Kerk en Israël
Wat wordt er bedoeld met ‘het volk Israël’? Wat wordt verstaan onder ‘onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël’?Het woord ‘onopgeefbaar’ staat niet in het woordenboek, maar staat wel in de Kerkorde en wordt daar in verband gebracht met het volk Israël. In recente jaren is er kritiek gekomen op dit woord en op dit kerkorde-artikel (I,7).
Soms wordt het misverstaan als zou het een kritiekloos omarmen betekenen van alles wat de Israëlische regering doet. Dat is zeker niet de achtergrond van dit kerkorde-artikel, maar toegegeven: soms lopen de betekenissen en interpretaties wat door elkaar, wat de helderheid niet altijd ten goede komt. Er zou gezegd kunnen worden dat ‘onopgeefbaar verbonden’ een historische en een theologische betekenis heeft. De term wordt oorspronkelijk gebezigd in directe relatie met de nalatige houding van de kerk t.a.v. de Sjoa en het antisemitisme.
Historisch
Historisch gezien zijn het christendom en het rabbijnse jodendom tradities die beide teruggaan op het jodendom van de eerste eeuw. Beide tradities hebben elkaar wederzijds beïnvloed en hebben op elkaar gereageerd. Christenen hebben daarbij een zeer complexe eeuwenlange geschiedenis met Joden vanwege anti-Judaïstische en anti-Joodse uitingen. Volgens een beleidsnota uit 2008 moet de kwalificatie ‘onopgeefbaar’ verstaan worden ‘tegen de achtergrond van een eeuwenlange geschiedenis waarin de kerk zich had vervreemd van haar wortels in het volk Israël, met alle voor Israël – en op een andere manier ook voor de kerk – desastreuze gevolgen daarvan’. Het woord ‘onopgeefbaar’ herinnert de Kerk aan deze noodlottige geschiedenis en roept op tot een fundamenteel andere houding. Daarbij hoort in ieder geval dat de Protestantse Kerk vormen van vervangingstheologie afwijst en dat antisemitisme wordt bestreden.
Theologisch
Joden en christenen zijn ook vanuit een theologische visie met elkaar verbonden. Jodendom en christendom zijn twee loten die gegroeid zijn vanuit de erfenis van het bijbelse volk Israël. Joden en christenen lezen voor een gedeelte dezelfde schriften. De Hebreeuwse Bijbel is gemeenschappelijk erfgoed. Jezus is een Jood. Het Nieuwe Testament is voor het overgrote deel Joods. Dat de kerk het gesprek met het Jodendom zoekt, raakt aan het hart van het belijden. De kern van beide religieuze tradities gaat terug op de God van Israël. De God die daarin ter sprake komt is één, de Ene. Joden en christenen blijven elkaars pad voortdurend kruisen, juist omdat de oorsprong van de weg één is. Het geeft aan dat Gods weg met dit volk niet voorbij is, maar verder gaat. Het is een weg met het oog op alle volken. God is trouw en onopgeefbaar verbonden aan zijn volk, aan mensen wereldwijd en aan de wereld.
Gesprekken en ontmoetingen kunnen georganiseerd worden en soms ontstaan ze spontaan. Gesprekspartners kunnen uitgekozen worden en soms dienen ze zich aan.
In de Nederlandse context is er in de loop van de tijd een aantal Joodse gesprekspartners met wie de Protestantse Kerk de relatie onderhoudt: vertegenwoordigers van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK), het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom, het Centraal Joods Overleg en anderen.
Internationaal zijn er contacten met de ICCJ: de International Council of Christians and Jews.
Landelijk zijn er samenwerkingsverbanden met andere organisaties, zoals het OJEC, Nes Ammim, de Katholieke Raad voor het Jodendom, het Platform Appel Kerk en Israël (en daarnaast andere gesprekspartners in samenwerking met Kerk in Actie, zie ook webpagina Israël en Palestina).
Plaatselijk kunnen er contacten zijn en gezocht worden met joodse gemeenschappen en synagogen.
De Protestantse Kerk heeft verschillende en gelijkwaardige roepingen:
- De roeping om gestalte te geven aan de onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël.
- De oecumenische roeping om eenheid, gemeenschap en samenwerking te zoeken met christenen wereldwijd, en dus ook Palestijnse christenen.
- De diaconale roeping om op te komen voor vrede en gerechtigheid voor iedereen.
De drie roepingen kunnen niet los van elkaar gezien worden. Ook al kunnen ze in de praktijk tegen elkaar schuren, ze moeten niet tegen elkaar uitgespeeld worden. De emoties kunnen hoog oplopen in onze kerk, omdat een keuze voor de een (Joden) een keuze lijkt tegen de ander (Palestijnen). Voor de Protestantse Kerk is de relatie met het Joodse volk een essentieel onderdeel van de eigen identiteit en met Palestijnse christenen is er verbondenheid in het ene lichaam van Christus. Mozes, profeten en Jezus roepen op om op te komen voor wie geen stem heeft (diaconale roeping). Hoe zou je deze roepingen van elkaar kunnen scheiden?