7. Vergoeding gemis werkruimte (GR 5-4-4-h)
De predikant die met instemming van de (algemene) kerkenraad zelf voorziet in een werkruimte, al dan niet door een deel van de woonruimte daarvoor te bestemmen, heeft recht op de vergoeding gemis werkruimte. Deze vergoeding voorziet in de kosten die de predikant moet maken voor huur of koop van de ruimte.
|
soort vergoeding |
tarief |
|
Vergoeding gemis werkruimte |
€ 58,33 per predikant per maand |
De vergoeding is een vast bedrag per maand, ongeacht de werktijd. Indien een predikant aan meer dan één gemeente verbonden is, keren de gemeenten gezamenlijk de vergoeding gemis werkruimte uit, waarbij iedere gemeente naar rato van de werktijd bijdraagt.
Het recht op de vergoeding bestaat niet als de predikant gebruik heeft gemaakt van het bepaalde in GR 5-14-6.
De vergoeding voor het gemis van de werkruimte wordt:
- doorbetaald tijdens vakantie, studieverlof, zwangerschapsverlof, ziekte, vrijstelling van werkzaamheden (ordinantie 3-19) of opschorting van de ambtsvervulling (ordinantie 10-9-4);
- stopgezet per de datum van schorsing in de vervulling van het ambt (ord. 10-9-7).
8. Vergoeding gebruik werkruimte (GR 5-4-4-j)
De predikant die kosten maakt voor stoffering, meubilering, verwarming, verlichting en schoonmaak van een werkruimte, ontvangt de vergoeding gebruik werkruimte.
|
soort vergoeding |
tarief |
|
Vergoeding gebruik werkruimte |
€ 41,67 per predikant per maand |
De vergoeding is een vast bedrag per maand, ongeacht de werktijd. Indien een predikant aan meer dan één gemeente verbonden is, keren de gemeenten gezamenlijk de werktijd onafhankelijke vergoeding uit, waarbij iedere gemeente naar rato van de werktijd bijdraagt.
De vergoeding voor het gebruik van de werkruimte wordt:
- doorbetaald tijdens vakantie, studieverlof, zwangerschapsverlof, ziekte, vrijstelling van werkzaamheden (ordinantie 3-19) of opschorting van de ambtsvervulling (ordinantie 10-9-4)
- stopgezet per de datum van schorsing in de vervulling van het ambt (ord. 10-9-7)
9. Vergoeding van vervoerskosten (GR 5-4-4-j)
De predikant ontvangt een vergoeding voor de vervoerskosten, die worden gemaakt in uitoefening van het ambt met uitzondering van de vervoerskosten die worden gemaakt ten behoeve van de permanente educatie. De gemeente vergoedt de kosten na ontvangst van de declaratie van de predikant.
De vergoeding is afhankelijk van het gebruikte vervoermiddel.
|
vervoermiddel |
vergoeding |
|
Openbaar vervoer (max. 2e klas) |
volledige vergoeding |
|
Auto en motor |
€ 0,24 per km |
|
Overig gemotoriseerde vervoermiddelen (o.a. bromfiets, scooter, snorfiets en e-bike) |
€ 0,10 per km |
|
Fiets |
€ 0,05 per km |
Als een predikant voor gewone werkzaamheden met instemming van de kerkenraad buiten de grenzen van de gemeente woont, behoren de kosten voor het vervoer tussen het woonhuis en de gemeentegrens tot de kosten die de predikant maakt in de ambtsuitoefening ten behoeve van de gemeente. Een uitzondering geldt voor de predikant die:
- binnen een jaar voor het emeritaat met een beroep op GR 5-14-6 buiten de grenzen van de gemeente gaat wonen, tenzij in overleg met de kerkenraad andere afspraken worden gemaakt;
- op of na 1 januari 2010 en vóór 1 januari 2019 op eigen verzoek buiten de gemeentegrenzen is gaan wonen of blijven wonen. Deze predikant komt niet in aanmerking voor vergoeding van de vervoerskosten tussen de woning en de gemeentegrens, zolang die aan de betreffende gemeente verbonden blijft, tenzij er andere afspraken zijn gemaakt. Deze afspraken vervallen niet.
10. Vergoeding van verhuis- en inrichtingskosten bij aanvaarding van een beroep (GR 5-4-4-j)
De predikant die verhuist als gevolg van het aanvaarden van een beroep, ontvangt een vergoeding voor de kosten van het vervoer van de inboedel door een erkende verhuizer. Voorwaarde voor het recht op vergoeding is dat predikant en het college van kerkrentmeesters overeenstemming bereiken over de te vergoeden redelijke kosten op basis van in beginsel twee overgelegde offertes.
Voor vergoeding komen niet in aanmerking:
a. de vervoerskosten buiten Nederland;
b. de kosten van het (de)monteren van meubilair en apparatuur;
c. de kosten van het in- en uitpakken van de onbreekbare inboedel;
d. de kosten van tussenopslag en van meer dan één etappe, als de verhuizing niet binnen twee werkdagen wordt uitgevoerd.
Daarnaast worden de reiskosten van de predikant en de gezinsleden van de oude naar de nieuwe woonplaats binnen Nederland vergoed op basis één enkele reis.
|
soort kosten |
tarief |
|
Verplaatsing inboedel |
nota verhuizer |
|
Vervoer predikant en gezin |
vervoerskosten volgens regeling |
Daarnaast ontvangt de predikant een vergoeding voor het inrichten van de woning. Deze vergoeding bedraagt 12% van de som van de jaarbedragen van het basistraktement, de periodieke verhogingen, en de vakantietoeslag met een maximum dat door het Georganiseerd overleg predikanten wordt vastgesteld.
|
aantal periodieke verhogingen |
vergoeding kosten herinrichting |
|
0 tot en met 20 |
€ 5.818,46 |
Predikanten in deeltijdfunctie hebben recht op de vergoedingen alsof er sprake is van volledige werktijd.
Als de predikant de gemeente binnen vier jaar anders dan door emeritaat vrijwillig verlaat, moet de vergoeding voor inrichtingskosten gedeeltelijk worden terugbetaald. Bij vertrek in het eerste jaar bedraagt de restitutie 75%, in het tweede en derde jaar 50% en in het vierde jaar 25%.
11. Vergoedingen voor incidentele hulpdiensten (GR 5-4-4-b)
Voor het verrichten van incidentele hulpdiensten1 als bedoeld in ordinantie 3-18 ontvangt de predikant een vergoeding voor de arbeid en gemaakte kosten.
|
soort incidentele hulpdienst |
tarief |
onkosten |
|
Preekbeurt |
€ 162,00 per dienst |
|
|
Rouw- of trouwdienst |
€ 324,00 per dienst |
|
|
Catechese |
€ 60,93 per uur catechese |
|
|
Overige incidentele hulpdiensten |
€ 40,62 per uur |
|
Bij bovenstaande tarieven geldt het volgende.
- Bij de tarieven voor een preekbeurt, een rouw- of trouwdienst of een catechese-uur maakt de voorbereidingstijd onderdeel uit van het tarief. Deze is dus niet apart te declareren.
- De tijd die besteed moet worden aan het reizen van en naar de gemeente is niet declarabel.
- Wanneer de predikant bij een preekbeurt extra uren moet maken voor gesprekken met de bijvoorbeeld de jeugddienstcommissie of de liturgiecommissie, wordt dit tevoren afgesproken en kan de predikant de extra uren declareren tegen het tarief voor ‘overige incidentele hulpdiensten’.
- Wanneer een predikant bij een rouw- of trouwdienst meer dan acht uren moet besteden, wordt dit tevoren afgesproken en kan de predikant de extra uren declareren tegen het tarief voor ‘overige incidentele hulpdiensten’.
12. Vergoeding voor structurele hulpdiensten (overgangsregeling)
Aan predikanten die structurele hulpdiensten verrichten of het dienstwerk waarnemen met een ingangsdatum voor 1 juli 2021 wordt door de gemeente een vergoeding gegeven voor de arbeid en de gemaakte kosten.
|
primaire voorwaarden |
secundaire voorwaarden |
|
|
Bij deze overgangsmaatregel is niet de werking van de centrale kas van toepassing, waardoor:
- alle componenten door de gemeente rechtstreeks aan de predikant worden uitbetaald;
- op de predikant niet de voorzieningen uit de centrale kas van toepassing zijn, waaronder de verzekering voor inkomen bij onvrijwillige werkloosheid en arbeidsongeschiktheid en de opbouw van ouderdoms- en nabestaandenpensioen;
- er van verevening van de eventuele woonbijdrage geen sprake is.
1Hulpdiensten zijn incidenteel als de totale werkopdracht maximaal 40 uren omvat.