16. Basistraktement (GR 5-5-1)
De predikant ontvangt een basistraktement.
|
bestanddeel |
tarief |
|
Fulltime basistraktement per maand |
€ 3.929,43 |
17. Periodieke verhogingen (GR-5-5-1)
Bij het volbrengen van elk dienstjaar ontvangt de predikant de volgende periodieke verhoging tot het maximum van 20 is bereikt. De predikant die voor 1 juli van enig jaar de werkzaamheden aanvangt, ontvangt vanaf 1 januari van het daaropvolgende jaar en de volgende 19 jaren telkens één periodieke verhoging. De predikant die op of na 1 juli van enig jaar de werkzaamheden aanvangt, ontvangt vanaf 1 januari van het tweede jaar na de aanvang van de werkzaamheden en de volgende 19 jaren telkens één periodieke verhoging.
Een proponent, een predikant met een bijzondere opdracht, een predikant in algemene dienst en een beroepbaar predikant kunnen bij de bevestiging dan wel verbintenis als predikant voor gewone werkzaamheden extra periodieke verhogingen aanvragen. Het verzoek wordt onder overlegging van een curriculum vitae ingediend bij de Beheercommissie centrale kas predikantstraktementen. Voor de behandeling van en beslissing op verzoeken om toekenning van extra periodieke verhogingen stelt het Georganiseerd overleg predikanten regels vast.
|
aantal periodieke verhogingen |
periodieke verhogingen € per maand |
aantal periodieke verhogingen |
periodieke verhogingen € per maand |
aantal periodieke verhogingen |
periodieke verhogingen € per maand |
|
0 |
0,00 |
7 |
916,93 |
14 |
1.833,86 |
|
1 |
130,99 |
8 |
1.047,92 |
15 |
1.964,85 |
|
2 |
261,98 |
9 |
1.178,91 |
16 |
2.095,84 |
|
3 |
392,97 |
10 |
1.309,90 |
17 |
2.226,83 |
|
4 |
523,96 |
11 |
1.440,89 |
18 |
2.357,82 |
|
5 |
654,95 |
12 |
1.571,88 |
19 |
2.488,81 |
|
6 |
785,94 |
13 |
1.702,87 |
20 |
2.619,80 |
18. Tijdelijke-dienst-toeslag (GR 5-5-2)
Een predikant in tijdelijke dienst als bedoeld in ordinantie 3-18 die aan de gemeente verbonden wordt op of na 1 juli 2021 ontvangt een toeslag op het traktement. Deze toeslag wordt verstrekt, omdat er na afloop van de tijdelijke dienst geen recht is op wachtgeld. Voor predikanten in tijdelijke dienst die met de gemeente overeenkomen om het emeritaat uit te stellen, eindigt het recht op de toeslag op de dag dat de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt. De toeslag bedraagt een percentage van het basistraktement en de periodieke verhogingen.
|
bestanddeel |
tarief |
|
Toeslag tijdelijke dienst |
10 % |
19. Vakantietoeslag (GR 5-5-1)
De vakantietoeslag wordt berekend over het daadwerkelijk genoten traktement in de periode van 1 juni tot en met 31 mei. Onder traktement wordt verstaan de som van het basistraktement, de periodieke verhogingen en de tijdelijke-dienst-toeslag. De vakantietoeslag wordt uitbetaald per 31 mei of na emeritaat, ontheffing uit het ambt of overlijden.
|
bestanddeel |
tarief |
|
Vakantietoeslag |
8,00% |
20. Eindejaarsuitkering (GR 5-5-1)
De eindejaarsuitkering wordt berekend over het daadwerkelijk genoten traktement in het kalenderjaar. Onder traktement wordt verstaan de som van het basistraktement, de periodieke verhogingen en de tijdelijke-dienst-toeslag. De eindejaarsuitkering wordt uitbetaald per 31 december of na emeritaat, ontheffing uit het ambt of overlijden.
|
bestanddeel |
tarief |
|
Eindejaarsuitkering |
8,30% |
21. Eenmalige uitkering
De predikant ontvangt in juli 2025 een eenmalige uitkering van € 350,00 naar rato van de werktijd op 1 juli 2025.
22. Tegemoetkoming premie Zorgverzekeringswet (GR 5-4-4-i)
De predikant ontvangt een tegemoetkoming voor de inkomensafhankelijke premie voor de Zorgverzekeringswet. De tegemoetkoming is inkomensafhankelijk, d.w.z. een percentage van het bruto traktement (= basistraktement + periodieke verhogingen + tijdelijke-dienst-toeslag + vakantietoeslag + eindejaarsuitkering) van de predikant. Indien een predikant aan meer dan één gemeente verbonden is, wordt de tegemoetkoming berekend op basis van de werktijd van de gemeenten gezamenlijk.
|
bestanddeel |
tarief |
|
Tegemoetkoming premie ZVW |
€ 6,51% x (basistraktement + periodieke verhogingen + tijdelijke-dienst-toeslag + vakantietoeslag + eindejaarsuitkering) |
|
Maximum |
€ 411,56 per maand |
23. Vaste vergoeding van kosten voor representatie en kantoor (GR 5-4-4-j)
Voor de kosten voor representatie, bureaukosten, tekstverwerkende apparatuur en communicatie (telefoon, internet) ontvangt de predikant een werktijd afhankelijke vergoeding, ongeacht de hoogte van de daadwerkelijk gemaakte kosten.
|
bestanddeel |
tarief |
|
Werktijd afhankelijke vergoeding voor kosten van representatie en kantoor |
werktijdpercentage x € 106,00 per maand |
Deze vergoeding wordt:
- doorbetaald tijdens vakantie, studieverlof en zwangerschapsverlof;
- bij ziekte, vrijstelling van werkzaamheden (ordinantie 3-19) of opschorting van de ambtsvervulling (ordinantie 10-9-4) stopgezet na één jaar;
- stopgezet per de datum van schorsing in de vervulling van het ambt (ord. 10-9-7).
24. Vaste vergoeding van kosten voor vakliteratuur en permanente educatie (GR 5-4-4-j)
Een vaste vergoeding wordt verstrekt voor de kosten die de predikant maakt voor vakliteratuur en permanente educatie, inclusief de daarvoor te maken cursus-, materiaal-, reis- en verblijfkosten.
De vergoeding is een vast bedrag per maand, ongeacht de werktijd en de daadwerkelijk gemaakte kosten.
|
bestanddeel |
tarief |
|
Werktijd onafhankelijke vergoeding voor vakliteratuur en permanente educatie |
€ 68,50 per predikant per maand |
Indien een predikant aan meer dan één gemeente verbonden is, wordt de vergoeding eenmalig verstrekt.
Deze vergoeding wordt:
- doorbetaald tijdens vakantie, studieverlof, zwangerschapsverlof, ziekte, vrijstelling van werkzaamheden (ordinantie 3-19) of opschorting van de ambtsvervulling (ordinantie 10-9-4);
- stopgezet per de datum van schorsing in de vervulling van het ambt (ord. 10-9-7).
25. Vergoeding verhuis- en inrichtingskosten bij emeritaat en losmaking (GR 5-4-4-j)
Als de predikant de ambtswoning verlaat wegens
- losmaking wegens insolvabiliteit van de gemeente als bedoeld in ordinantie 3-16-7;
- losmaking wegens spanningen als bedoeld in ordinantie 3-20;
- ontheffing van het ambt wegens ongeschiktheid als bedoeld in ordinantie 3-21;
- emeritaat wegens ouderdom of arbeidsongeschiktheid als bedoeld in ordinantie 3-25;
- losmaking van de gemeente na twee jaar ziekte als bedoeld in ordinantie 3-27-1;
- losmaking van de gemeente na een verbintenis van minstens 12 jaren, waarbij de predikant recht heeft op wachtgeld, zoals bedoeld in ordinantie 3-26-3;
- losmaking van een gemeente in opheffing als bedoeld in ordinantie 2-9
worden de verhuiskosten vergoed volgens de regeling vergoeding verhuiskosten, met dien verstande dat in dat geval de predikant overeenstemming over de te maken verhuiskosten bereikt met de Beheercommissie centrale kas predikantstraktementen.
Indien de predikant met instemming van de kerkenraad de ambtswoning verlaat vóór of na de datum van emeritaat als bedoeld ordinantie 3-25, bestaat het recht op de vergoeding vanaf één jaar vóór de datum van emeritaat.
Als de nabestaanden wegens het overlijden van een dienstdoende predikant de ambtswoning verlaten, worden de verhuiskosten vergoed volgens de regeling vergoeding verhuiskosten, met dien verstande dat in dat geval de nabestaanden overeenstemming over de te maken verhuiskosten bereiken met de Beheercommissie centrale kas predikantstraktementen.
26. Gratificatie bij het volbrengen van 25 en 40 jaar diensttijd (GR 5-4-4-l)
De predikant ontvangt een gratificatie bij het volbrengen van een al of niet aaneengesloten diensttijd van 25 en 40 jaar doorgebracht als predikant voor gewone werkzaamheden als bedoeld in ordinantie 3-16 tot en met 18 dan wel als kerkelijk medewerker met een rechtspositie op grond van GR 6.
De gratificatie bedraagt een percentage van de som van de volledige (= fulltime) maandbedragen van basistraktement, periodieke verhogingen en vakantietoeslag op de jubileumdatum:
- bij een jubileum van 25 jaar: 70%
- bij een jubileum van 40 jaar: 100%
Op dit bedrag wordt vervolgens de gemiddelde werktijd in de jubileumperiode toegepast2.
De Beheercommissie centrale kas predikantstraktementen stelt het recht op een gratificatie vast met inachtneming van het volgende bepalingen.
- De diensttijd als predikant voor gewone werkzaamheden als bedoeld in ordinantie 3-16 tot en met 18 wordt vastgesteld op grond van de registratie, die door het synodesecretariaat (Jaarboek) wordt gevoerd.
- Eventuele diensttijd als a) kerkelijke medewerker als bedoeld in ordinantie 3-29 en b) predikant voor structurele hulpdiensten als bedoeld in ordinantie 3-18-3 voor zover die zijn verricht na 1 juli 2021 telt mee bij de berekening van de jubileumperiode en wordt vastgesteld op basis van een gedocumenteerde opgave door de predikant zelf. De Beheercommissie centrale kas predikantstraktementen heeft het recht de opgave te verifiëren bij de toenmalige werkgever.
De Beheercommissie centrale kas predikantstraktementen deelt het recht op de gratificatie schriftelijk mede aan de predikant in afschrift aan de kerkenraad en onder overmaking van het berekende bedrag.
27. Overlijdensuitkering (GR 5-4-4-e)
Bij overlijden van een dienstdoend predikant wordt het traktement doorbetaald tot en met de datum van overlijden. Daarnaast ontvangen de nabestaanden een eenmalige overlijdensuitkering, die gelijk is aan de som van de op het moment van overlijden geldende maandbedragen van het basistraktement, de periodieke verhogingen, de vakantietoeslag en de eindejaarsuitkering vermenigvuldigd met een factor, die gelijk is aan drie maanden + het resterende deel van de maand van overlijden. De betaling geschiedt in eerste instantie aan de partner, in tweede instantie aan de kinderen jonger dan 21 jaar en in derde instantie aan de erfgenamen.
2 Voorbeeld. Een predikant werkte 20 jaar fulltime en de laatste 5 jaar voor 50%. Over 25 jaar is dat een gemiddelde werktijd van ((20 x 1,0) + (5 x 0,5))/25 = 22,5/25 = 90%. De jubileumgratificatie bedraagt 90% x 70% x (de som van de fulltime maandbedragen van basistraktement + periodieke verhogingen + vakantietoeslag).