Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

De dag van de liefde

Pijl naar links Ideeën

Doel:

  • De kinderen maken kennis met verschillende bijbelteksten over (naasten)liefde.
  • De kinderen bedenken hoe zij zelf iets kunnen doen voor anderen.

Nodig:

  • A3-vellen (voor de posters)
  • De bijlage met bijbelteksten uitgeprint voor ieder kind
  • Een laptop/beamer om de video over Valentijnsdag te laten zien
  • Pennen/potloden/stiften

Introductie (10 minuten)

Praat met de kinderen over Valentijnsdag:

  • Wat is Valentijnsdag en wanneer wordt het gehouden?
  • Wat vinden de kinderen van Valentijnsdag?
  • Wordt er op school iets met Valentijnsdag gedaan of doen zij er zelf iets mee?

Laat de kinderen de video zien over de oorsprong van Valentijnsdag. In 496 riep paus Gelasius 14 februari uit tot de dag van de heilige Valentinus. Het verhaal van Valentinus is waarschijnlijk een legende. 

  • Kenden ze dit verhaal?
  • Wat vinden ze er van?

Verdieping (10 minuten)

Valentinus deed veel voor anderen en wilde daarmee de liefde van God aan andere laten zien. Valentijnsdag hoeft niet alleen te gaan over verliefdheid, maar kan ook gaan over liefde voor andere mensen. In de Bijbel staan ook veel teksten die gaan over liefde voor je naasten: voor mensen dichtbij en ver weg.

Geef de kinderen een blad met verschillende bijbelteksten over naastenliefde (zie bijlage). Lees met de kinderen de verschillende teksten. Vraag de kinderen het aan te geven als ze iets niet begrijpen en vraag af en toe zelf of de kinderen begrijpen wat er staat. Laat de kinderen daarna de tekst die hen het meest aanspreekt omcirkelen of mooi versieren. Laat de kinderen ook voor zichzelf opschrijven waarom ze deze tekst hebben gekozen. Bespreek dit eventueel in de groep of in kleine groepjes.

Verwerking (10 minuten)

Laat de kinderen in groepjes (of alleen) bedenken wat zij zouden willen doen voor een ander. Dit kan op Valentijnsdag, maar ook op een ander moment. Laat de kinderen een plan van aanpak (op een poster) maken waarbij ze antwoord geven op de volgende vragen:

  • Wat gaan we doen?
  • Wie gaan wij verrassen?
  • Hoe gaan wij het aanpakken?
  • Waar gaan wij het idee uitvoeren?
  • Wanneer gaan wij het idee uitvoeren? 

Eventueel kun je met de hele groep eerst even brainstormen, zodat kinderen elkaars ideeën kunnen gebruiken en verder kunnen uitwerken. Schrijf dan eerst op een groot blad het woord: Valentijnsactie. Schrijf de ideeën die kinderen opnoemen er om heen. Je kunt zelf ook voorbeelden geven, denk bijvoorbeeld aan: kaartjes sturen naar mensen in het bejaardentehuis, boodschappen doen voor oudere mensen, flessen inzamelen voor een goed doel, iets lekkers bakken voor iemand die je wilt bedanken, een brief schrijven voor je vader en moeder etc.

Afsluiting (10 minuten)

Laat de groepjes hun ideeën toelichten en besluit met de kinderen of iedereen zijn eigen idee gaat uitvoeren of dat jullie als groep een idee uitkiezen. Vraag de kinderen om tijdens hun actie foto’s te maken en deze mee te nemen naar de volgende bijeenkomst, of naar je toe te appen of mailen (niet zomaar mensen op de foto zetten, maar eerst even vragen). Tijdens de volgende bijeenkomst kunnen jullie aandacht besteden aan de foto’s en kunnen de kinderen vertellen hoe zij de actie hebben beleefd.

Tijd over?

Speel met de groep een spelletje over de liefde!

Wie is cupido?

De kinderen gaan in een kring zitten. Een kind verlaat de ruimte. In de kring wijzen jullie een cupido aan. Als cupido een pijl naar iemand schiet (in dit geval een knipoog geeft), valt die persoon direct in slaap, om over zijn geliefde te gaan dromen. De persoon van de gang komt terug, en moet raden wie cupido is!

Vind het hart

Een kind gaat buiten de ruimte staan. De groep verstopt een papieren of houten hartje. Laat de persoon weer van de gang komen. Hij of zij mag twee minuten op zoek gaan naar het hartje. De kinderen uit de groep roepen warm als hij/zij dicht bij het hart is of koud als hij/zij verder van het hart af gaat.

Ik houd van…

Ga in de kring zitten. Een kind staat in het midden van de kring. Dit kind maakt de zin Ik houd van… af. Bijvoorbeeld: Ik houd van chocolade. Alle kinderen die ook van chocolade houden, moeten gaan staan en snel op een andere stoel gaan zitten (ook het kind dat in het midden van de kring staat, probeert op een stoel te gaan zitten). Er blijft daardoor een kind over, dit kind gaat nu in het midden van de kring staan en zegt de volgende Ik houd van … zin.