe een borreltje. Toen werd het 13 december 2003. Ik werd in de auto aangehouden door de politie, moest blazen en belandde in de cel.
In die cel kantelde mijn leven. Ik werd op mijn schouder getikt, iemand zei tegen me: ‘Houd mijn hand vast, ik laat jou nooit meer los.’ Dat was Jezus: naast me, achter me, onder me … Die ervaring was overweldigend. Sindsdien weet ik: Jezus is er altijd. Als ik mijn handen vouw, maar ook als ik boodschappen doe. Ik heb nooit meer de aandrang gehad om te drinken. Ik kon weer gaan werken en ik kreeg na veertien jaar een nieuwe relatie.
De kerk? Daar wilde ik eigenlijk helemaal niet heen. Ik voelde me gewoon chrísten, niet hervormd, gereformeerd of wat dan ook. Toch werd ik er naartoe getrokken. Op een zondagochtend liep ik de Grote Kerk in Lisse binnen. Ik voelde me meteen thuis, op de een of andere manier kon ik alles meezingen. Nu zit ik er bijna elke week.
Ik loop niet zo te koop met mijn ervaring. Je hoort mensen weleens zeggen: ‘Ik ben tot geloof gekomen.’ Maar ik ervaar: het geloof is tot mij gekomen.
Wouter
Praat mee over dit verhaal