Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
infopagina

Ordinantie 1 - Het belijden

Ord. 1-1. Het belijden van kerk en gemeenten

  1. In het belijden van de kerk zijn de gemeenten verbonden met de belijdenis van het voorgeslacht, waarbij de hervormde gemeenten en de gereformeerde kerken zich in het bijzonder verbonden weten met de belijdenisgeschriften van de gereformeerde traditie en de evangelisch-lutherse gemeenten in het bijzonder met de belijdenisgeschriften van de lutherse traditie.
  2. De kerk erkent en respecteert deze bijzondere verbondenheid van de gemeenten.
  3. De gemeenten erkennen en respecteren de (bijzondere) verbondenheid van andere gemeenten ten aanzien van de belijdenisgeschriften en zijn geroepen om in gehoorzaamheid aan het Woord van God te volharden en te groeien in het gemeenschappelijk belijden van de kerk.
  4. Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de wijkgemeenten.

Ord. 1-2. Het gesprek met Israël

  1. De kerk is geroepen in al haar geledingen het gesprek met Israël te zoeken en gestalte te geven aan de verbondenheid met het volk Israël.
  2. De generale synode - daarin bijgestaan door organen van de kerk die op dit terrein werkzaam zijn - heeft hierbij in het bijzonder tot taak:
    • Het onderzoek van de Heilige Schrift ten aanzien van de vragen met betrekking tot Israël te bevorderen,
    • Leiding te geven aan de verdieping en verbreding van het inzicht van de kerk in de weg van God met Israël,
    • Het gesprek met Israël, het inzicht in en bestrijding van antisemitisme te bevorderen,
    • De gemeenten toe te rusten tot de ontmoeting met Israël,
    • De aandacht voor de plaats van joodse leden van de kerk te bevorderen,
    • De arbeid ten behoeve van Israël in de verschillende geledingen van de kerk te coördineren.
  3. De arbeid met en ten behoeve van Israël wordt zoveel mogelijk verricht in samenwerking met organen van andere kerken die in deze arbeid werkzaam zijn.

Ord. 1-3. Het spreken van de kerk

  1. Door haar belijden van Jezus Christus als Heer en Verlosser van de wereld roept de kerk in al haar geledingen op tot vernieuwing van het leven in cultuur, maatschappij en staat.
  2. Op grond van dit belijden bevordert de kerk de meningsvorming in de gemeenten over maatschappelijke vragen, in de eigen omgeving en wereldwijd.
  3. Met het oog op de vernieuwing van het leven in cultuur, maatschappij en staat kan de kerk zich uitspreken over maatschappelijke vragen.
  4. Gehoor gevend aan haar opdracht te getuigen van Gods beloften en geboden kan de kerk een getuigenis doen uitgaan ter zake van maatschappelijke vragen.
  5. De ambtelijke vergaderingen kunnen zich uitspreken over dan wel een getuigenis doen uitgaan ter zake van maatschappelijke vragen die hun ressort betreffen.
  6. De generale synode laat zich in de regel, wanneer zij een getuigenis tot overheid en volk doet uitgaan, bijstaan door de organen van de kerk die op het desbetreffende terrein werkzaam zijn. Zij zoekt daarbij naar mogelijkheden dit getuigenis samen met andere kerken te doen uitgaan.

Ord. 1-4. Uitdrukking van het belijden van de kerk

  1. De generale synode bepaalt welke uitingen van de kerk naast de in artikel I-4 van de kerkorde genoemde belijdenisgeschriften als uitdrukking van het belijden van de kerk worden aangemerkt.
  2. Het besluit om een uiting van de kerk aan te merken als uitdrukking van het belijden van de kerk kan door de generale synode eerst genomen worden, nadat de classicale vergaderingen - de kerkenraden in hun ressort gehoord - en de evangelisch-lutherse synode de gelegenheid hebben gekregen daarover te considereren. In de regel treedt zij daarover ook in overleg met andere daarvoor in aanmerking komende kerken. Een besluit als bedoeld in dit lid behoeft een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte geldige stemmen.

Ord. 1-5. Gravamen

  1. Bezwaren inzake het belijden van de kerk kunnen door leden van de kerk - onder beroep op de Heilige Schrift - worden voorgelegd aan het oordeel van de kerk, die zich daarover uitspreekt.
  2. Een gravamen als bedoeld in lid 1 kan alleen worden ingediend tegen de in artikel I-4 van de kerkorde genoemde belijdenisgeschriften alsmede tegen uitingen van de kerk die overeenkomstig het in het vorige artikel bepaalde door de generale synode zijn aangemerkt als uitdrukking van het belijden van de kerk.
  3. Een gravamen wordt schriftelijk en met redenen omkleed ingediend bij de classicale vergadering van de classis waartoe de gemeente waarbij de bezwaarde als lid is ingeschreven, behoort.
  4. De classicale vergadering vraagt advies aan de kerkenraad van bezwaarde en benoemt uit haar midden een commissie die de bezwaarde hoort. De bezwaarde kan zich daarbij laten bijstaan door een raadsman of -vrouw. Bij de behandeling van het gravamen in de classicale vergadering wordt een aantal deskundigen op het terrein van kerk en theologie betrokken die door de classicale vergadering worden aangewezen in overleg met het orgaan van de kerk dat op het terrein van kerk en theologie werkzaam is, maar die geen deel uitmaken van dat orgaan. Bij de behandeling in de classicale vergadering wordt de bezwaarde als toehoorder uitgenodigd.
  5. De classicale vergadering beslist of het bezwaar van voldoende gewicht is om het als gravamen door te zenden naar de generale synode, teneinde te komen tot een eindoordeel van de kerk. De classicale vergadering brengt haar besluit ter kennis van de generale synode en van de bezwaarde.
  6. De generale synode benoemt - na ontvangst van het door de classicale vergadering doorgezonden gravamen - uit haar midden een commissie van voorbereiding, die de bezwaarde hoort en het advies vraagt van het orgaan van de kerk dat op het terrein van kerk en theologie werkzaam is. Indien het gravamen de belijdenisgeschriften waardoor de kerk zich verbonden weet met de lutherse traditie betreft vraagt deze commissie tevens advies aan de evangelisch-lutherse synode. Indien het gravamen de belijdenisgeschriften waardoor de kerk zich verbonden weet met de gereformeerde traditie betreft vraagt deze commissie tevens advies aan de raad van advies voor het gereformeerde belijden. Zo nodig vraagt deze commissie het oordeel van daarvoor in aanmerking komende andere kerken.
  7. De generale synode geeft vervolgens een eindoordeel over het gravamen, zendt daarvan een afschrift toe aan de indiener, de betrokken kerkenraad en classicale vergadering en brengt het eindoordeel ter kennis van de kerk. Een besluit waarin de synode erkent dat een bezwaar grond vindt in de Heilige Schrift behoeft een meerderheid van twee derde van uitgebrachte geldige stemmen.
  8. Is de generale synode van oordeel dat het ingediende bezwaar niet als een gravamen kan worden aangemerkt, dan wordt het bezwaar ter behandeling doorgezonden naar het bevoegde college voor de behandeling van bezwaren en geschillen.