‘Lees je Bijbel, bid elke dag.’ Misschien ken je dit liedje wel. Bidden kun je elke dag doen. Eén keer per jaar is er op de eerste woensdag in maart echter een officiële biddag. Vroeger kreeg je op deze dag vrij en dan ging je ’s avonds naar de kerk. In de meeste kerken wordt dit tegenwoordig gevierd op de zondag na biddag. Sta in die week met je groep eens stil bij biddag met de volgende werkvormen.
Doel
- De kinderen leren het onderwerp van vandaag kennen: ‘biddag’.
- De kinderen leren over wat bidden is.
- De kinderen denken na over hun eigen positie en die van andere kinderen in de wereld.
Benodigdheden
- Gitaar of boxje om muziek af te spelen
- Groot vel papier, pennen/stiften
- Knurselmateriaal, dozen, waxinelichtjes
Introductie
- Vraag of de kinderen het liedje ‘Lees je bijbel, bid elke dag’ kennen. Zo ja, zing het met ze en ook de Engelse en Franse variant. Je kunt het vinden op YouTube en in de Evangelische liedbundel nr. 459. Kennen ze het niet, dan leer je ze het liedje en de bewegingen die erbij horen. Even lekker zingen.
- Ga dan door met een stille wanddiscussie. Schrijf het woord ‘biddag’ in het midden op een groot vel papier. Laat de kinderen er woorden, associaties en symbolen bij schrijven. Ga vervolgens met de kinderen in gesprek met de volgende vragen:
- Wat is biddag?
- Wanneer vieren we dat?
- Maak de link naar dankdag, oogstdienst. Waarom was dat toen, waarom is dat nu nog? We krijgen toch alles, er is toch genoeg te eten?
- Voor wat of wie kun je nog meer bidden?
- Doe je dat wel eens? Laat de kinderen vertellen of en hoe ze bidden.
Verdieping
- Wat heb jij wel wat andere kinderen misschien niet hebben?
- Luister met elkaar dit liedje: Nooit meer
- Vraag de kinderen om tijdens het luisteren een tekening te maken.
- Ga met de kinderen in gesprek. Vragen die je kunt stellen zijn:
- Wie wil er iets vertellen of zijn/haar tekening?
- Wat vond je van het liedje? Hoe voelde het liedje?
- Over wie gaat het liedje denk je?
- Er zijn kinderen die het moeilijk hebben. Die hebben niet zoveel als wij. Ze zijn bijvoorbeeld niet vrij of ze zijn bang omdat het oorlog is. Of misschien hebben ze weinig geld en niet genoeg te eten. Wonen die kinderen vooral ver weg denk je? Of wonen die ook in Nederland?
- Hoe kunnen we kinderen helpen die het moeilijk hebben? Bijvoorbeeld met geld, eten, speelgoed? Maar misschien ook wel door er gewoon voor ze te zijn, zodat ze niet alleen zijn? Én door voor ze te bidden.
Verwerking
Er zijn verschillende manieren om te bedenken waarvoor je wilt bidden in een groep. Een paar voorbeelden.
- De gebedsdobbelstenen: maak van karton een vierkant doosje, schrijf op alle zijden gebedspunten. Rol met de dobbelsteen en bid voor datgene wat je hebt gegooid.
- Een gebedsboekje: vouw vier A5-blaadjes in elkaar tot een boekje. Knoop om de vouw een gekleurd lintje, versier de voorkant. De kinderen kunnen er in de loop van de tijd dingen in schrijven om voor te bidden.
- Maak een kaartenbakje met gekleurde kaarten. De kinderen schrijven gebedspunten op de kaarten en versieren ze. In de bijeenkomsten pak je regelmatig een paar kaarten als je een gebed uitspreekt.
- Maak een muur van dozen. De kinderen schrijven hun gebedsintenties op stukjes papier die ze in de muur schuiven. Deze muur symboliseert de Klaagmuur in Jeruzalem waar mensen hun gebedsintenties via de muur aan God laten weten. Garandeer de kinderen dat je de briefjes niet zult lezen.
Afsluiting
Bid met elkaar aan de hand van wat jullie hebben gemaakt bij de verwerkingsactiviteit.