Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
infopagina

Huisvesting en pastorie

Een belangrijk punt is de huisvesting. De pastorie is huisvesting en werkruimte ineen. Het is belangrijk dat er prettig gewerkt en gewoond kan worden. Hier is sprake van een dubbele roeping. De proponent/predikant heeft de roeping om een beroep te overwegen, de oversteek te maken en van de nieuwe woonplaats en woning een thuis te maken. De gemeente heeft de roeping om de proponent/predikant en zijn of haar eventuele gezin zo te huisvesten dat hij of zij soepel de oversteek kan maken en met vrucht en vreugde kan wonen en werken in de nieuwe woning. 

Residentieplicht? 

In ord. 3-16-3 staat dat de (fulltime) predikant in principe binnen de grenzen van de gemeente moet wonen. De gemeente is verplicht een ambtswoning aan te bieden en de predikant dient deze te bewonen. Van de plicht om binnen de grenzen van de gemeente te wonen kan de predikant ontheven worden door de kerkenraad. Predikanten met een beperkte werktijd zijn niet verplicht om binnen de grenzen van de gemeente te wonen. 

In de praktijk varieert de situatie nogal. Soms is er geen pastorie beschikbaar. De gemeente dient dan voor de predikant een huis te huren of te kopen. Soms wordt het aan de predikant zelf gelaten om in de eigen huisvesting te voorzien. 

Enkele scenario's met aandachtspunten 

1. Er is een ambtswoning aanwezig en de kandidaat gaat deze bewonen. 
De predikant betaalt een bijdrage voor het wonen in de dienstwoning, deze wordt ingehouden op het traktement. Daarnaast geldt er vaak een fiscale bijtelling. Kijk bij de ‘Uitvoeringsbepalingen’ en de ‘Gids arbeidsvoorwaarden’ (bij Bestanden) op Arbeidsvoorwaarden predikanten voor meer informatie. 

Monumentale pastorieën kunnen zeer aantrekkelijk zijn qua ruimte en omgeving, maar de lasten om zo’n pastorie te bewonen kunnen hoog uitvallen, zeker als de woning niet geïsoleerd is en de stookkosten aanzienlijk zijn. Welke keuze ook gemaakt wordt: voer goed overleg met de roepende gemeente en win zo nodig advies in bij externe deskundigen. 

 2. De kandidaat huurt of koopt zelf een woning. 
Het huren of kopen van een geschikte woning kan in sommige regio’s bijzonder kostbaar zijn. Soms is de roepende gemeente bereid te bemiddelen bij het vinden van geschikte huisvesting en wil daar ook een vergoeding tegenoverstellen ter verlichting van de extra kosten, maar dit is geen verplichting. In elk geval dient men de voor- en nadelen van het kopen van een eigen woning tegen elkaar af te wegen. 

3. De kandidaat beschikt al over een eigen woning en blijft deze bewonen. 

De pastorie is misschien gedeeltelijk te gebruiken als werkplek. Kijk bij de ‘Uitvoeringsbepalingen’ en de ‘Gids arbeidsvoorwaarden’ (bij Bestanden) op Arbeidsvoorwaarden predikanten voor meer informatie over de woon-en werksituatie van een predikant.  

Afspraken over huisvesting  

Het is verstandig het thema huisvesting in een niet te laat stadium te bespreken. Als er een pastorie aanwezig is, moet vaak een en ander opgeknapt of aangepast worden. Het is belangrijk om deze zaken voor het aannemen van het beroep met de beroepingscommissie en het college van kerkrentmeesters te bespreken. Vraag gemaakte afspraken en gedane toezeggingen per mail te bevestigen.  

Bezichtig de pastorie voor het aannemen van het beroep. Let onder meer op energieverbruik en WOZ-waarde, staat van onderhoud, informeer er eventueel bij de vorige bewoner van de pastorie of de buren naar. 

Het is niet vreemd om na een eerste rondleiding de sleutel te vragen en rustig zelf de pastorie nog te bekijken en eventuele wensen rond de woning en de tuin op een rijtje te zetten. 

Vraag hoe de woning wordt opgeleverd. In veel gemeenten was en is het een goede gewoonte dat de pastorie min of meer gestoffeerd wordt opgeleverd (vloerbedekking, behang/verfbeurt/vaste boekenkasten in de studeerkamer). Enerzijds omdat de vergoeding voor inrichtingskosten tekortschiet om alles zelf te (laten) doen, anderzijds omdat het vaak praktisch onhaalbaar is om weken te klussen in een nieuwe woning. 

Overvraag niet, maar wees wel duidelijk wat nodig is om goed te kunnen wonen en werken. 

Vraag of er een onderhoudsplan voor de pastorie en tuin is en bespreek dit ook bij het jaargesprek.