AVG
Mogen we als gemeente gegevens rond ziekte noemen?In een gemeente is het delen met elkaar en het omzien naar elkaar een belangrijke pijler in de gemeenschap. Vaak worden daarom (in kerkdiensten en kerkbladen) mededelingen gedaan over het wel en wee van gemeenteleden: jubilea, geboorten en ziekten worden vermeld met het oog om er voor elkaar te zijn, elkaar op te dragen in gebed en met elkaar mee te leven. Kerken en gemeenten mogen een gemeenschap vormen die naar elkaar omziet en met elkaar meeleeft. Dat zijn immers ‘gerechtvaardigde activiteiten’ van een kerk. Ook als het gaat om zieke gemeenteleden. Daar moet wel zorgvuldig mee worden omgegaan.
Allereerst vanuit een eigen kerkelijke verantwoordelijkheid: hoe staat de persoon van wie de gegevens gedeeld worden erin, en hoe wordt vormgegeven aan de plaatselijke gemeenschap en het omzien naar elkaar? Maar ook vanuit de privacywetgeving: natuurlijk mag in een kerk voor elkaar worden gebeden (dat zijn immers de gerechtvaardigde activiteiten van de kerk), maar het is goed te denken aan de privacybelangen van iemand die ziek is. Als de kerkdienst niet online te volgen is, blijft het gebed binnen de gemeente. Gaat de kerkdienst wel online, dan kan iedereen horen wie er ziek is. De gemeente doet er dan goed aan bijvoorbeeld alleen voornamen te noemen of het geluid van de opname even op stil te zetten. Hetzelfde geldt voor het kerkblad. Als deze alleen naar gemeenteleden gaat, valt deze onder de gerechtvaardigde activiteiten van de gemeente. Als iedereen op internet het kerkblad kan downloaden, valt te overwegen om toestemming te vragen aan de persoon die ziek is.
Kerkdiensten en andere bijzondere momenten
Hoe kan ik een interreligieus huwelijk inzegenen?Als dominee van de Protestantse Kerk heb je veel vrijheid om een interreligieus huwelijk in te zegenen wanneer aan deze drie voorwaarden is voldaan:
- elk huwelijk moet eerst worden voltrokken bij de burgerlijke stand
- tenminste één partner van het bruidspaar moet lid zijn van de Protestantse Kerk
- de plaatselijke kerkenraad moet instemmen met het huwelijk.
Als je een positief antwoord van de kerkenraad hebt gekregen, kun je samen met het bruidspaar een imam, familieleden en vrienden van het paar uitnodigen om aan de ceremonie deel te nemen.
Wat betreft de procedure van de ceremonie zijn er verschillende mogelijkheden:
- Een ceremonie waarbij je het hoofdgebed of de zegen uitspreekt en waarbij anderen aan de ceremonie bijdragen door aanvullende gebeden uit te spreken, religieuze teksten voor te lezen en/of muziek te maken.
- Jij en de imam hebben dezelfde verantwoordelijkheid. Jullie zegenen samen het bruidspaar en bidden voor hen.
- Het bruidspaar kan de wens hebben dat de ceremonie alleen christelijk is. In dat geval kan het waardevol zijn om inclusief taalgebruik te hanteren, dat hieronder wordt toegelicht.
Huwelijksliturgie
Het Dienstboek van de Protestantse Kerk (pag. 861-2) stelt enkele gebeden en procedures voor die je kunt volgen voor een interreligieuze huwelijksceremonie. Verder is aan te raden het bruidspaar naar hun specifieke wensen te vragen en, indien nodig, een compromis te vinden tussen jouw eigen ideeën en die van het bruidspaar. Het kan zijn dat je je vanwege je persoonlijke geloofsovertuiging niet op je gemak voelt bij het inzegenen van een interreligieus huwelijk. Maak je bezorgdheid dan in een open gesprek aan het echtpaar kenbaar. Misschien kun je hen doorverwijzen naar een andere dominee.
Inclusief taalgebruik
Een manier om ervoor te zorgen dat iedereen zich aangesproken voelt in de interreligieuze huwelijksceremonie is het gebruik van inclusief taalgebruik. Wanneer je verwijst naar overtuigingen die specifiek christelijk zijn, kun je ze als zodanig voorstellen. Zo zou je kunnen zeggen: "Jezus, die wij christenen als onze redder beschouwen ...", of kunnen verwijzen naar de Heilige Drie-eenheid met de uitleg: "... zoals wij christenen geloven ...". Dergelijke opmerkingen laten je publiek zien dat je je bewust bent van de religieuze verschillen tussen de bruiloftsgasten, en dat je hen allen met hun verschillende geloofsovertuigingen accepteert en waardeert.
Voor koppels waarvan de een protestant is en de ander moslim is er een paper over interreligieuze huwelijken.
Elke gemeente heeft mensen met een beperking, zoals doven en slechthorenden, blinden en slechtzienden, mensen in een rolstoel, mensen met een verstandelijke beperking. Wat kan de kerkelijke gemeente doen zodat zij goed kunnen participeren? De Interkerkelijke Commissie Integratie Gehandicapten heeft tips.
Zichtbare drempels
Dove mensen zijn vooral geholpen wanneer gedacht wordt aan:
- een plaats in de kerk waarvandaan zij de voorganger goed kunnen zien
- een liturgisch centrum waar de voorganger goed te zien is tegen een rustige achtergrond
- een voorganger die niet schuilgaat achter een microfoon of een lampje en van wie de mimiek van de mond goed zichtbaar is
- een voorganger die niet te snel spreekt
- de tekst van de liturgie en de preek in grote lijnen op papier
- de preek in korte zinnen uitgesproken
- iemand die voor hen de regels van de liederen aanwijst
- een doventolk
- audio-visuele middelen.
Slechthorenden zijn bovendien geholpen wanneer gedacht wordt aan:
- een goedgekeurde ringleiding
- een juiste stemsterkte, waarbij de voorganger het stemgeluid matigt in volume en retorische zinswendingen (nooit te hard, dan slaat het gehoorapparaat dicht).
Mensen met een rolstoel of rollator zijn gediend bij:
- voldoende parkeerplek dicht bij de kerk (ook een zorg voor de burgerlijke gemeente)
- een hellingbaan, zowel bij de ingang als bij een verhoogd liturgisch centrum
- geen drempels in het kerkgebouw
- brede gangen
- een aangepast toilet / een rolstoeltoilet
- voldoende ruimte om de rollator of rolstoel neer te zetten in de kerk.
Mensen met rugklachten zijn geholpen met:
- enkele comfortabele stoelen in de kerk, bij voorkeur verspreid neergezet zodat er niet een apart vak komt voor mensen met beperkingen
- een plek met een standaard waarop het liedboek of de Bijbel neergelegd kan worden.
Blinden zijn geholpen met:
- een obstakelvrije looproute, met ribbeltegels gemarkeerd
- opgave van de liederen een dag van tevoren, zodat zij de brailletekst mee kunnen nemen (een compleet brailleliedboek is een te grote vracht papier)
- begeleiding bij het aangaan in de dienst van Woord en tafel.
Slechtzienden kunnen beter participeren wanneer er:
- liedboeken met grote letters aanwezig zijn
- liedteksten en liturgieën in een extra groot lettertype geprint worden.
Mensen met dyslexie zijn erbij gebaat wanneer er gedacht wordt aan:
- bondige teksten in een groot lettertype, eventueel met ondersteunende illustraties
- een tekst die uitdaagt om verder te lezen, die nieuwsgierig maakt
- voldoende tijd om teksten te lezen; voorkom situaties waarin korte leespauzes worden gebruikt om nieuwe schriftelijke informatie te verstrekken; neem anders de tekst hardop lezend helemaal met elkaar door
- een heldere structuur, één ding tegelijk.
Mensen met verstandelijke beperkingen kunnen de dienst beter volgen wanneer gedacht wordt aan:
- de volgorde van de dienst met pictogrammen aangeduid
- een heldere lijn in de preek
- een preek die geen betoog is dat informatie verschaft maar die met hen het heil communiceert
- de preek en de liturgie die worden verduidelijkt met voorwerpen of zichtbare handelingen
- een actieve rol die hun betrokkenheid bij de dienst vergroot.
Mensen die beperkt worden doordat zij moeite hebben met een volle kerkruimte, die stoelgangprobleem hebben of die niet lang stil kunnen zitten, zijn geholpen met een ruimte naast de kerkzaal waar zij de dienst kunnen volgen op een scherm.
Onzichtbare drempels
Naast zichtbare drempels die deelname bemoeilijken, ervaren mensen met beperkingen soms onzichtbare drempels die meer inhoudelijk van aard zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om de uitleg van bijbelteksten of om mogelijke implicaties van dingen die in een preek worden gezegd. Wordt in teksten of liederen een eenzijdig beeld geschetst waarbij de mens zonder beperkingen de norm is? Wat moet een dove met de liedtekst ‘Wie oren om te horen heeft?’
Kerk is niet beperkt tot de eredienst. Drempels worden ook ervaren in:
- het pastorale contact (word je gehoord en begrepen, word je serieus genomen)
- de bijbelkring of gesprekskring
- groothuisbezoek.
Het is belangrijk dat de gemeente haar leden kent (met of zonder beperkingen) en positief meeleeft, zonder dat mensen met beperkingen zich gestigmatiseerd voelen. Het is belangrijk om regelmatig het leven met beperkingen in voorbeden te benoemen, maar breid de voorbeden dan uit tot alle betrokkenen, en waak ervoor om in de formulering mensen tot object van zieligheid te maken. Verwacht mag worden dat mensen met beperkingen zelf ook stappen zetten in de richting van de gemeente door aan te geven dat zij mee willen doen. Vaak kunnen mensen met beperkingen aan anderen leren hoe zij om kunnen gaan met die beperkingen.
In de regel moeten er één of meer ambtsdragers naast de predikant aanwezig zijn bij een kerkdienst. De kerkorde stelt dat in de ‘ambtelijke aanwezigheid van kerkenraadsleden tijdens de kerkdiensten (…) de verantwoordelijkheid van de kerkenraad tot uitdrukking komt’ (ord. 5-1-5) en stelt dat de ambtelijke tegenwoordigheid in kerkdiensten behoort tot het dienstwerk van de ouderlingen (ord. 3-10–1) en diakenen (ord. 3-11-1).
Hoewel de kerkordetekst in meervoud is opgesteld, kan daar waar de nood daartoe is met één andere ambtsdrager naast de predikant worden volstaan. Het maakt daarbij niet uit of dit een ouderling of diaken is. Hetzelfde geldt voor bijzondere diensten, zoals rouw-en trouwdiensten. In beginsel is er tenminste één ambtsdrager naast de predikant aanwezig.
Als het onverhoopt niet mogelijk is dat er een ambtelijke vertegenwoordiging aanwezig is, dan is dat geen reden om de eredienst niet te laten doorgaan. Zelfs als – bijvoorbeeld door overmacht – helemaal geen ambtsdrager aanwezig is, is dat geen reden de dienst niet te laten doorgaan.