Toeleven naar Pasen samen met kinderen? Maak een kijktafel! Een kijktafel is een belevingsgerichte manier om met de vastentijd en het paasverhaal aan de slag te gaan. Je kunt met de kijktafel starten aan het begin van de veertigdagentijd óf vanaf Palmpasen.
De voorwerpen op de tafel staan voor de verschillende onderdelen van Jezus’ leven, zijn verkondiging en het paasverhaal. Ze spreken verschillende zintuigen aan. Dat helpt om het paasverhaal te ervaren en er naartoe te leven.
Je kunt deze kijktafel voor thuis maken, voor het kindermoment in de dienst of voor de kinderdienst.
Overzicht
Tijdens de veertigdagentijd:
- Week 1 (Aswoensdag): schaaltje met as
- Week 2: wegwijzer
- Week 3: krant of krantenartikel
- Week 4: afbeelding of beeldje van vogel
- Week 5: een glaasje water
- Week 6: bloesemtak met knoppen
Vanaf Palmpasen (Stille Week):
- Palmpasen: lauriertak
- Maandag: (kleine) wereldbol
- Dinsdag: lekker ruikende olie of parfum
- Woensdag: (zakje met) munten
- Witte Donderdag: brood en druivensap
- Goede Vrijdag: houten kruisje
- Stille Zaterdag: steen
- Pasen: slingers, een taart of iets anders feestelijks
Stappenplan
- Zoek een mooie plek en richt deze in als kijktafel. Zorg dat het een plek is die goed zichtbaar is. Zo kun je, steeds als je ernaar kijkt, herinnerd worden aan de verhalen die bij de voorwerpen horen.
- Kies een vast moment om samen met de kinderen een nieuw voorwerp toe te voegen en er iets over te vertellen. Thuis kun je dat bijvoorbeeld voor of na het eten doen. In de kerk kan dat tijdens het kindermoment, of bijvoorbeeld aan het begin van de kinderdienst.
- In de veertigdagentijd leg je er elke week een nieuw voorwerp neer. Tijdens de Stille Week kun je elke dag een nieuw voorwerp neerleggen.
- Het nieuwe voorwerp leg je steeds in het midden. Dan is het duidelijk welk voorwerp centraal staat. Je kunt de voorwerpen van de voorgaande keren eromheen laten liggen, maar je kunt ze ook wegleggen. Tijdens de Stille Week kan het mooi zijn om alle voorwerpen op de tafel te laten liggen.
- Bij de voorwerpen staan ook suggesties voor gesprek en verwerking.
- De voorwerpen en verwerkingen tijdens de veertigdagentijd zijn wat meer toegespitst op de leeftijdsgroep 6-12 jaar. Vanaf Palmpasen is de kijktafel ook geschikt voor de leeftijdsgroep 2-6 jaar.
- Zoek eventueel bij de verhalen uit de Stille Week ook kijkplaten. Of leg een Bijbel met mooie platen er open bij, bijvoorbeeld de Kijkbijbel of De Bijbel: het boek van Jezus. Dat maakt de verhalen nog levendiger.
- Zet op de tafel eventueel ook een kaarsje neer dat je tijdens alle momenten rond de kijktafel kan aansteken om te helpen te focussen én als teken dat God erbij is.
Tijdens de veertigdagentijd
Week 1 (Aswoensdag): schaaltje met as
- De as staat voor doodgaan. [Verbrand evt. takjes en blaadjes en laat de kinderen zo zien hoe as ontstaat.] Alles wat leeft gaat een keer dood. Herinner je nog de blaadjes in de herfst? Eerst zijn ze groen en later worden ze rood en geel, en dan vallen ze van de boom. Ook dieren gaan dood, misschien had je wel een huisdier dat doodging. Dat is heel verdrietig. Oude mensen gaan ook dood. Misschien heb je dat al meegemaakt bij opa of oma. [Laat de kinderen hier evt. iets over delen.] Toch is de dood niet het einde. De blaadjes in de herfst vallen van de boom, en zijn zo voedsel voor de diertjes op de grond! En heb je al eens naar de takken aan de bomen gekeken? Er komen langzaam weer nieuwe knoppen aan! Zo komt er weer nieuw leven. Ook deze as is niet nutteloos. As maakt de grond namelijk ook heel vruchtbaar.
- Laat de kinderen vervolgens een potje grond vermengen met de as en er zaadjes in planten. Wat zou ermee gebeuren? Zet het potje neer op een plek waar zon komt en wacht af.
- Met Pasen gaan we ontdekken dat de dood echt niet het einde is. Maar Pasen duurt nog even. In de komende tijd gaan we elke week wat meer over Jezus leren en wat Pasen betekent.
Week 2: wegwijzer
- Lees dit verhaal over Jezus die kiest. Het komt uit het boek Kinderen mogen het zeggen (Jaar A) van Jacques Verhees.
Toen Jezus groot geworden was, dacht Hij: Wat zal Ik in mijn leven gaan doen? Wat zal Ik worden? Toen ging Hij naar buiten. Hij ging het dorp uit, tot waar geen huizen meer waren, tot waar alleen maar bomen waren. Hij ging nog verder, tot waar het heel stil was. Je hoorde er alleen maar de wind en het zingen van de vogels. Het was er heel stil. Hij dacht: Ik zou natuurlijk kunnen proberen rijk te worden, almaar geld verdienen en nog harder werken om nog meer geld te verdienen. Maar zou Ik dan echt gelukkig worden? Zou Ik de vogels en de wind nog horen zingen? Hij dacht: Ik zou kunnen proberen in mijn dorp, in ons land, over iedereen de baas te worden. Dan zouden de anderen moeten doen wat ik graag zou willen. Maar zou ik dan gelukkig worden? Zou ik dan nog gewoon met vrienden op straat kunnen praten over het weer en de gewone dingen van alledag? Hij dacht: Ik zou ook de hele dag in de kerk kunnen gaan zitten, en dan maar hopen dat het daarbuiten goed gaat met de mensen. Maar zou Ik dan gelukkig worden, als Ik niet zelf naar die mensen toe ga om hen te helpen en van dichtbij een vriend voor hen te zijn? Ja, Jezus kon kiezen: rijk worden of delen. Hij kon kiezen: boven de anderen gaan staan of gewoon als vriend dicht bij hen zijn. Hij kon kiezen: alleen maar toekijken of anderen ook echt helpen. En wat deed Hij? Hij koos voor helpen, delen en voor vriendschap met God en de mensen. - Jezus kon kiezen wat Hij met Zijn leven zou gaan doen, wat voor mens hij wilde zijn. Zou Hij de baas worden over iedereen, of gewoon een vriend van mensen zijn? Hij kon kiezen: ver weg van iedereen gaan wonen of juist dichtbij zijn en helpen.
- Wat vind jij van waar Jezus voor koos?
- Wat denk jij: kunnen wij ook kiezen?
- Waar zou jij voor kiezen en waarom: iets voor jezelf houden of het delen? De baas zijn over iedereen of vrienden zijn? Heel veel lawaai om je heen of stilte? Anderen hun eigen problemen laten oplossen of meehelpen?
- Tip: probeer bij de vragen hierboven niet al te sturend te zijn in wat het juiste antwoord is. Het gaat erom dat de kinderen ontdekken dat ze kunnen kiezen. Je kunt natuurlijk wel de voor- en nadelen noemen van de opties en uiteindelijk vertellen wat jij zou doen. Maar laat de kinderen eerst zelf nadenken en wees nieuwsgierig naar hun gedachten.
- Tip: Luister eventueel naar het liedje: Bling-Bling
Week 3: krant of krantenartikel
- Er gebeurt veel in de wereld en dat kan ons verdrietig en onrustig maken. Hongersnood, oorlogen, natuurrampen. Komt het ooit nog goed? God belooft dat Hij alles nieuw gaat maken, en dat vieren we met Pasen. Maar het is nog geen Pasen. En er is ook nog steeds veel verdriet. Toch is God ook nu al bezig met alles goed te maken. Maar dat valt niet altijd zo op, soms moet je heel goed kijken. [Steek hier het kaarsje aan.] Het zijn kleine lichtpuntjes. Maar in de wereld die soms heel donker is [doe hier evt. het licht uit] kunnen ze wel veel licht geven.
- Waar zie jij weleens lichtpuntjes van God? (Bijvoorbeeld in de mooie natuur, of als iemand iets aardigs zegt of doet, als je een goede vriend of vriendin hebt, iets lekkers eet, mooie muziek hoort, hard kan lachen of dansen.)
- Kan jij een ook lichtpuntje zijn voor anderen? Hoe zou je dat kunnen doen?
- Tip: Luister en zing samen het liedje: Licht of Laat je licht maar schijnen
Week 4: afbeelding of beeldje van vogel
- Maak je geen zorgen, zegt Jezus. Kijk maar naar de vogels! Die zaaien niet en ze oogsten niet, en toch hebben ze genoeg te eten. Of kijk eens naar die mooie bloemen. Zij vragen zich niet elke ochtend af of ze er wel leuk uitzien. Kijk eens hoe mooi God ze heeft gemaakt! Soms kun je je zo’n zorgen maken over dingen.
- Waar maak jij je wel eens zorgen over?
- Lees samen Lucas 12:22-34 uit de Bijbel in Gewone Taal of een kinderbijbel.
- Denk je dat God voor jou zorgt? Wat voor gevoel geeft dat?
- Tip: luister en zing samen het liedje: Dank U wel, Kijk es of Gi-ga-groot Cadeau
- Tip: ga samen naar buiten om vogels te spotten. Welke vogel vinden jullie het mooiste? En welke kan er het mooiste zingen? Neem eens de tijd om er een te bestuderen. Wat kunnen wij nog meer van vogels leren?
Week 5: een glaasje water
- Heb je soms ook wel eens zo’n dorst? Dat je thuiskomt en wel twee glazen achter elkaar opdrinkt. Zó’n dorst! Wij hebben het wel goed, hè, dat we zomaar water uit de kraan kunnen drinken. In de tijd van Jezus, en ook in heel veel andere landen vandaag, moeten mensen een hele tijd lopen voor water. Want er is maar één put in het dorp. Kun je het je voorstellen? Dan heb je zo’n dorst, maar dan moet je eerst nog een heel stuk lopen!
- En als je dan bij die put bent, hoe voelt dat dan denk je?
- Jezus zegt: Ik ben het levende water. Huh? Hoe kan Jezus nou water zijn? Jezus bedoelt daarmee: Ik geef leven. Als jij geen water drinkt, dan blijf je namelijk niet leven. Niemand blijft leven zonder water. Ook dieren niet, en planten ook niet. Als je bij Jezus bent dan is dat net als water drinken als je heel veel dorst hebt: je leeft weer helemaal op!
- Laat de kinderen wat water gieten over het potje met de zaadjes.
- Tip: luister en zing samen het liedje: Als je dorst hebt
Week 6: bloesemtak met knoppen
- Kijk eens, zei Jezus. Zie je die bloesemknoppen? Er staat iets te gebeuren... Kun je het al zien? De knoppen staan op springen. In die knoppen zitten bloemen verstopt. Die kunnen we nu nog niet zien, maar ze komen eraan! Dat kan even duren. Wachten duurt soms lang, maar het is de moeite waard. Straks komen er prachtige bloemen uit. Zo is het ook met Gods nieuwe wereld, waarin alles nieuw wordt. Het is er nu nog niet, maar het komt eraan!
- Knip samen met de kinderen de tak schuin af zodat die voldoende water op kan nemen en plaats hem in een hoge, stevige vaas met lauwwarm water. Vul regelmatig het water bij.
- Tip: Vraag bij het tuincentrum na welke bloesemtakken rond Pasen zullen gaan bloeien.
- Tip: Ga samen naar buiten en ga op zoek naar nog meer knoppen. Waar komen straks allemaal blaadjes en bloemen uit? Kun je je voorstellen hoe het er straks uit gaat zien? Snij eventueel een van de knoppen dwars door, om te laten zien dat de bloem er al helemaal in aanwezig is. Hij is er al wel, maar je ziet hem nog niet.
Tijdens de Stille Week
Palmpasen: lauriertak
- Jezus was op weg naar Jeruzalem. Toen hij daar aan kwam, dromden de mensen allemaal samen en ze riepen: “Kijk! Daar is onze nieuwe koning! Hosanna!” Ze wuifden Jezus toe met grote palmtakken. Maar waar zat Jezus nou op? Hij reed op een dier! Jezus, de nieuwe koning, kwam op een klein ezelsveulen aanrijden. Heb je weleens een ezelsveulen gezien? Zoek maar eens een plaatje op.
- Wat vind jij? Is dat een heel sterk en machtig dier?
- Past het bij een koning om op zo’n dier te rijden?
- Waar zou jij op rijden als je een koning of koningin was?
- Jezus kiest voor een ezelsveulen. Een klein en kwetsbaar dier. Hij zat niet hoog op een paard op de mensen neer te kijken. Maar hij zat laag en keek de mensen zo in hun ogen aan. Jezus is geen grote, machtige koning die op iedereen neerkijkt, tegen wie niemand iets kan beginnen. Jezus is een vriendelijke koning. Hij is de koning van Gods nieuwe wereld. Een wereld waarin alles anders is. Jezus is niet ver weg, maar heel dichtbij. En hij is ook kwetsbaar. Dat gaan we in de komende week merken...
- Tip: Luister en zing samen het liedje: Hosanna Hosanna
- Tip: In plaats van de lauriertak kun je ook samen een Palmpasenstok maken. Zie hier voor de instructies.
Maandag: (kleine) wereldbol
- Toen Jezus in Jeruzalem was aangekomen ging hij naar de Tempel. Daar wilde hij bidden en met mensen over God praten. Maar wat zag hij daar? Op het tempelplein stonden allemaal koopkraampjes en het was er een drukte van jewelste. De koopmannen schreeuwden door elkaar: “Twee duifjes voor 10 euro!” “Een schaap voor 50 euro!” “Alleen vandaag: een koe voor 100 euro!” “Wie maakt me los!” Jezus keek om zich heen. Was dit het Témpelplein? Wat een lawaai! En hij werd zó boos dat hij alle marktkraampjes omvergooide. “Dit is de Tempel, het huis van God! Een plek om te bidden, niet om geld te verdienen!” riep hij. Iedereen werd stil... Toen begon Jezus over God te vertellen en Zijn nieuwe wereld. Dát was echt belangrijk. En de mensen kwamen allemaal om hem heen staan om te luisteren, want iedereen wilde horen wat hij te zeggen had.
- Wat vind je van wat Jezus deed?
- Had je dat verwacht van Jezus?
- Waarom deed hij dat, denk je?
- Wat weet jij over Gods nieuwe wereld? Hoe ziet die eruit? Wat zegt Jezus allemaal daarover in de Bijbel? Ga samen op onderzoek uit! (Tip: lees bijvoorbeeld iets uit Matteüs 5:1-12.)
Dinsdag: lekker ruikende olie of parfum
- Jezus was op bezoek bij een man die Simon heette. Hij ging daar eten en er waren ook andere mensen uitgenodigd. Tijdens het eten kwam er een vrouw binnen. Ze liep naar Jezus toe en een goot flesje met heel dure, lekker ruikende olie over Jezus’ hoofd heen.
- Laat de kinderen de olie of parfum ruiken. Druppel eventueel wat op hun handen.
- Hoe ruikt dat?
- Hoe zou het voelen als iemand dat zomaar aan jou geeft?
- Weet je hoe de mensen om Jezus heen reageerden? Heel boos! Ze vonden het verspilling. Want die olie was heel duur. Met datzelfde geld hadden ze ook eten kunnen kopen voor de arme mensen! Dat is natuurlijk waar. Maar die mevrouw deed dat niet voor niks.
- Waarom denk jij dat ze die dure olie aan Jezus gaf?
- Zou jij ook iets aan Jezus willen geven? Wat zou jij geven?
Woensdag: (zakje met) munten
- Niet iedereen was blij met wat Jezus allemaal deed en vertelde. Jezus zei dat Hij de Zoon van God was. Dat kon je toch niet zeggen! Dat was oneerbiedig! En heel veel mensen geloofden Jezus. Ze liepen allemaal achter hem aan. De belangrijke mensen in de stad vonden dat maar niks. Stel je voor dat al die mensen Jezus als nieuwe koning willen hebben? Dan verliezen wij straks onze belangrijke posities!
- Judas, een vriend van Jezus, was ook boos op Jezus. Hij wilde inderdaad dat Jezus de nieuwe koning werd. Maar dat leek Jezus helemaal niet te willen. Jezus bleef maar vertellen over een nieuwe wereld. Maar daar kon hij niet op wachten, dat duurde veel te lang! Judas was zo boos en teleurgesteld, dat hij naar de belangrijke mensen in de stad ging om te vertellen waar Jezus was. Dan konden ze Jezus gevangennemen. In ruil daarvoor kreeg Judas een zak met geld...
- Heb jij ook weleens gehad dat je iets heel graag wilde, maar het niet kreeg? Hoe voelde je je toen?
- Heb je ook weleens gehad dat je heel lang op iets moest wachten, en dat je het uiteindelijk ook kreeg, of dat het echt gebeurde? Hoe voelde dat?
Witte Donderdag: brood en druivensap
- Jezus ging eten met zijn vrienden. Hij wist wat er ging gebeuren; dat Hij gevangengenomen zou worden. Dus Hij wilde nog één keer met zijn vrienden eten. Tijdens het eten deelde Jezus brood uit. En iedereen nam er een stukje van. En Hij liet ook een beker met wijn rondgaan. En iedereen nam er een slokje van. Jezus zei: het brood is Mijn lichaam. En de wijn is Mijn bloed. Als jullie er allemaal van eten en drinken, zijn jullie met Mij verbonden en met elkaar. En als jullie dat steeds weer doen, dan moeten jullie aan Mij denken.
- Wat zegt Jezus nou? Het brood is Zijn lichaam? En de wijn is Zijn bloed? De leerlingen snapten er niks van. En jij misschien ook niet. Het is ook heel ingewikkeld. Maar misschien maakt dit het makkelijker: als we samen van hetzelfde brood eten en uit dezelfde beker drinken zijn we heel dicht bij Jezus en dicht bij elkaar. Het is nu net of wij ook daar aan tafel zitten, net als de vrienden van Jezus.
- Tip: Vier zo samen het avondmaal. De kinderen raken op die manier bekend met wat het avondmaal inhoudt.
- Hoe vond je dat?
- Wat zou jij graag aan Jezus vragen of tegen Hem zeggen als je bij Hem aan tafel zat?
Goede Vrijdag: houten kruisje
- Ga samen naar buiten en verzamel takjes. Maak van de takjes een kruisje, met touw en/of lijm.
- Lees ondertussen of daarna het verhaal van Jezus die gevangengenomen werd, gekruisigd en begraven voor uit een kinderbijbel, bijvoorbeeld uit de Kijkbijbel. Blaas het kaarsje, als er een kaarsje brandde, uit.
- Waarom denk je dat de mensen Jezus doodmaakten?
- Jezus verzette zich niet. Hij had gekozen voor deze weg (weten jullie nog, de wegwijzer uit week 2?) en hij hield vol. Dat was heel erg moeilijk. Maar Hij wilde het goede doen, zelfs als dat betekende dat de mensen Hem zouden doodmaken. Want Hij wist dat dat niet het einde was...
Stille Zaterdag: steen
- Vandaag brandt er geen kaarsje. Het is stil. Alles is voorbij, denken de mensen. Jezus vertelde toch over die nieuwe wereld die zou komen? Dat dan alles nieuw zou worden? Geen honger meer, geen ziekte, geen dood. Maar nu is Jezus zelf dood! En er ligt een steen voor het graf. Het is over, voorbij. Die nieuwe wereld zal wel niet meer komen...
- Wat denk jij, is het voorbij?
- Wees eens een poosje stil met elkaar. Adem een paar keer diep in en uit.
- Hoe vond je dat? Is stilte fijn of niet fijn? Hoe komt dat?
Pasen: slingers, een taart of iets anders feestelijks
- Hebben jullie het al gehoord? Heel vroeg in de ochtend, toen het licht begon te worden, en de vogeltjes begonnen te fluiten. Toen iedereen nog lag te slapen, weet je wat er toen gebeurde? Toen is Jezus weer levend geworden! Hij is niet meer dood, hij is opgestaan! Wow!
- Steek hier de kaars weer aan.
- De vrienden van Jezus konden het bijna niet geloven. Dood is toch dood? Dat kan toch niet! Maar Jezus ging naar ze toe en toen zagen ze het zelf. Hij was het echt. Hij was weer levend. Jezus was sterker dan de dood. En die nieuwe wereld, die was dus niet voorbij. Die komt echt!
- Laat de knoppen zien die zijn opengegaan en/of het potje met de zaadjes die zijn uitgekomen. Wachten duurt soms lang, maar kijk eens! Uit die dichte knoppen komen bloemen, en uit de dode as komt nieuw leven!
- Luister en zing samen een liedje over Pasen, bijvoorbeeld Wij vieren feest of Alles is Nieuw.