De kerkorde maakt duidelijk dat het vormgeven aan pastoraat niet voorbehouden is aan enkelingen maar een opdracht is aan álle leden van de gemeente. Herderlijke zorg krijgt vorm in het leven van die leden en in de omgeving waarin zij leven, waarbij bepaalde taakdragers een specifieke verantwoordelijkheid hebben. Het gaat daarbij zowel om onderlinge zorg binnen de kerkelijke gemeente (zorg voor gemeenteleden en hun al dan niet gedoopte kinderen) als om zorg voor mensen met een andere of niet-directe link met de gemeente die herderlijke zorg behoeven. De pastorale opdracht omvat dus een mix aan verantwoordelijkheden, actoren en contexten waarbij herderlijke zorg vorm krijgt:
- In het leven van de leden binnen de gemeente: een pastoraal klimaat
- In het zorg dragen voor pastoraat (in de gemeente): door bepaalde taakdragers
- In het present zijn in de maatschappij: pastoraal present
Een pastoraal klimaat: zorg door en voor alle leden
Pastoraat is allereerst herderlijke zorg door en voor alle leden van de gemeente. Een sprekend beeld voor hoe alle leden hierin nodig zijn en betrokken worden, komt van pastoraal theoloog Abbing. Hij heeft het pastoraat eens getypeerd als ‘de bloedsomloop van de gemeente’. Alle
delen van het lichaam zijn aan elkaar verbonden via een complex netwerk aan bloedvaten. Wanneer het bloed door de vaten stroomt, via de leven-gevende longen, worden alle delen van het lichaam van zuurstof en voeding voorzien en worden afvalstoffen afgevoerd. Een gezond pastoraal klimaat - als leden verbonden aan elkaar én in verbinding met God - brengt leven in de gemeente én daar waar gemeenteleden present zijn in hun omgeving. Wat dit betekent in de praktijk, wordt hier uitgewerkt.
Zorg dragen voor goed pastoraat: de verantwoordelijkheid van taakdragers
Naast een roeping aan alle leden van de gemeente klinkt in de kerkorde een extra pastorale opdracht aan bepaalde taakdragers in de gemeente. Deze pastorale verantwoordelijkheid van taakdragers, zoals predikanten, kerkelijk werkers en ouderlingen3, is gelaagd. Ze zijn zowel geroepen tot het verlenen van pastorale zorg (uitvoerend) als tot het zorg dragen voor goed pastoraat (aansturend/ondersteunend). Wat dit betekent in de praktijk, wordt hier uitgewerkt.
Pastoraal present zijn in de maatschappij: omzien in de eigen leefomgeving
De roeping tot herderlijke zorg betreft ook de zorg voor mensen met een andere of niet-directe link met de gemeente. Pastorale presentie op plekken waar mensen noodgedwongen niet naar de (eigen) gemeente kunnen – categoriaal pastoraat genoemd - vormt daarom ook een wezenlijk onderdeel van kerkzijn. Zo werken er ruim vijfhonderd predikanten-geestelijk verzorgers met een bijzondere opdracht in het justitiepastoraat, de zorg, de scheepvaart, de krijgsmacht, de luchthaven, en het doven- en studentenpastoraat. Meer over het categoriaal pastoraat, zie hier.