Art. XVII kerkorde
Deze wijziging heeft tot doel dat de synode kan besluiten om bij kleine, technische wijzigingen van een ordinantie consideratie achterwege te laten als niet meer dan niet meer dan drie stemmen hiertegen zijn (in plaats van de nu vereiste unanimiteit)
Relevante documenten:
Originele tekst: |
Eerste lezing: |
Tweede lezing: |
art. XVII-4: Nadat de generale synode een ordinantie of een wijziging in een ordinantie in eerste lezing heeft vastgesteld, legt zij deze voor aan de kerkenraden ter consideratie door de classicale vergaderingen en door de evangelisch-lutherse synode, waarna de generale synode de desbetreffende ordinantie of wijziging in een ordinantie definitief kan vaststellen. Indien de generale synode bij de behandeling in eerste lezing met alle geldig uitgebrachte stemmen als haar oordeel uitspreekt dat het evident is dat de consideratie door de mindere vergaderingen niet noodzakelijk is, is zij bevoegd de beoogde wijziging direct definitief vast te stellen. |
art. XVII-4 Nadat de generale synode een ordinantie of een wijziging in een ordinantie in eerste lezing heeft vastgesteld, legt zij deze voor aan de kerkenraden ter consideratie door de classicale vergaderingen en door de evangelisch-lutherse synode, waarna de generale synode de desbetreffende ordinantie of wijziging in een ordinantie definitief kan vaststellen. Indien de generale synode bij de behandeling in eerste lezing met niet meer dan drie tegenstemmen besluit dat het evident is dat de consideratie door de mindere vergaderingen niet noodzakelijk is, is zij bevoegd de beoogde wijziging direct definitief vast te stellen. |
volgt volgt |
Ord. 3-6
Deze wijziging heeft tot doel om een plaats te geven aan het gesprek over de veiligheid en het inleveren van een VOG in de verkiezingsprocedure van ouderlingen en diakenen. De verplichting tot het gesprek en de VOG is opgenomen in generale regeling 16 waarnaar in deze regeling wordt verwezen.
Relevante documenten:
Originele tekst: |
Eerste lezing: |
Tweede lezing: |
ord. 3-6: (...) |
ord. 3-6 (...) |
ord. 3-6 6. Nadat degenen die verkozen zijn hun roeping hebben aanvaard, maakt de kerkenraad hun namen aan de gemeente bekend om haar goedkeuring te verkrijgen met het oog op hun bevestiging respectievelijk - bij aansluitende herverkiezing - hun verbintenis. |
Ord. 4-7
Deze wijziging heeft tot doel om een plaats te geven aan de aan de in generale 16 uitgewerkte zorg van de kerkenraad voor een veilig klimaat in de gemeente.
Relevante documenten:
Originele tekst: |
Eerste lezing: |
Tweede lezing: |
ord. 4-7-1: De kerkenraad heeft tot taak: |
ord. 4-7-1 De kerkenraad heeft tot taak: |
ord. 4-7-1 De kerkenraad heeft tot taak: |
Ord. 4-16
Deze wijziging heeft tot doel om naast aan de betrokken kerkenraden, ook een afschrift van een visitatieverslag toe te sturen aan het breed moderamen van de classicale vergadering. De tekst is daarnaast wat versimpeld.
Relevante documenten:
Originele tekst: |
Eerste lezing: |
Tweede lezing: |
Ord. 4-16-4: De classispredikant kan het classicale college voor de visitatie verzoeken een gemeente te visiteren. Het college doet verslag van deze visitatie aan het breed moderamen, dat – gehoord het advies van de voorzitter van het college – beslist over zo nodig te nemen maatregelen. |
Ord. 4-16-4: De classispredikant kan het classicale college voor de visitatie verzoeken een gemeente te visiteren. |
Ord. 4-16-4: De classispredikant kan het classicale college voor de visitatie verzoeken een gemeente te visiteren. |
Ord. 10-5
Deze wijziging heeft tot doel om naast aan de betrokken kerkenraden, ook een afschrift van een visitatieverslag toe te sturen aan het breed moderamen van de classicale vergadering. De tekst is daarnaast wat versimpeld. Wijziging in samenhang met ord. 4-16.
Relevante documenten:
Originele tekst: |
Eerste lezing: |
Tweede lezing: |
Ord. 10-5-2: Na overleg met de classispredikant kan het classicale college voor de visitatie - wanneer feiten of omstandigheden daartoe aanleiding geven of wanneer een kerkenraad daartoe een verzoek heeft gedaan - een visitatie houden. (Ook kan …) |
Ord. 10-5-2: Op verzoek van de classispredikant, of na overleg met de classispredikant wanneer een kerkenraad daartoe een verzoek heeft gedaan of feiten of omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan het classicale college voor de visitatie een visitatie houden. (Ook kan …) |
Ord. 10-5-2: Het classicale college voor de visitatie kan een visitatie houden:
|
Ord. 10-5-10: Visitatoren doen van hun visitaties schriftelijk verslag aan het classicale college voor de visitatie, dat een afschrift daarvan doet toekomen aan de betrokken kerkenraden. |
Ord. 10-5-10: Visitatoren doen van hun visitaties schriftelijk verslag aan het classicale college voor de visitatie, dat een afschrift daarvan doet toekomen aan de betrokken kerkenraden en aan het breed moderamen van de classicale vergadering, dat zo nodig – gehoord het advies van de voorzitter van het college – beslist over te nemen maatregelen. |
Ord. 10-5-10: Visitatoren doen van hun visitaties schriftelijk verslag aan het classicale college voor de visitatie. Het classicale college voor de visitatie stuurt een afschrift daarvan aan de betrokken kerkenraden en aan het breed moderamen van de classicale vergadering. Zo nodig beslist het breed moderamen van de classicale vergadering, na advies van de voorzitter van het classicale college voor de visitatie, over te nemen maatregelen. |
Ord. 10-7
Deze wijziging heeft tot doel een interclassicaal college voor het opzicht in te stellen ter behandeling van alle SMPR-zaken in de kerk (in eerste aanleg). Bij deze wijziging is een overgangsbepaling van toepassing.
Relevante documenten:
Originele tekst: |
Eerste lezing: |
Tweede lezing: |
Ord. 10-7-2 Het opzicht over de ambtsdragers en over hen die in een bediening zijn gesteld, alsmede over degenen die de bevoegdheid hebben voor te gaan in de eredienst, berust bij de classicale vergadering, |
Ord. 10-7-2 Het opzicht over de ambtsdragers en over hen die in een bediening zijn gesteld, alsmede over degenen die de bevoegdheid hebben voor te gaan in de eredienst, berust bij de classicale vergadering, |
Ord. 10-7-2 Het opzicht over de ambtsdragers en over hen die in een bediening zijn gesteld, alsmede over degenen die de bevoegdheid hebben voor te gaan in de eredienst, berust bij de classicale vergadering, |
Ord. 10-8
Deze wijziging heeft tot doel een interclassicaal college voor het opzicht in te stellen ter behandeling van alle SMPR-zaken in de kerk (in eerste aanleg).
Relevante documenten:
Originele tekst: |
Eerste lezing: |
Tweede lezing: |
Ord. 10-8 1. In elke classis is een college voor het opzicht. |
Ord. 10-8 1. In elke classis is een college voor het opzicht. |
Ord. 10-8 1. In elke classis is een college voor het opzicht. |
Ord. 10-9
Het voorstel heeft tot doel ordinantie 10-9-7 sub e aan te scherpen door aan de huidige tekst toe te voegen dat bij ontzetting uit het ambt, de bediening of kerkelijke bevoegdheid betrokkene geen recht heeft om (op een later moment) enig ambt, bediening of enige kerkelijk bevoegdheid te aanvaarden.
Relevante documenten:
Originele tekst: |
Eerste lezing: |
Tweede lezing: |
ord. 10-9-7-e: Ten aanzien van degene die zich schuldig maakt aan veronachtzaming of misbruik van het ambt dan wel de bediening dan wel de door de kerk toegekende bevoegdheden, kan gebruik gemaakt worden van de volgende middelen van kerkelijke tucht: |
ord. 10-9-7-e Ten aanzien van degene die zich schuldig maakt aan veronachtzaming of misbruik van het ambt dan wel de bediening dan wel de door de kerk toegekende bevoegdheden, kan gebruik gemaakt worden van de volgende middelen van kerkelijke tucht: |
ord. 10-9-7-e Ten aanzien van degene die zich schuldig maakt aan veronachtzaming of misbruik van het ambt dan wel de bediening dan wel de door de kerk toegekende bevoegdheden, kan gebruik gemaakt worden van de volgende middelen van kerkelijke tucht: |
GR. 16 (algemeen)
Per 1-7-2025 is generale regeling 16 'veilige kerk' van kracht geworden.
Relevante documenten:
Zie voor de teksten van de regeling de rapporten van het GCKO.
Overgangsbepalingen
In 2020 besloot de generale synode tot aanpassing van de regels over de tijdelijke inzet van predikanten (ordinantie 3-18). Bij inwerkingtreding van deze rgelingen zijn enkele overgangsbepalingen geformuleerd met het doel bestaande tijdelijke inzetten van predikanten door te kunnen laten gaan. Per 1 juli 2025 vervallen deze overgangsmaatregelen omdat de toen bestaande tijdelijke inzetten van predikanten niet langer kunnen voortduren (gelet op de maximale termijn waarvoor deze konden worden aangegaan).
Relevante documenten:
Originele tekst: |
Vervallen per: |
Overgangsbepalingen bij ord. 3-18: 5a. Hulpdiensten en waarneming dienstwerk die op grond van ord. 13-18-9, 3-24-2 (oud), 3-28-2 (oud), 3-28-3 (oud) en 3-28-4 (oud) zijn overeengekomen voor 1 juli 2021 blijven gedurende de overeengekomen tijd ongewijzigd en worden vergoed volgens de regeling die gold op de datum voor 1 juli 2021 met inbegrip van latere indexeringen. Predikant en kerkenraad kunnen besluiten tot aanpassing aan de nieuwe regels. |
Overgangsbepalingen bij ord. 3-18 5a. [vervallen] |
Vanaf 2004 zijn diverse overgangsbepalingen van kracht geworden. De meeste daarvan zijn invoeringsbepalingen die (kort na) de vereniging in 2004 zijn uitgewerkt. Zij zijn (zoals in ovb 296 staat) ‘door het voorbijgaan van een datum te niet gedaan’. In het eindrapport Kerk2025 stelt het GCKO stelt niet voor overgangsbepalingen in te trekken. De overgangsbepalingen blijven als historisch document ook nog steeds raadpleegbaar. Wel stelt het GCKO voor bij de kerkorde alleen die overgangsbepalingen uit te geven die naar het oordeel van het GCKO nog in gebruik zijn. Door dit publicat