De doop is een van de twee sacramenten in de Protestantse Kerk (naast het Heilig Avondmaal). Een sacrament is een handeling die de liefde en trouw van God zichtbaar maakt. De doop is een belangrijk moment in het leven van gelovigen en symboliseert de verbondenheid met God en de opname in de gemeenschap van de kerk.
Op deze pagina informatie over:
- Kinderdoop
- Volwassendoop
- Overdopen
- Doopformulier
- Wie mogen dopen?
- Is dopen verplicht?
- Bezwaar tegen dopen
- Het doopboek
Een kind laten dopen
In de Protestantse Kerk is de kinderdoop een belangrijk gebruik. Ouders kunnen hun kind ten doop houden als teken van Gods liefde die aan het leven van hun kind voorafgaat. Bij de doop beloven de ouders hun kind te onderwijzen in het christelijk geloof en het voor te gaan in een leven met God en de gemeente.
De kinderdoop is gebaseerd op het verbond dat God met mensen sluit. In het Oude Testament lezen we dat God belooft Abrahams God te zijn en Hij legt zichzelf vast op deze belofte. Andersom roept Hij Abraham en zijn nakomelingen op om voor Hem te leven. Als teken voor de opname in het verbond geeft God de opdracht voor de besnijdenis. In het Nieuwe Testament zien we dat het verbond een bredere betekenis krijgt dan alleen voor het volk Israël. Het zichtbare teken dat bij deze uitbreiding van het verbond naar de heidenen hoort, is de doop.
Wil je een kind laten dopen, neem dan contact op met de predikant van een gemeente in de buurt. Meestal volgt dan een doopgesprek waarin de betekenis van de doop wordt besproken en praktische afspraken worden gemaakt over de doopdienst.
Volwassendoop
De Protestantse Kerk kent ook de bediening van de doop aan volwassenen. Niet iedereen is immers als kind gedoopt en niet iedereen is binnen de gemeenschap van de kerk opgevoed. Sommigen komen pas op latere leeftijd in aanraking met het christelijk geloof. En anderen zijn niet als kind gedoopt, omdat hun ouders de keuze aan hen zelf gelaten hebben. De bediening van de doop gebeurt meestal in de gemeente waar diegene bij betrokken is of wil worden. Als een volwassene gedoopt wil worden, hoort daar de geloofsbelijdenis bij. Vragen over de volwassendoop, neem dan contact op met de predikant van een gemeente in de buurt. Meestal volgt dan een periode van voorbereiding (belijdeniscatechese), waarin je meer leert over het christelijk geloof en de betekenis van doop en belijdenis.
De doop vindt plaats in een gewone kerkdienst, in aanwezigheid van de gemeente. Na de geloofsbelijdenis en doopbediening wordt je belijdend lid van de Protestantse Kerk.
Opnieuw laten dopen (overdopen)
De kerkenraad kan komen te staan voor de vraag of iemand die vanuit een andere geloofsgemeenschap wil overkomen naar de gemeente naar het inzicht van de Protestantse Kerk wel of niet gedoopt is. De doop is immers een eenmalige gebeurtenis die niet herhaald wordt. Daarom kent de Protestantse Kerk geen "overdoop" of "herdoop". Vier criteria zijn hier van belang: (1) heeft de doop plaatsgevonden in of vanwege een christelijke kerk of een gemeenschap van christenen, (2) door een aldaar tot de doopbediening bevoegd persoon, (3) met water en (4) in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Als iemand als kind of volwassene gedoopt is in een andere christelijke kerk (bijvoorbeeld Rooms-katholiek, Oosters-orthodox of in een ander protestants kerkgenootschap), dan wordt deze doop erkend. Het is volgens de kerkorde van de Protestantse Kerk niet mogelijk en niet nodig om opnieuw gedoopt te worden.
Voor mensen die worstelen met vragen over hun doop, biedt de kerk mogelijkheden voor doopgedachtenis of doopbevestiging. Dit zijn momenten waarop men de eigen doop kan herinneren en bevestigen, zonder opnieuw gedoopt te worden.
Het doopformulier
Bij de doop in de Protestantse Kerk wordt gebruik gemaakt van een doopformulier. Dit is een liturgische tekst die tijdens de doopdienst wordt gebruikt en waarin de betekenis van de doop wordt uitgelegd. De Protestantse Kerk kent verschillende doopformulieren, waaronder klassieke formulieren uit de traditie en nieuwere versies die in hedendaagse taal zijn geschreven.
Het doopformulier bevat doorgaans:
- Een uitleg over de betekenis van de doop
- Bijbelse verwijzingen naar de doop
- Doopvragen aan de ouders of de volwassen dopeling
- De doopbelofte van de gemeente
- De doophandeling zelf
In overleg met de predikant wordt besproken welk doopformulier bij de doop gebruikt zal worden. Sommige gemeenten bieden ook ruimte voor een persoonlijke invulling van delen van de doopliturgie, passend binnen de traditie van de kerk.
Wie mogen dopen?
In de Protestantse Kerk mag de doop alleen worden bediend door een bevoegd predikant of een kerkelijk werker met sacramentsbevoegheid. Volgens de kerkorde is de doop een ambtelijke handeling die voorbehouden is aan diegenen die daartoe zijn geordineerd. Een predikant moet dus bevestigd zijn in het ambt en bevoegd zijn om in de Protestantse Kerk voor te gaan.
De doop vindt in principe plaats in een openbare kerkdienst, in aanwezigheid van de gemeente. Dit benadrukt dat de dopeling niet alleen verbonden wordt met Christus, maar ook wordt opgenomen in de gemeenschap van de kerk. Soms kunnen bijzondere omstandigheden aanleiding geven om hiervan af te wijken. Te denken valt aan ernstige ziekte van de moeder of van het kind. Maar ook dan moet het een zaak van de kerkenraad en zo veel mogelijk ook van de gemeente blijven. Principieel is de bediening van de doop immers geen familiegebeuren, maar een zaak van de gemeente.
Is dopen verplicht?
De doop is in de Protestantse Kerk niet verplicht, maar wordt wel gezien als een belangrijk sacrament. Het is een zichtbaar teken van Gods genade en van de opname in de gemeenschap van de kerk.
Voor het lidmaatschap van de Protestantse Kerk is de doop wel een voorwaarde. Wie belijdend lid wil worden, moet gedoopt zijn of zich bij de belijdenis laten dopen.
Ouders kunnen er ook voor kiezen hun kind niet te laten dopen, bijvoorbeeld omdat zij vinden dat het kind later zelf moet kunnen beslissen. In sommige gemeenten bestaat de mogelijkheid van kinderzegening, als alternatief voor de kinderdoop.
Bezwaar tegen dopen
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom mensen bezwaar hebben tegen de doop:
- Sommigen geloven dat alleen volwassenen gedoopt zouden moeten worden na een bewuste geloofskeuze (zoals in baptistische kerken gebruikelijk is)
- Anderen hebben twijfels over het geloof of over de kerk
- Weer anderen hebben moeite met bepaalde aspecten van de doopliturgie
Bij bezwaren tegen de doop, is het goed om hierover in gesprek te gaan met een predikant of ouderling om op zoek te gaan naar een passende weg, waarbij de bezwaren serieus worden genomen.
Het doopboek
Het kan nodig zijn dat iemand kan aantonen gedoopt te zijn. Elke gemeente van de Protestantse Kerk houdt daarom een doopboek bij. Hierin worden alle dopen geregistreerd die in de gemeente plaatsvinden. In het doopboek worden de volgende gegevens opgenomen:
- Naam van de dopeling
- Geboortedatum en geboorteplaats
- Datum van de doop
- Namen van de ouders of verzorgers (bij kinderdoop)
- Naam van de predikant die de doop bedient
Het doopboek heeft zowel een praktische als symbolische functie. Het is niet alleen een administratief document, maar ook een tastbaar teken dat iemand opgenomen is in de gemeenschap van de kerk. Doopboeken worden zorgvuldig bewaard en maken deel uit van het kerkelijk archief.
Als u gedoopt bent in de Protestantse Kerk (of een van haar voorgangers zoals de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland of de Evangelisch-Lutherse Kerk), kunt u een doopbewijs aanvragen bij de gemeente waar de doop heeft plaatsgevonden. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn bij het overschrijven naar een andere gemeente of bij het aangaan van een kerkelijk huwelijk.
Tot slot
De doop is een bijzonder moment in het leven van gelovigen en in het leven van de kerkgemeenschap. Of het nu gaat om de doop van een kind of van een volwassene, het is een teken van Gods liefde die aan ons voorafgaat en ons hele leven met ons meegaat.
Hebt u nog vragen over de doop of wilt u een afspraak maken voor een doop? Neem dan contact op met de predikant, scriba of het kerkelijk bureau van een kerk in de buurt. Zij helpen graag verder.