Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud

Moge de enige echte Lutheraan opstaan…

Wie is de ‘echte’ Lutheraan? In veel gemeenten is dit geen denkbeeldig vraagstuk (met dank trouwens aan tv-afleveringen van het voormalige ‘Wie van de Drie?’). Vaak gaat het om liturgische kwesties en ook van bestuur (kerkenraad en ambtsdragerschap), om de zegen, het al dan niet slaan van een kruis, de muziek in de eredienst of de rol van de cantor-organist.

Geregeld nemen we elkaar bij dit soort gelegenheden de maat - en worden sommige gemeenteleden als ‘ondermaats’ uitgemaakt ... omdat ze pas kort geleden bij de lutherse traditie zijn aangesloten of omdat een ander (vaak ‘geboren lutheraan’) beweert dat het zus of zo toch altijd is geweest. Zelf probeer ik in dit soort situaties terug te grijpen naar hoe wij door de tijden heen onze identiteit wisten vast te houden. Daarbij speelt de Augsburgse Confessie uit 1530 een belangrijke rol. Deze is weliswaar als belijdenisgeschrift in onze Protestantse kerkorde opgenomen, maar de tekst is vermoedelijk toch enigszins onbekend, ‘want wij lutheranen doen niet aan kerkorde en zo …’.

Open naar de toekomst

Toch is het goed ernaar te verwijzen als we weer eens in een exclusieve discussie dreigen te verzeilen. Het spannende van die tekst - door de reformatie gezinden indertijd aan de keizer aangeboden als beschrijving van waar zij in geloof en leven voor wilden gaan - is vooral in de artikelen 4 en 7 te vinden, waar het gaat om de rechtvaardiging en om de vraag ‘Wat is de kerk?’. Spannend vooral, omdat die Augsburgse Confessie juist op de meest cruciale thema’s de minste woorden nodig blijkt te hebben. Haar principe lijkt te zijn: ‘weinig is meer’ omdat - een boude bewering - de Augsburgse Confessie ten diepste geen theologische leertekst is. Hele delen van de tekst zijn bijna poëtisch-liturgisch van karakter. Ze belichten het geloof van binnenuit en veel formuleringen zijn ópen en niet afgesloten naar de toekomst.

Eén geloof, één doop, één God en Vader

Het duidelijkst is dat bij het toekomst-open spreken over ‘wat kerk is’. Daar bepaalt de Augsburgse Confessie niet meer dan dit: ... dat er eeuwig één heilige kerk moet blijven. Want de kerk is de gemeenschap van heiligen, waarin het evangelie zuiver geleerd wordt, en waarin de sacramenten op de juiste wijze worden bediend. En voor de echte eenheid van de kerk is het voldoende wanneer men het eens is over de leer van het evangelie en over de bediening van de sacramenten. Het is niet noodzakelijk dat menselijke tradities en riten of ceremoniën die door mensen ingesteld zijn, overal gelijk zijn, zoals Paulus zegt: ‘Eén geloof, één doop, één God en Vader van allen.

Semper reformanda

Hoe we de viering inrichten, welke muziek we gebruiken en hoe, waar en wanneer we samenkomen ... Al deze vragen zijn voor verandering vatbaar. Deze verandering tast het kerkzijn niet aan. Ja, het is belangrijk en noodzakelijk, omdat kerk semper reformanda is - steeds de verandering behoeft - om zodoende te kunnen blijven getuigen van wat haar ten diepste kerk maakt. En dat is: de leer van het evangelie en de bediening van de sacramenten.

Eén kerk van Jezus Christus - jazeker - maar met de nadrukkelijke optie dat in deze ene kerk juist verschillende vormen van viering, besturing, muziekstijl, taal genre en diaconale verantwoordelijkheden aanwezig zijn en kunnen zijn.

Dat is een mooi uitgangspunt om serieus om te gaan met de vele, actuele veranderingen die in onze kerk en samenleving spelen. Van daaruit kan serieus worden geluisterd naar de boodschap die zich vertolkt in, bijvoorbeeld, de afwezigheid van jongeren in onze kerken. Van daaruit blijven wij nieuwsgierig luisteren naar dat wat valt af te lezen uit de andersoortige taal waarin mensen vandaag spreken over wat hen ten diepste raakt. En we blijven tegelijk openstaan voor een breed gevoelde behoefte aan nieuwe/oude taal en teken: om nog te blijven spreken over zin en betekenis van het leven.

Zonder angst en nieuwsgierig

De Augsburgse Confessie opent hier een raam waardoor wij zonder angst kunnen kijken naar een veranderende wereld en hoe de kerk hierin vindbaar kan blijven. Dat levert nog geen kant-en-klare oplossingen en recepten voor de toekomst (van de kerk). Maar zonder angst en nieuwsgierig uitkijken naar die toekomst: dat is mogelijk, ja het is geboden! Zodat wij niet meteen in de kramp schieten als onze gemeenschappen kleiner worden. Het maakt ook dat wij van jongeren blijvend verwachten dat zij vormgeven aan hun inspiratie en zoektocht naar authentieke levenszin, en dat wij ons openstellen voor hun behoeften. Het maakt ook dat wij waardig kunnen loslaten wat niet zomaar mee kan reizen naar de kerk van de toekomst.

Dit zouden belangrijke profielelementen kunnen zijn voor een kerk van de toekomst. Dat er - in de kerk, bij ons - méér ruimte is om te luisteren of om even stil te zijn, of allebei. En dat niemand er zomaar buiten valt of uitgesloten wordt, al zijn de tegenstellingen nog zo groot. Als het ons lukt om zó kerk te zijn en worden is er al veel gewonnen, denk ik. Dat zo’n kerk waarlijk ‘Luthers’ zou kunnen heten, daarvan ben ik overtuigd. Of ze zich tot in lengte van dagen zo zou moeten noemen, dat is een andere vraag. Luther zelf zou het niet hebben gewild, maar voor blijvend historisch besef is het toch wel zinnig om die naam vast te houden. Deze openheid naar het nieuwe en onverwachte is een belangrijke kwaliteit van kerk, ook en juist op weg naar Kerstmis.

Was deze informatie zinvol?
We hebben je feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)