Dit zijn vier mogelijke rituelen die je kunt doen met kinderen, bijvoorbeeld iedere keer bij het overlijden van een gemeentelid. Je kunt ze ook op eeuwigheidszondag uitvoeren en met de kinderen praten over hun ervaringen en doorpraten over deze zondag.
Waarom
Overlijden is een ingrijpende gebeurtenis, ook voor kinderen. Tegelijk hoort het bij het leven. Rituele kunnen helpen om het verdriet een plek te geven.
Introductie
- Lees de stelling voor. Laat de kinderen reageren, zijn ze het eens of oneens? Laat de kinderen argumenten waarom ze het eens of oneens zijn met de stelling.
‘De kerk is een plek waar je mensen die je verloren bent kunt herdenken.’
- Bespreek met de kinderen waar zij aan denken bij het woord ritueel. Wat is een ritueel? Laat de kinderen diverse rituelen noemen. Je kunt zelf een voorbeeld geven in vragende vorm: is het avondmaal een ritueel? Is elk jaar de kerstboom optuigen een ritueel? Zoek eventueel samen online of in een woordenboek op wat het woord ‘ritueel’ betekent.
- Vertel dat het (binnenkort) eeuwigheidszondag is. Weten de kinderen wat dat is? Laat hen benoemen welke ervaringen ze daarmee hebben.
- Veel kerken staan op eeuwigheidszondag stil bij de overledenen van het afgelopen jaar. Dit doen ze met een ritueel of met liederen. De namen van de overledenen worden ook in de dienst genoemd.
- Hebben de kinderen weleens meegemaakt dat iemand doodging? Laat ze daarover vertellen. Dit kan een opa, oma, ander familielid of vriend zijn, maar ook een huisdier. Hoe is het om aan hen te denken?
- Vertel over het ritueel in jullie kerk, over hoe dat gaat. Je kunt hier zelf ook vertellen wat dat voor jou betekent.
- Vertel dat jullie een eigen ritueel gaan doen.
Rituelen
Alle kinderen zitten op hun stoel als tijdens een kerkdienst. Naast en/of achter elkaar, of in een groepje, maar in elk geval zonder tafel ertussen. Zet een rustig muziekje op. Lees onderstaande rituelen voor aan de kinderen. Welk ritueel of welke rituelen spreken de kinderen aan? Waarom? Kies samen een ritueel en voer dat samen uit.
- Gedenksteen: Leg witte steentjes (minimaal 5 cm groot) op een tafel. Laat de kinderen die dat willen een steentje ophalen, er de naam van degene die ze missen erop schrijven met een stift, en het steentje vervolgens bij een aangestoken kaars neerleggen.
- Map: Jij staat voor de groep met een opengeslagen map met lege velletjes. Een voor een mogen de kinderen naar voren en de naam van degene die ze missen opschrijven. Daarna gaan ze weer zitten.
- Kaars: Steek achter in de ruimte een grote kaars aan, net zoals de paaskaars. Ga vervolgens aan de andere kant van de ruimte staan met een kleinere kaars of waxinelicht en lucifers. Een van de kinderen komt rustig uit de groep naar je toe, steekt de kleine kaars aan en loopt er door de groep heen naar de grote kaars, waar hij/zij de kleine kaars bijzet. Het kind voegt zich weer in de groep.
Pas op met vuur, je kunt in plaats van echte kaarsjes ook nepkaarsjes kopen die de kinderen zelf aan kunnen doen.
- Stilte: Houd twee minuten stilte, net zoals bij Dodenherdenking op 4 mei. Schrijf eerst met elkaar de namen van de overledenen op. Denk in de eerste plaats aan mensen die de kinderen direct gekend hebben. Steek na het opschrijven van de namen een kaars aan en houd samen twee minuten stilte.
Tip
Doe je deze werkvorm met jonge kinderen? Dan kun je bij de introductie ook in gesprek gaan over verdriet.
- Wanneer en waarover waren ze ergens verdrietig om? (Er ging iets stuk, huisdier overleden, dierbare overleden, etc.)
- Waarom waren ze verdrietig?
- Eventueel: zijn ze wel eens bij een begrafenis geweest?
- Kies daarna, uit bovenstaande opsomming, een ritueel uit dat je met de kinderen gaat doen.
- Benoem dat je aan een overleden persoon kunt blijven denken. Deze persoon kun je gedenken of herdenken door een ritueel uit te voeren.