GR 7-1. Algemeen
1. De classicale vergadering bepaalt in haar verkiezingsregeling – met inachtneming van het in ord. 4-13-1 bepaalde – uit hoeveel leden deze vergadering bestaat. Uit elke ring wordt in de regel ten minste een ambtsdrager verkozen. De classicale vergadering kan bepalen dat uit een of meer ringen twee of meer leden van de classicale vergadering worden verkozen dan wel dat uit twee of meer ringen samen één lid wordt verkozen.
GR 7-2. Voorbereiding
Het rooster
1. Elk jaar treedt ten naaste bij een vijfde van het aantal leden van de classicale vergadering af. Het breed moderamen van de classicale vergadering stelt een rooster op dat voor elke ring aangeeft:
a. in welk jaar of welke jaren een nieuw lid van de classicale vergadering dient te worden verkozen, en
b. voor zover dat met het oog op het bepaalde in ord. 4-13-3 noodzakelijk is, of een predikant, een ouderling, een ouderling-kerkrentmeester of een diaken dient te worden verkozen.
Verkiesbaarheid
2. De verkiezing van leden van de classicale vergadering geschiedt uit de ambtsdragers van de (wijk)gemeenten binnen de classis. Andere leden van een (wijk)gemeente binnen de classis kunnen eerst voor verkiezing in aanmerking worden gebracht, nadat de betrokken kerkenraad zich ervan heeft vergewist, dat zij, indien verkozen, bereid zijn als ambtsdrager met bepaalde opdracht te worden bevestigd. Aftredende leden van de classicale vergadering zijn, indien het in lid 1 bedoelde rooster dat niet uitsluit, eenmaal herkiesbaar.
Aanbevelingen
3. Voor 1 juni van elk jaar nodigt het breed moderamen van de classicale vergadering elk van de betrokken kerkenraden uit om vóór 15 september schriftelijk en ondertekend bij het breed moderamen van de classicale vergadering aanbevelingen in te dienen van personen uit de betrokken ring die naar zijn mening voor verkiezing in aanmerking komen. Bij elke aanbeveling wordt het ambt van de betrokkene vermeld, of – indien de betrokkene bereid is als ambtsdrager met bepaalde opdracht te worden bevestigd – in welk ambt betrokkene bevestigd kan worden. Indien de betrokkene kerkelijk werker is, wordt ook dat vermeld. Het breed moderamen van de classicale vergadering stelt daarbij de kerkenraden in de gelegenheid aan te geven of zij de voorkeur geven aan een verkiezing in een vergadering van afgevaardigden van de betrokken kerkenraden boven een schriftelijke stemming.
GR 7-3. Verkiezing
Verkiezingsprocedure
1. a. De classicale vergadering streeft ernaar dat bij de verkiezing van haar leden naar vermogen recht wordt gedaan aan de binnen de classis voorkomende kerkelijke verscheidenheid en dat naar vermogen een evenwichtige samenstelling van de classicale vergadering qua ambten, leeftijd en sekse wordt bevorderd.
b. De classicale vergadering stelt per betrokken ring een kandidatenlijst op. De classicale vergadering is daarbij gehouden degenen die zijn aanbevolen door een of meer kerkenraden uit de betrokken ring op de kandidatenlijst te plaatsen. De classicale vergadering kan zelf, met het oog op het bepaalde onder a, per vacature één naam toevoegen van iemand uit de betrokken ring.
c. Als het aantal kandidaten op de kandidatenlijst niet groter is dan het aantal vacatures voor leden vanuit de betrokken ring, verklaart de classicale vergadering de kandidaten verkozen.
d. Als het aantal kandidaten op de kandidatenlijst groter is dan het aantal vacatures voor leden vanuit de betrokken ring, stelt de classicale vergadering voor de betrokken ring een of meer dubbeltallen vast, bestaande uit namen die op de kandidatenlijst voorkomen, tenzij zij toepassing geeft aan het onder f bepaalde.
e. De kerkenraden binnen de betrokken ring brengen in november schriftelijk hun stem uit. Indien de stemmen staken, beslist het lot.
f. Indien de meerderheid van de kerkenraden in een bepaalde ring daaraan de voorkeur geeft, dan wel op initiatief van de classicale vergadering, vindt de verkiezing, in afwijking van het onder e bepaalde, plaats in een vergadering van afgevaardigden van de betrokken kerkenraden. In dat geval wordt een kieslijst gemaakt met de namen van alle personen die op de kandidatenlijst voorkomen. Per vacature brengt elke kerkenraad per stemronde maximaal één stem uit.
g. Het breed moderamen van de classicale vergadering stelt de uitslag van de verkiezing vast, benoemt degenen die verkozen zijn en doet daarvan mededeling aan de betrokken kerkenraden en aan degenen die verkozen zijn.
Lutherse gemeenten
2. Indien tot de classis een of meer evangelisch-lutherse gemeenten behoren, kunnen de betrokken kerkenraden op overeenkomstige wijze gezamenlijk één lid verkiezen. In dat geval nemen deze kerkenraden niet deel aan de verkiezing van leden van de classicale vergadering door de ring(en) waarvan de betrokken gemeenten deel uitmaken.
Herverkiezing
3. (vervallen per 1 juli 2021).
Tussentijdse vacatures
4. Indien tussentijds een vacature in de classicale vergadering ontstaat, is de classicale vergadering bevoegd om:
a. voor de betrokken ring een tussentijdse verkiezing uit te schrijven, waarbij – indien binnen twee jaar een nieuwe verkiezing voor de betrokken ring is voorzien – de termijn voor de benoeming dienovereenkomstig kan worden verlengd tot maximaal zeven jaar, of
b. de vacature te laten voortbestaan tot aan de eerstvolgende verkiezing in de betrokken ring.
GR 7-4. Aanvaarding
1. Zij die zijn verkozen geven uiterlijk twee weken nadat zij in kennis zijn gesteld van hun verkiezing schriftelijk bericht aan het breed moderamen van de classicale vergadering of zij deze verkiezing aanvaarden.
GR 7-5. Bezwaren
1. Bezwaren tegen de gevolgde verkiezingsprocedure kunnen worden ingebracht bij het classicale college voor de behandeling van bezwaren en geschillen. Tegen de benoeming van een verkozene kan geen bezwaar worden ingebracht. Indien de verkozene nog als ambtsdrager dient te worden bevestigd, geldt het bepaalde in ord. 3-6.