Meestgestelde vragen aan de dienstenorganisatie
Wat is visitatie?De colleges voor de visitatie hebben tot taak te bemiddelen in geval van moeilijkheden in een gemeente. In het bijzonder als de moeilijkheden zich voordoen in en tussen ambtelijke vergaderingen (dus bijvoorbeeld moeilijkheden in een kerkenraad). Het bemiddelen doet een college voor de visitatie door het voeren van overleg, het geven van gevraagd en ongevraagd advies en het aanbevelen van mediation. De visitatie is geregeld in ordinantie 10, artikelen 2 tot en met 5.
Het gaat bij de visitatie om het geestelijk leven van de gemeente, de roeping van de gemeente en de vervulling van ambten en diensten in een gemeente. Financiële kwesties over de begroting en de jaarrekening behoren in principe niet bij visitatie, maar bij het classicaal college voor de behandeling van beheerszaken. Overigens staat een geschil niet op zichzelf en kunnen ook financiële kwesties aanleiding geven voor visitatie.
De colleges voor visitatie kunnen, na overleg met de classispredikant, naar aanleiding van feiten en omstandigheden tot visitatie overgaan (ord. 10-5-2). Die ‘feiten en omstandigheden’ kunnen van alles zijn: een vraag van de classispredikant na zijn/haar bezoek aan de gemeente, een verzoek van de kerkenraad ,maar ook een bericht in de krant. Soms is visitatie betrokken omdat de kerkordelijke procedure dat voorschrijft (bijvoorbeeld de losmaking van een predikant wegen spanningen zoals in ord. 3-20, maar ook in het protocol SMPR, Seksueel Misbruik in een Pastorale Relatie heeft visitatie een rol).
Het college van visitatie heeft naast de bemiddeling bij moeilijkheden ook een taak in de ontmoeting tussen gemeenten (ord.4-14-1).
Zie ook:
Om een predikant te kunnen beroepen is toestemming nodig van het breed moderamen van de classicale vergadering (ord. 3-3-1). Bij de aanvraag moet onder meer een verklaring worden meegestuurd van het classicale college voor de behandeling van beheerszaken (CCBB), waarin staat dat de gemeente aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Die verklaring heet 'solvabiliteitsverklaring' en wordt vooraf door de kerkenraad aangevraagd via het mailadres van het betreffende CCBB bij het CCBB.
Vanaf 1 april 2022 is de richtlijn solvabiliteitsverklaring van kracht. Hierin wordt aangegeven aan welke voorwaarden moet worden voldaan voordat de aanvraag voor een solvabiliteitsverklaring door het CCBB beoordeeld kan worden.
Voor een solvabiliteitsaanvraag levert de gemeente de volgende stukken aan:
- Wie de aanvrager is.
- Welke vacature het betreft, in welke omvang.
- De meest recente (en actuele) jaarrekening en begroting volgens de regels in de kerkorde (ordinantie 11-7-1). (Als deze al in FRIS aanwezig is, hoeft deze niet aangeleverd te worden.
- De meerjarenraming zoals geregeld in de Richtlijn meerjarenraming.
- Een toelichting op de uitgangspunten die gebruikt zijn in de meerjarenraming.
- Een vigerend beleidsplan voor 4 jaar. De ingediende meerjarenraming dient aan te sluiten op dit beleidsplan.
Download hieronder de richtlijn solvabiliteitsverklaring:
CCBB
Het CCBB kan aanvullende informatie vragen. Een solvabiliteitsverklaring is een jaar geldig en geldt voor een specifieke predikantsvacature.
Adressen van alle CCBB’s zijn hier te vinden:
Classis
Hoe verloopt de verkiezing van de leden van de classicale vergadering?De synode heeft een generale regeling voor de verkiezing van leden van de classicale vergadering vastgesteld. De kern daarvan is dat de verkiezing geschiedt door de (wijk)kerkenraden van een ring uit kandidaten die door de (wijk)kerkenraden worden voorgedragen. Uit elke ring worden één of meer kandidaten gekozen, naar een door de classicale vergadering vast te stellen verdeling. Bij de kandidaatstelling kan rekening worden gehouden met spreiding in de afvaardiging over ambt, modaliteit, geslacht en leeftijd. De kerkenraden brengen schriftelijk hun stem uit. Indien de kerkenraden van een ring dat aangeven, geschiedt de verkiezing in een vergadering van ambtsdragers van de ring die wordt belegd door het breed moderamen van de classicale vergadering.
De classispredikant is bevoegd om in spoedeisende gevallen voorlopige besluiten te nemen. Deze bevoegdheid geldt uitsluitend in die gevallen waarin het breed moderamen van de classicale vergadering bevoegd is besluiten te nemen. Daarbij kan worden gedacht aan het nemen van ordemaatregelen ten opzichte van ambtsdragers, het in gang zetten van procedures (bv. visitatie inschakelen) en regie voeren. Daarbij pleegt de classispredikant hoor en wederhoor en zo mogelijk vooraf overleg met de voorzitter van de visitatie of met de president van de evangelisch-lutherse synode.
Bij wijze van voorbeeld: waar het breed moderamen van de classicale vergadering volgens ord. 3-19 bevoegd is een predikant tijdelijk vrij te stellen van werkzaamheden, is de classispredikant in spoedeisende gevallen bevoegd daartoe alvast zelfstandig te besluiten. Het kan zijn dat de vrijstelling snel moet worden verleend om escalatie tegen te gaan.
Het gaat in alle gevallen om een voorlopig besluit die ten hoogste twee maanden van kracht blijft. De classispredikant dient over deze beslissing direct het breed moderamen van de classicale vergadering in te lichten. Binnen de periode van twee maanden beslist het breed moderamen van de classicale vergadering of het besluit definitief wordt dan wel een andere beslissing nodig is. Het breed moderamen ziet toe op de uitoefening van deze bevoegdheid en kan de classispredikant dus zo nodig corrigeren in zijn uiteindelijke beslissing.