Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
infopagina

Generale regeling 6 - Rechtspositie kerkelijke medewerkers

GR 6-1. Werkingssfeer

1. Deze generale regeling met de daarbij behorende uitvoeringsbepalingen is bindend voor:
a. een gemeente, diaconie, classis, de evangelisch-lutherse synode of de kerk, dan wel een kerkelijke instelling als bedoeld in ordinantie 11-25 dan wel een protestantse stichting als bedoeld in generale regeling 13 als werkgever
b. medewerkers met wie een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek is gesloten. Afwijking is alleen mogelijk bij afzonderlijke generale regeling.

2. Op degene die door of namens de Protestantse Kerk in Nederland wordt uitgezonden naar het buitenland is niet deze generale regeling maar de Uitzendvoorwaardenregeling voor medewerkers van de Protestantse Kerk in Nederland zoals vastgesteld door het bestuur van de dienstenorganisatie, gehoord het georganiseerd overleg, van toepassing.

GR 6-2. Georganiseerd overleg

1. Het georganiseerd overleg, als bedoeld in ordinantie 3-29-5, bestaat uit een delegatie namens de werknemers en een delegatie namens de werkgevers.
De delegatie namens de werknemers bestaat uit 5 leden, aangewezen door organisaties die de belangenbehartiging van kerkelijke medewerkers ten doel stellen en naar het oordeel van de kleine synode voldoende representatief zijn.
De delegatie namens de werkgevers bestaat uit vijf leden en wel:
- drie leden aangewezen door het bestuur van de dienstenorganisatie, waaronder de algemeen directeur
- twee leden aangewezen door de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer.

2. De leden van het georganiseerd overleg kiezen een onafhankelijk boventallig niet-stemhebbend voorzitter.

3. Het secretariaat wordt verzorgd door de dienstenorganisatie.

4. De taak van het georganiseerd overleg is:
a. adviseren over voorgenomen wijzigingen van deze generale regeling
b. vaststelling van de uitvoeringsbepalingen bij deze generale regeling.

5. Het georganiseerd overleg wordt bijeengeroepen:
- indien de voorzitter dit noodzakelijk acht;
- indien twee leden daartoe bij de voorzitter een verzoek indienen met opgave van redenen.

6. Besluiten van het georganiseerd overleg worden zo mogelijk met eenparige stemmen genomen. Besluiten kunnen alleen worden genomen, indien elk van de delegaties in meerderheid het voorstel aanvaardt.

7. Adviezen worden zo mogelijk met eenparige stemmen gegeven. Eventuele verschillende standpunten worden bij het advies gevoegd.

8. Indien een van de delegaties dit verzoekt, worden de beraadslagingen geschorst voor nader overleg met medewerkers en/of werkgevers.

9. Het advies als bedoeld in lid 4 sub a wordt zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van de kleine synode.

10. Het besluit als bedoeld in lid 4 sub b wordt zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van de werkgevers, medewerkers en de kleine synode.

GR 6-3. Arbeidsvoorwaarden

1. Met inachtneming van het in dit artikel bepaalde worden de arbeidsvoorwaarden geregeld in uitvoeringsbepalingen bij deze generale regeling.

2. De medewerker is op grond van zijn arbeidsovereenkomst met de werkgever deelnemer in het Pensioenfonds Zorg en Welzijn.

3. Onverminderd de overige in de wet genoemde gevallen eindigt de arbeidsovereenkomst op de AOW-gerechtigde leeftijd.

4. Indien een verklaring omtrent gedrag (VOG) vereist is, komen de kosten hiervan voor rekening van de werkgever.

5. Bij de berekening van een jubileumuitkering wordt de diensttijd als predikant voor gewone werkzaamheden meegerekend.

GR 6-4. Integriteit

1. Het is de medewerker in zijn functie verboden middellijk of onmiddellijk geschenken, kleine attenties daargelaten, beloningen of provisie aan te nemen, te vorderen of te verzoeken, tenzij de werkgever daar per geval schriftelijk toestemming voor geeft.

2. Het is de medewerker verboden middellijk of onmiddellijk deel te nemen aan ten behoeve van de werkgever uit te voeren aannemingen of leveringen, tenzij de werkgever daar per geval schriftelijk toestemming voor verleent.

GR 6-5. Nevenwerkzaamheden

1. De medewerker is gehouden de werkgever schriftelijk in kennis te stellen van het voornemen gehonoreerde nevenwerkzaamheden te gaan verrichten en van uitbreiding van bestaande gehonoreerde nevenwerkzaamheden.

2. De werkgever deelt de medewerker schriftelijk binnen 3 weken mede of deze de toestemming verleent of weigert.

3. De werkgever kan schriftelijk onder opgave van redenen en na de medewerker gehoord te hebben toestemming weigeren indien de werkzaamheden of de uitbreiding daarvan als strijdig met of schadelijk voor de vervulling van de functie kunnen worden beschouwd.

4. Indien de werkgever niet binnen 3 weken na ontvangst van het verzoek reageert, wordt de toestemming geacht te zijn verleend.

5. Een verleende toestemming kan te allen tijde door de werkgever worden ingetrokken, wanneer naar zijn oordeel en gehoord de medewerker, het belang van de werkzaamheden zulks vereist.

GR 6-6. Geschillen

1. Aan de uitspraak van de Geschillencommissie Arbeidsvoorwaarden, die zal oordelen naar redelijkheid en billijkheid, worden onderworpen:
- alle geschillen tussen de werkgever en de medewerker betreffende de uitleg en toepassing van deze generale regeling en de bijbehorende uitvoeringsbepalingen;
- alle geschillen, welke tussen de werkgever en de medewerker voortvloeien uit de vraag of in de functieomschrijving, die aan de medewerker is uitgereikt, de inhoud van diens functie op de juiste wijze is omschreven.

2. Geschillen als bedoeld in lid 1 zijn geen geschillen als bedoeld in ordinantie 12.

3. De samenstelling, werkwijze en wijze van procesvoeren van de Geschillencommissie Arbeidsvoorwaarden zijn geregeld in de uitvoeringsbepalingen.

GR 6-7. Wijziging van de regeling

1. Wijziging van de generale regeling geschiedt door de kleine synode, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2-4.

2. Werkgevers en medewerkers zijn gebonden aan wijzigingen in deze regeling en aan wijzigingen in de bij deze regeling behorende uitvoeringsbepalingen.

GR 6-8. Onvoorziene gevallen

1. In de gevallen waarin de generale regeling niet voorziet, beslist de kleine synode, gehoord het georganiseerd overleg.