Deze vergaderopening maakt onderdeel uit van de serie ‘Hoopvol kerk-zijn in een seculiere tijd’. Iedere opening in deze serie biedt als starter een casus en als verdieping een reflectie op deze casus.
Het is van belang dat alle deelnemers aan de vergadering de Bijbeltekst voor zich hebben en kunnen meelezen. De teksten ter verdieping zijn niet altijd geschikt om integraal voor te lezen tijdens de vergadering. Wellicht kun je een paar gedachten eruit halen. Ook is het mogelijk de tekst vooraf of nadien te delen met de leden van de kerkenraad.
Welkom
Heet iedereen welkom op een voor jullie kerkenraad vertrouwde wijze.
Starter
De starter voor de vergaderopeningen in deze serie is telkens een casus uit het gemeenteleven begrepen. Lees de volgende tekst voor:
Een klein geworden gemeente in een grote stad was in enkele decennia gekrompen van 200 naar 100 leden, tot er uiteindelijk nog 15 overbleven, voornamelijk senioren. De leden dachten eerder: we zoeken een nieuwe voorganger, waardoor we als gemeente weer relevant worden voor nieuwe doelgroepen in de omgeving van het kerkgebouw. In 12 jaar kwamen er zo achtereenvolgens 3 nieuwe voorgangers. Er kwamen helaas nauwelijks nieuwe gemeenteleden bij en de financiën raakten grotendeels op. Toen de laatste voorganger op eigen initiatief vertrok, was er enkel nog een bijbelstudiekring en een wekelijkse zondagse dienst. Daarmee ging men door. Maar hoelang nog?
Vraag bij de casus:
In hoeverre is een dergelijke casus herkenbaar voor je?
Verdieping
Bij de reflecties op de casus in deze serie wordt veel gebruikgemaakt van het gedachtegoed van de Amerikaans-Lutherse theoloog Andrew Root. Roots grote verlangen is kerken te helpen om overeind te blijven in een seculiere cultuur. Hij doet dat door te prikkelen, uit te dagen, vanzelfsprekende vooronderstellingen tegen het licht te houden en hoop en nieuw perspectief te bieden, vaak verrassend en uit onverwachte hoek.
Andrew Root vraagt aandacht voor Handelingen 1:4. Daar krijgen de discipelen als opdracht van Jezus: ‘Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten op wat de Vader heeft beloofd, waarover jullie van Mij hebben gehoord.’ We kunnen als gemeente gemakkelijk over dit ‘wachten’ heen lezen. Dan gaan we direct door met de komst van de Heilige Geest in Handelingen 2 en wat daarna komt. Maar aan Handelingen 2 gaat Handelingen 1 vooraf en dat gaat met name over ‘wachten op wat God gaat doen’. Wat daarbij ook opvalt is dat de discipelen niet fanatiek zijn in dat wachten. Ook niet gehaast en op zoek naar iets meer. Het zijn mensen die doen wat Jezus hen zegt en dus wachten. Root zegt ergens: te vaak geloven we dat we als kerk iets anders moeten doen dan ‘samen zijn, eten, verhalen vertellen, bidden en gedenken waarbij we het steeds weer hebben over het verhaal van het leven van Jezus Christus en de betekenis ervan’, wat we zouden kunnen aanvullen met: ‘wachten op God’. In Handelingen 1 gebeurt zoiets (zie vs.12). De discipelen zijn zo tien dagen bij elkaar. Tien dagen! Sommigen van de discipelen zullen die tien dagen misschien te lang hebben gevonden. En toch – het is om te onderstrepen – de beloofde Heilige Geest komt niet door hun handelen, maar door Gods handelen en die heeft – om eigen redenen – tien dagen bepaald.
Root ziet die tien dagen ‘wachten op wat God doet of gaat doen’ als een uitdaging, voor iedere gemeente, op bepaalde momenten in de tijd van haar bestaan. En dan niet per se tien dagen, maar het kan ook korter of nog veel langer zijn, bijvoorbeeld 360 dagen of meer.
De gemeente blijft trouw aan haar opdracht, wordt niet bang en wacht op God om te ontdekken wat Hij aan het doen is, in de eigen gemeente, of op bijvoorbeeld het raakvlak van de eigen gemeente met de samenleving. Je ontvangt (of ontdekt) dan wat Root een 'wachtwoord’ noemt.
Een wachtwoord is hier geen toegangscode, maar een woord dat voortkomt uit een ervaring met God. We zouden misschien spreken van een lijfspreuk. Zo’n woord is kwetsbaar. Het ontstaat namelijk op een moment van sterven (niet weten) en het leidt ons naar leven. Mocht je denken dat er vaste regels zijn voor de manier waarop een wachtwoord gevonden kan worden, dan kunnen we zeggen: er zijn geen vaste regels!
In de klein geworden kerk uit de casus kwam na verloop van tijd het volgende wachtwoord bovendrijven: ‘Hij geeft ons het gewone leven om te leven met elkaar.’ Reken maar dat dit een opluchting gaf aan de leden van de kerk voor de toekomst.
Verwerking
Het onderdeel verwerking biedt enkele gespreksvragen. Lees met elkaar Handelingen 1:4
Hoe ervaar je de benadering van Root wat betreft het ‘wachten op wat God doet of gaat doen’ en het daarbij behorende vinden/ontvangen van een wachtwoord? Geeft het je opluchting? Of ervaar je het anders?
In Handelingen 1 duurt het ‘wachten op God’ slechts tien dagen. Hoe zou je het ervaren, als het in je gemeente veel langer zou duren?
Lied of gebed
God, we danken U dat U een levende God bent. Geef dat we door Uw Geest mogen gaan zien, waar U aan het werk bent. Bewaar ons ervoor om in de bezorgdheidsstand te gaan staan, of te blijven staan. Geef dat we – als het voor ons de weg is – een wachtwoord mogen ontvangen? Door Christus, die leeft en regeert tot in eeuwigheid. Amen.
Verder lezen?
Word je getriggerd door Roots gedachten? Zijn boek Wachten op God is in het Nederlands vertaald en biedt een heel goede introductie op zijn denken. Beheers je voldoende Engels, kijk dan eens op zijn website en/of zoek op zijn naam op YouTube, daar zijn veel lezingen te vinden.