13. De woonbijdrage (GR 5-14-2)
Aan de predikant met een ambtswoning die aan de gemeente is verbonden op grond van een solvabiliteitsverklaring die is afgegeven op of na 1 januari 2019, brengt de gemeente de woonbijdrage voor de ambtswoning in rekening. De hoogte van de woonbijdrage hangt ervan af of de predikant voor de Belastingdienst pseudo-ondernemer of pseudo-werknemer is.
Pseudo-ondernemer-predikant
De hoogte van de woonbijdrage is een percentage van de WOZ-waarde van de woning, gelijk aan het woningforfait dat de Belastingdienst hanteert voor woningen die tot het ondernemingsvermogen behoren, met dien verstande dat daarop een minimum van toepassing is. De werktijd van de predikant heeft hierop geen invloed.
|
soort vergoeding |
tarief |
|
Vergoeding gemis werkruimte |
€ 58,33 per predikant per maand |
De woonbijdrage is het gehele kalenderjaar hetzelfde bedrag. De WOZ-waarde is de WOZ-waarde van de woning op de peildatum van 1 januari 2023. Indien in een uitzonderlijk geval de WOZ-waarde op de peildatum van 1 januari 2023 (nog) niet bekend is, geldt de laatste door de burgerlijke gemeente bekend gemaakte WOZ-waarde.
Indien de ambtswoning onderdeel uitmaakt van een groter stuk onroerend goed die deels een andere functie heeft dan de woonfunctie voor de predikant, dan geldt voor de berekening van de woonbijdrage alleen de WOZ-waarde voor de woonfunctie.
Indien de ambtswoning een werkruimte bevat, kan de waarde daarvan niet worden afgetrokken van de WOZ-waarde die wordt gehanteerd voor de berekening van de woonbijdrage.
Pseudo-werknemer-predikant (opting-in)
Een predikant kan in overleg met de Beheercommissie centrale kas predikantstraktementen voor de opting-in-regeling kiezen als de woonbijdrage bij deze regeling lager is dan de woonbijdrage voor de pseudo-ondernemer-predikant; daarvan is sprake als de WOZ-waarde van de ambtswoning hoger is dan het bedrag in onderstaande tabel. Maakt de predikant gebruik van de 30%-regeling, dan is de opting-in-regeling van toepassing.
De hoogte van de woonbijdrage is het gehele kalenderjaar een percentage van het belastbaar inkomen op 1 januari van het jaar, gelijk aan het woningforfait dat de Belastingdienst hanteert voor een dienstwoning van een werknemer, namelijk 18% x (basistraktement + periodieke verhogingen + tijdelijke-dienst-toeslag + vakantietoeslag + eindejaarsuitkering + tegemoetkoming premie ziektekostenverzekering - pensioenpremie van de predikant ) op fulltime basis / 12
|
|
bij opting-in |
bij opting-in |
bij opting-in |
bij opting-in |
|
|
onbepaalde tijd |
onbepaalde tijd |
tijdelijke dienst |
tijdelijke dienst |
|
aantal periodieke verhogingen |
bijdrage bewoning ambtswoning |
toepasbaar bij een WOZ-waarde boven € |
bijdrage bewoning ambtswoning € per maand |
toepasbaar bij een WOZ-waarde boven € |
|
0 |
804,54 |
804.542 |
881,87 |
881.873 |
|
1 |
830,32 |
830.321 |
910,23 |
910.230 |
|
2 |
856,10 |
856.100 |
938,59 |
938.587 |
|
3 |
881,88 |
881.878 |
966,94 |
966.943 |
|
4 |
907,66 |
907.657 |
995,30 |
995.300 |
|
5 |
933,44 |
933.436 |
1.023,66 |
1.023.657 |
|
6 |
959,22 |
959.215 |
1.052,01 |
1.052.014 |
|
7 |
984,99 |
984.994 |
1.080,37 |
1.080.371 |
|
8 |
1.010,77 |
1.010.773 |
1.108,19 |
1.108.194 |
|
9 |
1.036,55 |
1.036.552 |
1.134,59 |
1.134.587 |
|
10 |
1.062,33 |
1.062.331 |
1.160,98 |
1.160.980 |
|
11 |
1.088,11 |
1.088.110 |
1.187,37 |
1.187.373 |
|
12 |
1.113,00 |
1.112.998 |
1.213,77 |
1.213.767 |
|
13 |
1.136,99 |
1.136.991 |
1.240,16 |
1.240.160 |
|
14 |
1.160,99 |
1.160.985 |
1.266,55 |
1.266.553 |
|
15 |
1.184,98 |
1.184.979 |
1.292,95 |
1.292.946 |
|
16 |
1.208,97 |
1.208.973 |
1.319,34 |
1.319.339 |
|
17 |
1.232,97 |
1.232.967 |
1.345,73 |
1.345.732 |
|
18 |
1.256,96 |
1.256.960 |
1.372,13 |
1.372.125 |
|
19 |
1.280,95 |
1.280.954 |
1.398,52 |
1.398.519 |
|
20 |
1.304,95 |
1.304.948 |
1.424,91 |
1.424.912 |
Voor predikanten die naast een verbintenis voor onbepaalde tijd in een gemeente een aanstelling in tijdelijke dienst hebben, wordt de woonbijdrage op basis van het gewogen gemiddelde van bovenstaande tarieven berekend.
14. Wettelijke uitkering bij zwangerschap en bevalling (GR 5-5-4)
Bij zwangerschap en bevalling vraagt de predikant bij het UWV de ZEZ-uitkering aan en draagt het bruto bedrag daarvan af aan de gemeente. Meer informatie hierover is te vinden in de Gids Arbeidsvoorwaarden.
15. Verrekening inkomsten uit arbeid en bedrijf (GR 5-18)
Indien de predikant binnen de werktijd voor de gemeente inkomsten uit arbeid en bedrijf verwerft, draagt hij deze af aan de gemeente volgens de daarover met de gemeente gemaakte afspraken. Meer informatie hierover is te vinden in de Gids Arbeidsvoorwaarden.