Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
infopagina

Traktement

Een predikant heeft recht op een traktement. Een traktement is een voorziening in het inkomen waardoor de predikant zich zonder zorg voor het dagelijks brood kan wijden aan onder meer de verkondiging van het Woord, het voorgaan in de kerkdiensten, de bediening van de sacramenten, de catechese, de herderlijke zorg en de verkondiging van het evangelie in de wereld. 

Het traktement bestaat uit de volgende onderdelen:

  1. Iedere predikant heeft recht op het zogenaamde basistraktement. Dat is voor iedere predikant gelijk, ongeacht de omvang van de gemeente of de leeftijd van de predikant. 
  2. Daarnaast heeft de predikant recht op de zogenaamde periodieke verhogingen. Deze hangen af van het aantal dienstjaren van de predikant. Het maximale aantal periodieke verhogingen bedraagt 20. Als een predikant op oudere leeftijd instroomt, kan die bij de Beheercommissie centrale kas predikantstraktementen verzoeken om toekenning van een aantal periodieke verhogingen. De toekenning vindt plaats volgens regels die door het Georganiseerd overleg predikanten zijn vastgesteld. Criteria bij de inschaling zijn (alleen) de hoogte van het eerdere inkomen en de leeftijd van de predikant.
  3. Predikanten met een tijdelijke aanstelling (beroep in tijdelijke dienst of een opdracht tot structurele hulpdiensten) hebben recht op een toeslag, omdat ze na afloop van de tijdelijke dienst geen recht hebben op wachtgeld (= werkloosheidsuitkering).
  4. Over bovengenoemde componenten bouwt de predikant vakantietoeslag op (die in mei wordt uitbetaald) en een eindejaarsuitkering (die in december wordt uitbetaald).

Naast het traktement heeft de predikant recht op:

  1. een jubileumgratificatie na een diensttijd van 25 of 40 jaren onder de generale regeling rechtspositie predikanten of de generale regeling rechtspositie kerkelijke medewerkers
  2. een tegemoetkoming in de inkomensafhankelijke premie die een predikant aan de Belastingdienst moet afdragen voor de Zorgverzekeringswet
  3. vergoeding van de kosten voor:
    1. de eventuele huur of koop van een werkruimte
    2. het eventuele gebruik (inrichting en onderhoud) van een werkruimte
    3. representatie, bureaubenodigdheden, computer, telefoon, internet
    4. vakliteratuur en permanente educatie
    5. vervoer
    6. verhuiskosten bij het aanvaarden van een beroep
    7. verhuiskosten bij het verlaten van de ambtswoning wegens emeritaat of onvrijwillige losmaking (anders dan door tucht)
    8. verhuiskosten bij het verlaten van de ambtswoning door de nabestaanden wegens overlijden van de predikant.

Kan een gemeente een predikant extra belonen en dus afwijken van de traktementsregeling?

Volgens de generale regeling rechtspositie predikanten is het gemeenten niet toegestaan af te wijken van de traktementsregeling. Er mag niet worden afgeweken in het nadeel van de predikant en ook niet in het voordeel.

De reden hiervoor is dat partijen door de afwijking bij elkaar in het krijt komen te staan, waardoor de vrijheid van het ambt in het geding is. Afwijkingen doorbreken ook de gelijke behandeling van predikanten. En tenslotte kan een afwijking in het voordeel van de predikant ertoe leiden dat er een financiële rem gaat ontstaan voor doorstroming naar een andere gemeente, als daar het voordeel niet genoten wordt. 

Waar extra belonen niet kan, kunnen wel afspraken gemaakt worden over compensatie van uitzonderlijke kosten, waarvoor geen vergoedingsregeling bestaat. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een tegemoetkoming in de stookkosten in een te grote en slecht geïsoleerde ambtswoning. 

Uitvoeringsbepalingen

Meer specifieke informatie over het traktement, de emolumenten (bijkomende verdiensten) en vergoeding zijn te vinden in de Uitvoeringsbepalingen, het rekenblad, de regels voor de toekenning van periodieke verhogingen en de Gids Arbeidsvoorwaarden.