Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
infopagina

6. Tijdelijke aanstellingen

Binnen de rechtspositie van predikanten zijn er vier mogelijkheden waarop een gemeente een predikant tijdelijk aan zich kan verbinden (ord. 3-18):

  1. incidentele hulpdiensten
  2. structurele hulpdiensten
  3. beroep in tijdelijke dienst van een predikant
  4. beroep in tijdelijke dienst van een proponent

Alle vier vormen zijn verbintenissen op grond van kerkelijk recht. Deze kunnen dus niet gekwalificeerd worden als een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht naar burgerlijk recht.

Per vorm van de verbintenis volgt hieronder een toelichting op:

  • inhoud, duur en omvang van de werkzaamheden;
  • contractuele vastlegging;
  • benodigde goedkeuringen;
  • mogelijkheid van verlenging en opvolging;
  • arbeidsvoorwaarden voor de predikant;
  • uitbetaling van het traktementen en de vergoedingen;
  • kosten voor de gemeente.

In de laatste paragraaf volgt een samenvattend overzicht van de mogelijkheden.

6.1 Incidentele hulpdiensten

Inhoud, duur en omvang van de werkzaamheden
Incidentele hulpdiensten betreffen opdrachten aan een proponent of predikant van de kerk voor de uitvoering van een preekbeurt, een trouw- of rouwdienst, een uur catechese of een beperkt aantal uren pastoraal, diaconaal of missionair werk. De maximale werklast van een opdracht tot incidentele hulpdiensten bedraagt 40 werkuren.

Het is niet de bedoeling dat een (wijk)gemeente een opdracht tot het verrichten van incidentele hulpdiensten geeft aan de eigen predikant. Als er zich een situatie voordoet dat van de eigen predikant een extra inspanning verwacht wordt op enig moment, dan moet dit binnen de werktijd worden opgelost. Ander werk moet even blijven liggen of de predikant compenseert de tijd op een later moment.

Verlenging en opvolging van de werkzaamheden
Een gemeente mag aan dezelfde of aan een andere predikant later weer een nieuwe incidentele hulpdienst opdragen. Direct opeenvolgende opdrachten voor 40 uren voor dezelfde werkzaamheden zijn uitgesloten, omdat er dan sprake is van structurele hulpdiensten (zie volgende paragraaf).

Arbeidsvoorwaarden voor de predikant
Voor incidentele hulpdiensten geldt de tarievenlijst. Deze is opgenomen in de uitvoeringsbepalingen. Er zijn bijvoorbeeld tarieven voor een preekbeurt, een trouw- of rouwdienst, een uur catechese en een uur pastoraal, diaconaal of missionair werk. Daarnaast worden de vervoerskosten vergoed.

Betaling van de vergoeding
De vergoeding wordt door de gemeente rechtstreeks aan de predikant uitbetaald. Dit gebeurt bruto: de predikant geeft dit inkomen zelf op bij de Belastingdienst als ‘resultaat uit overige werkzaamheden’.

De kosten voor de gemeente
De kosten voor de gemeente bestaan uit de aan de predikant te betalen vergoedingen.

6.2 Structurele hulpdiensten

Inhoud, duur en omvang van de werkzaamheden
Structurele hulpdiensten betreffen opdrachten aan een proponent of predikant van de kerk voor de uitvoering van predikantswerkzaamheden, waarvoor geen beroep wordt uitgebracht. Betrokkene wordt geen lid van de kerkenraad, maar kan desgewenst worden uitgenodigd als adviseur. Bij de werkzaamheden moet worden gedacht aan vervanging bij ziekte, verlof of vrijstelling van werkzaamheden, aan invallen bij een vacature of aan de uitvoering van een tijdelijk project. De totale opdracht vraagt minstens 40 werkuren en duurt maximaal 2 jaar. Het werktijdpercentage kan liggen tussen 1% en 100%.

Het is mogelijk voor een gemeente om aan een eigen predikant een opdracht tot het verrichten van structurele hulpdiensten te geven. Bijvoorbeeld als elders in de gemeente een vacature ontstaat of een collega uitvalt door ziekte of wegens zwangerschapsverlof.

Contractuele vastlegging
Een opdracht tot het verrichten van structurele hulpdiensten kan contractueel worden vormgegeven door:

  1. een tweezijdige overeenkomst tussen de gemeente en de proponent of de predikant; een model voor een dergelijke overeenkomst is te vinden op de pagina over hulpdiensten;
  2. een driezijdige overeenkomst, waarbij de ene gemeente haar predikant binnen de werktijd beschikbaar stelt voor de hulpdiensten in de andere gemeente (= detachering van de ene naar de andere gemeente); een model voor een dergelijke overeenkomst is te vinden op de pagina over hulpdiensten;
  3. een driezijdige overeenkomst, waarbij de Dienstenorganisatie een predikant in algemene dienst als ambulant predikant[1] of interim-predikant[2] beschikbaar stelt voor de uitvoering van hulpdiensten in de gemeente (= detachering van de Dienstenorganisatie naar de gemeente).

[1] doet vooral invalwerk bij vacatures en bij afwezigheid van predikant door ziekte, verlof of vrijstelling van werkzaamheden;
[2] heeft een extra opdracht om de gemeente te ondersteunen bij beleidsvorming, in een transitieproces, in een crisissituatie of bij verwerking van rouw of verlies.

Verlenging en opvolging van de werkzaamheden
Structurele hulpdiensten, die zijn afgesproken voor een periode korter dan 2 jaar, mogen tot maximaal 2 jaar worden verlengd. Dit gaat in onderling overleg tussen de betrokken 2 of 3 partijen. Verlenging na 2 jaar kan alleen met toestemming van het breed moderamen van de classicale vergadering. Er kan toestemming gegeven worden voor maximaal 2 jaar verlenging. De structurele hulpdiensten hebben dus een totale duur van maximaal 4 jaar. Getoetst wordt of de gemeente voldoende inspanningen heeft gepleegd voor de vervulling van de vacature en of voldoende is gezocht naar samenwerking met andere gemeenten.

Na afloop van een – eventueel verlengde – opdracht voor structurele hulpdiensten mag een gemeente gedurende 1 jaar niet opnieuw voor dezelfde werkzaamheden een opdracht tot structurele hulpdiensten verlenen.

Arbeidsvoorwaarden voor de predikant
Als het gaat om de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden van de predikant, dan geldt bij structurele hulpdiensten het volgende.

  1. Bij een tweezijdige overeenkomst tussen gemeente en proponent of predikant geldt de volledige rechtspositie van een predikant met onder meer traktement, pensioenopbouw, verzekering van inkomen bij arbeidsongeschiktheid en onvrijwillige werkloosheid en recht op verlof. Daar komt bij dat de predikant een pensioengevende toeslag van 10% op het traktement krijgt, omdat er na afloop van de tijdelijke aanstelling geen recht zal zijn op wachtgeld. Boven de AOW-datum bestaat geen recht op de 10% toeslag, omdat er dan vanwege AOW en ouderdomspensioen geen inkomensrisico bij werkloosheid meer is.
  2. Bij een detachering van de ene naar de andere gemeente behoudt de predikant de rechtspositie van de eigen gemeente. Er is geen sprake van 10% toeslag, omdat er geen werkloosheidsrisico is. Na afloop van de detachering zet de de predikant immers zijn werkzaamheden voor de oorspronkelijke werktijd voort in de eigen gemeente.
  3. Bij detachering vanuit de Dienstenorganisatie heeft de ambulant predikant of de interim-predikant de volledige rechtspositie als kerkelijk medewerker bij de Dienstenorganisatie.

Betaling van het traktement
Als het gaat om de betaling van het traktementen bij structurele hulpdiensten, dan geldt het volgende.

  1. Bij een tweezijdige overeenkomst tussen gemeenten en proponent of predikant geschiedt de betaling van het traktement, zoals dat het geval is bij de predikant in tijdelijke dienst (zie hierna). Dit betekent dat het traktement uitbetaald wordt via de centrale kas predikantstraktementen en dat de vergoedingen voor de werkruimte en de vervoerskosten rechtstreeks aan de predikant worden uitbetaald door de gemeente.
    Met het oog hierop moeten gemeenten de aanvang en de afloop van structurele hulpdiensten bij de Beheercommissie centrale kas predikantstraktementen melden, evenals tussentijdse wijzigingen (werktijdpercentage, verlenging).
  2. Bij een detachering van de ene naar de andere gemeente blijft de predikant het traktement ontvangen, waar hij recht op heeft krachtens de verbintenis aan de eigen gemeente. De inhurende gemeente vergoedt de vervoerskosten, die de predikant voor deze gemeente maakt en bij deze gemeente declareert.
  3. Bij detachering vanuit de Dienstenorganisatie betaalt de Dienstenorganisatie aan de ambulant predikant of de interim-predikant het salaris uit, waar hij als predikant in algemene dienst recht op heeft.

Kosten voor de gemeente
Als het gaat om kosten voor de gemeente, geldt bij structurele hulpdiensten het volgende.

  1. Bij tweezijdige overeenkomsten betaalt de gemeente aan de predikant de vergoedingen voor werkruimte en vervoer rechtstreeks en aan de centrale kas voor de predikantstraktementen de bezettingsbijdrage plus de tijdelijke-dienst-opslag.
  2. Bij detachering van gemeente A naar gemeente B vergoedt gemeente B aan gemeente A de predikantslasten naar rato van de werktijd. Het gaat hierbij om de bezettingsbijdrage en de eventuele vergoedingen voor de werkruimte. Bij deze optie betaalt gemeente B niet de tijdelijke-dienst-opslag.
  3. Bij detachering van een ambulant predikant of een interim-predikant vanuit de Dienstenorganisatie betaalt de gemeente aan de Dienstenorganisatie het afgesproken tarief.

6.3 Beroep van een predikant in tijdelijke dienst

Inhoud, duur en omvang van de werkzaamheden
Een tijdelijke dienst betreft de uitvoering van het dienstwerk van een predikant (zie ord. 3-9), die daarvoor beroepen wordt voor een periode van minstens 2 jaar. In het beleid van de synode is een beroep voor onbepaalde tijd uitgangspunt. Daarom moet de kerkenraad aan het breed moderamen van de classicale vergadering uitleggen waarom de tijdelijke dienst noodzakelijk of gewenst is. Het breed moderamen moet naast de normale toestemming voor het beroepingswerk (inclusief solvabiliteitsverklaring) specifiek toestemming geven voor de tijdelijke dienst. Getoetst wordt of beroeping voor bepaalde tijd ‘vanwege de aard van de opdracht of anderszins’ wenselijk is. Beperkte financiële middelen kan een reden zijn. De minimale werktijd bij een tijdelijke dienst is 33% van de volledige werktijd van 40 uren per week. Met specifieke voorafgaande toestemming van het breed moderamen van de classicale vergadering is het echter mogelijk een werktijd van minder dan 33% overeen te komen.
Een predikant met een tijdelijke dienst woont zo mogelijk binnen de grenzen van de gemeente. Alleen met toestemming van het breed moderamen van de classicale vergadering kan een tijdelijke dienst voortijdig beëindigd worden.

Verlenging en opvolging van de werkzaamheden
Een tijdelijke dienst door een predikant mag eenmalig en alleen met toestemming van het breed moderamen van de classicale vergadering worden verlengd. Door de verlenging kan de totale dienst maximaal 6 jaar duren. Een tijdelijke dienst die in de aanvang al minstens 6 jaar duurde, kan dus niet verlengd worden. Na afloop van een – eventueel verlengde – tijdelijke dienst mag een gemeente gedurende 1 jaar niet opnieuw voor dezelfde werkzaamheden een opdracht tot structurele hulpdiensten verlenen of een predikant in tijdelijke dienst beroepen.

Arbeidsvoorwaarden voor de predikant
Voor de predikant in tijdelijke dienst geldt de volledige rechtspositie van een predikant, zoals een predikant in vaste dienst die ook heeft. Uitzondering is dat de predikant in tijdelijke dienst een pensioengevende toeslag van 10% op het traktement krijgt, omdat er na afloop van de tijdelijke aanstelling geen recht zal zijn op wachtgeld. Boven de AOW-datum bestaat geen recht op de 10% toeslag, omdat er dan vanwege AOW en ouderdomspensioen geen inkomensrisico bij werkloosheid meer is.

Betaling van het traktement
Bij een tijdelijke dienst geschiedt de betaling van het traktement, zoals dat gebeurt bij een predikant in vaste dienst:

  • het traktement wordt uitbetaald via de centrale kas predikantstraktementen;
  • de vergoedingen voor de werkruimte en de vervoerskosten worden rechtstreeks aan de predikant uitbetaald door de gemeente.

Met het oog hierop moeten gemeenten de aanvang en de afloop van de tijdelijke dienst bij de Beheercommissie centrale kas predikantstraktementen melden, evenals tussentijdse wijzigingen (werktijdpercentage, verlenging).

De kosten voor de gemeente
Bij een tijdelijke dienst betaalt de gemeente aan de centrale kas predikantstraktementen bezettingsbijdrage vermeerderd met de tijdelijke-dienst-opslag. Daarnaast zijn er de kosten voor de vergoedingen aan de predikant.

6.4 Beroep van een proponent in tijdelijke dienst

Inhoud, duur en omvang van de werkzaamheden
Een tijdelijke dienst van een beginnend predikant betreft de uitvoering van van het dienstwerk van een predikant die als proponent in de gemeente wordt beroepen. De duur van de tijdelijke dienst is minimaal 3 en maximaal 5 jaar. Voor een dergelijk beroep moet van het breed moderamen van de classicale vergadering de normale toestemming voor het beroepingswerk worden verkregen (inclusief solvabiliteitsverklaring). Er is geen specifieke toestemming voor de tijdelijke aanstelling nodig. De synode vindt het bieden van een arbeidsplaats aan een beginnend predikant namelijk voldoende grond voor een tijdelijke aanstelling. De duur van de aanstelling (3 tot 5 jaar) is gekozen, omdat de beginnende predikant in die tijd de verplichtingen van de permanente educatie (mentoraat en primaire nascholing) kan nakomen. Om die reden ook is de minimale werktijd gesteld op 40% van de volledige werktijd van 40 uren per week. Een beginnend predikant met een tijdelijke dienst woont zo mogelijk binnen de grenzen van de gemeente. Alleen met toestemming van het breed moderamen van de classicale vergadering kan een tijdelijke dienst voortijdig beëindigd worden.

Verlenging en opvolging van de werkzaamheden
Een tijdelijke dienst door een beginnend predikant mag eenmalig en alleen met toestemming van het breed moderamen van de classicale vergadering worden verlengd. Door de verlenging kan de totale dienst maximaal 6 jaar duren.

Na afloop van een – eventueel verlengde – tijdelijke dienst mag een gemeente gedurende 1 jaar niet opnieuw voor dezelfde werkzaamheden een opdracht tot structurele hulpdiensten verlenen of een predikant in tijdelijke dienst beroepen.

Arbeidsvoorwaarden voor de predikant
Voor de beginnend predikant in tijdelijke dienst geldt de volledige rechtspositie van een predikant, zoals een predikant in vaste dienst die ook heeft. Uitzondering is dat de beginnend predikant in tijdelijke dienst een pensioengevende toeslag van 10% op het traktement krijgt, omdat er na afloop van de tijdelijke aanstelling geen recht zal zijn op wachtgeld. Boven de AOW-datum bestaat geen recht op de 10% toeslag, omdat er dan vanwege AOW en ouderdomspensioen geen inkomensrisico bij werkloosheid meer is.

Betaling van het traktement
Bij een tijdelijke dienst door een beginnend predikant geschiedt de betaling van het traktement, zoals dat gebeurt bij een predikant in vaste dienst:

  • het traktement wordt uitbetaald via de centrale kas predikantstraktementen;
  • de vergoedingen voor de werkruimte en de vervoerskosten rechtstreeks aan de predikant worden uitbetaald door de gemeente.

Met het oog hierop moeten gemeenten de aanvang en de afloop van de tijdelijke dienst bij de beheercommissie centrale kas predikantstraktementen melden, evenals tussentijdse wijzigingen (werktijdpercentage, verlenging).

De kosten voor de gemeente
Bij een tijdelijke dienst betaalt de gemeente aan de centrale kas predikantstraktementen de bezettingsbijdrage vermeerderd met de tijdelijke-dienst-opslag. De gemeente ontvangt gedurende maximaal 4 jaar de zogenoemde proponentenkorting. De bedoeling van deze korting is om proponenten een betere uitgangspositie te geven bij het beroepingswerk. Ze hebben minder specifieke ervaring dan andere predikanten, maar zijn vier jaar lang goedkoper.

6.5 De mogelijkheden in overzicht

In onderstaand overzicht staat een vergelijking van de vier besproken mogelijkheden van een tijdelijke aanstelling.

 

incidentele
hulpdiensten

structurele
hulpdiensten

predikant in
tijdelijke dienst

beginnend predikant in
tijdelijke dienst

bevoegd

proponent

predikant

emeritus

proponent

predikant

emeritus

 

predikant

 

 

proponent

 

aard werkzaamheden

preekbeurt, trouwdienst, rouwdienst, uur catechese e.d.

invalwerk,
uitvoering project

dienstwerk predikant (ord. 3-9)

dienstwerk predikant (ord. 3-9)

minimale duur

n.v.t.

40 werkuren per opdracht

2 jaar

3 jaar

maximale duur zonder toestemming BMCV[1]

40 werkuren per opdracht

 

2 jaar 

 

geen

5 jaar

maximale duur met toestemming BMCV

n.v.t.

4 jaar

als duur korter was dan 6 jaar, dan te verlengen tot 6 jaar

6 jaar

minimale werktijd

n.v.t.

1%

33%, tenzij het BMCV toestemt in een lager percentage

40%

maximale werktijd

n.v.t.

100%

100%

100%

toestemming BMCV

n.v.t.

n.v.t.

ja, ook specifiek voor tijdelijke aanstelling

ja, niet specifiek voor tijdelijke aanstelling

solvabiliteits-verklaring CCBB[2]

n.v.t.

n.v.t.

ja

ja

mogelijkheid van verlenging of opvolging

nieuwe opdracht mogelijk, maar geen direct aansluitende opdrachten van steeds max. 40 uur

na afloop gedurende 1 jaar geen nieuw contract voor structurele hulpdiensten

na afloop gedurende 1 jaar geen nieuwe tijdelijke dienst of een nieuw contract voor structurele hulpdiensten

na afloop gedurende 1 jaar geen nieuwe tijdelijke dienst of een nieuw contract voor structurele hulpdiensten

arbeids-voorwaarden voor proponent of predikant

tarief volgens lijst in Uitvoerings-bepalingen

bij 2-zijdige overeenkomst gemeente - predikant:

volledige rechtspositie predikant + 10% toeslag

bij detachering door gemeente

volledige rechtspositie predikant zonder 10% toeslag

bij detachering door Diensten-organisatie

volledige rechtspositie kerkelijk medewerker

volledige rechtspositie predikant + 10% toeslag

volledige rechtspositie predikant + 10% toeslag

betaling aan predikant

door gemeente

bij 2-zijdige overeenkomst gemeente - predikant:

via centrale kas predikants-traktementen

bij detachering door gemeente

via centrale kas predikants-traktementen

bij detachering door Diensten-organisatie

door Diensten-organisatie

via centrale kas predikants-traktementen

via centrale kas predikants-traktementen

kosten voor gemeente  (naast direct aan predikant te betalen onkosten-vergoedingen)

tarief volgens lijst in Uitvoerings-bepalingen

bij 2-zijdige overeenkomst gemeente - predikant:

bezettings-bijdrage
+ tijdelijke-dienst-opslag

bij detachering door gemeente

bezettings-bijdrage

bij detachering door Diensten-organisatie

tarief van Diensten-organisatie

bezettingsbijdrage

+ tijdelijke-dienst-
opslag

 

bezettingsbijdrage
+ tijdelijke-dienst-opslag
- proponenten-korting (max. 4 jaar)

 

 

[1] BMCV = breed moderamen van de classicale vergadering
[2] CCBB = classicaal college voor de behandeling van beheerszaken