Korte inhoud
De jongeren spelen een kort introductiespel en horen over de moord door Absalom. Met behulp van een stille-wand-discussie denken ze na over imitatiegedrag van mensen en de consequenties hiervan.
Doel
De jongeren ontdekken dat mensen elkaar makkelijk nadoen, ook in dingen die niet goed zijn. Ze herkennen dit in het verhaal over Absalom en David. Ze beseffen dat, ook al doen mensen elkaar in veel dingen na, ze zelf verantwoordelijk voor hun daden blijven.
Nodig
- Groot vel papier
- Stiften
- Rode en groene plakkertjes
Introductie
Speel het spel ‘Wie is de koning?’. Vraag wie er wil beginnen en stuur die jongere naar de gang. Wijs vervolgens een jongere uit de groep aan als koning. De koning is degene die steeds met een bepaalde beweging begint, maar hij doet dat zo onopvallend mogelijk. Hij wijst bijvoorbeeld naar zijn hoofd, tikt met de vinger op zijn hand, wrijft over zijn kin, trekt zijn trui recht enzovoorts. De andere jongeren doen hem zo snel en zo goed mogelijk na. De jongere die op de gang heeft gestaan, moet raden wie de koning is.
Herhaal het spelletje een paar keer, maar doe het niet te lang.
Vertel daarna dat dit natuurlijk een spelletje was, maar dat er ook iets in dit spelletje zit wat ze kunnen onthouden: dat mensen elkaar erg makkelijk kunnen nadoen. Dat was nu onschuldig, het kon geen kwaad, en het gebeurde bewust. Maar dat is niet altijd het geval.
Verdieping
Vertel dat er ook in het verhaal dat je gaat lezen sprake is van imitatiegedrag. Vraag de jongeren hierop te letten. Lees 2 Samuël 11:1-4 en 2 Samuël 13: 1-37.
- Vraag of de jongeren kunnen zeggen wie hier wie nadoet. Als ze er niet op kunnen komen, herinner hen dan aan het verhaal over David en Batseba.
- Vraag wat er in het verhaal gebeurde en welke overeenkomsten ze met het verhaal dat ze net gelezen hebben zien
- Vraag wat de jongeren van het gedrag van Absalom vinden.
- Kunnen ze het begrijpen?
- Wiens schuld is het dat hij Amnon heeft vermoord?
- Is hij daar zelf verantwoordelijk voor, of zijn vader David, die niets ondernomen heeft om Amnon te straffen?
- En als David Uria nooit had laten vermoorden, was Absalom dan op het idee gekomen om Amnon te vermoorden?
Natuurlijk zijn dit geen vragen waar echt antwoord op gegeven kan worden, maar het is goed om naar aanleiding van het verhaal over dit soort vragen na te denken.
Verwerking
Vertel dat je zou kunnen zeggen dat Absalom zijn vader nadoet.
- Maar is hij daarom niet meer verantwoordelijk voor wat hij doet?
- Mensen doen elkaar vaak na, op allerlei gebieden, vaak zonder zich daarvan bewust te zijn. Waarin doen mensen elkaar vaak na?
Stel deze vragen aan de jongeren. Leg daarna het vel papier op tafel en houd een stille-wand-discussie. De jongeren mogen zoveel opschrijven als er bij hen opkomt, en doen dit in stilte. Geef zo nodig een paar voorbeelden, bijvoorbeeld uiterlijk, muziekkeuze, roddelen of taalgebruik.
Bespreek daarna de woorden die ze hebben opgeschreven en vraag zonodig om toelichting.
- Kunnen de jongeren voorbeelden van imitatiegedrag uit hun eigen leven noemen?
- Welke dingen vinden de jongeren positief of neutraal, en welke niet?
Laat hen bij de positieve en neutrale dingen de groene en bij de negatieve de rode plakkertjes plakken.
-
Vraag wat ze van deze oefening vinden: geeft het inzicht in hun gedrag, of wisten ze wel dat je veel dingen onbewust nadoet van anderen?
Vertel dat sommige dingen soms gewoon lijken te worden omdat iedereen het tenminste doet.
- Is het dan ook goed?
- Is het moeilijk om soms anders te doen of te zijn dan anderen?
- Wanneer bijvoorbeeld?
Kijk nog even naar de dingen die de jongeren negatief vonden.
-
Zijn er dingen waar ze vanaf nu extra op willen letten?
Afsluiting
Sluit af met een gebed om wijsheid en inzicht om het goede te doen en niet automatisch mee te doen met anderen.