Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Hoe ziet God eruit?

Pijl naar links Ideeën

"Hoe ziet God eruit?" is een vraag die zomaar kan opkomen vanuit de belevingswereld van jonge kinderen. Hoe ga je aan de slag met die vraag? Aan de hand van deze werkvorm ga je aan de slag met de godsbeelden van kinderen en met beelden van God in de Bijbel.

Doelen
:

  • De kinderen ontdekken dat mensen verschillende beelden van God hebben

  • De kinderen leren dat er in de Bijbel verschillende beelden van God zijn

  • De kinderen geven uiting aan hun beleving bij God, door een tekening te maken, en door een beeld te kiezen wat hen aanspreekt 
  • De kinderen leren dat God anders is dan wij mensen

Nodig: 
- Papier en tekenmateriaal
- De plaat van Alpha/Omega of Grootvader met kleinkind (lees de verdieping en beslis welke van deze twee platen je wilt gebruiken)
- De platen van de wereldbol, herder en vader
- De platen uit de bijlage losgeknipt (eventueel twee keer)
- (Grote) Bijbel

Introductie
Vertel de kinderen dat het vandaag gaat over God. Hoe ziet God er eigenlijk uit? Daar gaan we het vandaag met elkaar over hebben.

Verkenning: Tekeningen over God (10 min)
Hoe ziet God eruit, denk jij?
Vraag de kinderen een tekening van God te maken. Vertel dat er geen goed en fout is. Ze mogen hun eigen beeld van God tekenen. (Als er kinderen zijn die heel snel klaar zijn, kun je hen bijvoorbeeld vragen dingen erbij te tekenen die bij God horen volgens hen.)

Ga daarna in gesprek:

  • Wat hebben de kinderen getekend? Vraag of ze iets over hun tekening willen vertellen.
  • Wat is hetzelfde als je de tekeningen bekijkt?
  • Wat zijn de verschillen?

Vertel dat jullie gezien hebben dat ieder kind zijn of haar eigen beeld van God heeft getekend. Dat kan ook, want we weten niet hoe God eruit ziet. Mensen hebben verschillende ideeën over hoe God eruit ziet en over hoe Hij is. Wat we wel weten, is dat God anders is dan mensen. God ziet er dus misschien ook anders uit dan een mens.

Verdieping: Platen met Bijbelse beelden van God (10 min)
Toch weten we wel iets over God. Want in veel verhalen in de Bijbel wordt iets over God vertelt. De Bijbel geeft ons verschillende ideeën van hoe God is. Dan zegt de Bijbel bijvoorbeeld 'God is als een vader'. Vertel dat je platen laat zien die te maken hebben met verhalen over God in de Bijbel.

Knip de platen uit de bijlagen los. Neem de plaat van de herder, de vader, de wereldbol en begin/einde apart. Leg een Bijbel open neer, en leg de platen hierin. Zo is zichbaar dat de beelden bij de Bijbel horen. Eén voor één pak je de platen hieruit. Laat de platen aan de kinderen zien. Bij iedere plaat vertel je kort iets over waarom je deze plaat laat zien:

God als...

  • ...vader: God wordt in de Bijbel onze ‘Vader’ genoemd. Dat betekent dat Hij heel veel van je houdt, zoals jouw papa en mama ook heel veel van je houden.

  • ...schepper (plaat wereldbol / heelal): in de Bijbel wordt verteld dat God de wereld heeft gemaakt. Hij schiep de aarde en alles wat er leeft.

  • ...herder: in de Bijbel lezen we dat God voor mensen zorgt zoals een herder zorgt voor zijn schapen. Hij zorgt dus heel goed voor ons.

  • ...begin & einde (tekens alpha/omega of oud persoon met baby): in de Bijbel lezen we dat God er al was voor wij er waren, voordat zelfs de aarde en de andere planeten er waren! God was er al aan het begin, en Hij zal er ook zijn aan het einde.

Vraag een paar kinderen welk beeld van God ze mooi vinden, en probeer wat door te vragen over wat hen aanspreekt in dat beeld.

Zijn er ook beelden die ze niet mooi vinden, of die ze niet begrijpen? Vraag dat ook.

Verwerking (10 - 15 min)
Leg nu alle platen neer uit de bijlage (inclusief de alpha/omega, vader, herder en wereldbol). Als je een grote groep kinderen hebt, kun je de bijlage twee keer printen. 

Laat de kinderen een plaat kiezen en pakken die ze bij God vinden passen.

Daarna introduceer je deze werkvorm:

  • De kinderen lopen rondjes door de ruimte met hun uitgekozen beeld.

  • Je spreekt samen met de kinderen een teken af, waarna zij stoppen met lopen (bijvoorbeeld in je handen klappen of blazen op een toeter). Ze lopen dan zo snel mogelijk naar een kind dat dichtbij hen staat.

  • De kinderen laten in tweetallen aan elkaar zien welk beeld zij hebben uitgekozen en vertellen elkaar waarom.

  • Herhaal dit een aantal keer, zodat de kinderen met verschillende kinderen hebben gesproken.

  • Eventueel kun je de kinderen steeds een andere opdracht meegeven. Bijvoorbeeld: wanneer ik deze ronde in mijn handen klap, zoek je zo snel mogelijk iemand met een beeld die helemaal niet lijkt op die van jou/ het meest lijkt op die van jou. In dit geval hoeven kinderen niet in tweetallen te eindigen, maar kunnen er ook groepjes ontstaan.

Afsluiting
Bespreek met elkaar:

  • Is God al deze beelden? Hoe kan dat?

  • Hoe is God anders dan mensen?