In de ordinanties en generale regelingen wordt een aantal situaties onderscheiden, waarin een predikant werkloos kan worden. Per situatie is geregeld of en hoe door de kerk in het inkomen van de predikant zal worden voorzien. Daarbij is ook geregeld in welke mate de financiële verplichting bij de gemeente ligt, waaraan de predikant verbonden is/was, en in welke mate de gemeenten gezamenlijk de lasten dragen via de centrale kas voor de predikantstraktementen.
Hieronder volgt het complete overzicht van situaties en voorzieningen. Onder de tabel volgt nog enige toelichting.
|
ord./ |
aanduiding situatie |
inkomensvoorziening |
deel gemeente |
deel centrale kas |
|
GR 5-11-1-e |
arbeidsongeschiktheid als predikant met verdiencapaciteit in ander werk |
wachtgelduitkering ter hoogte van de arbeidsongeschiktheids-uitkering, vermeerderd met de pensioenpremie van de predikant |
nihil |
volledig |
|
GR 5-11-1-f |
gehele of gedeeltelijke beëindiging van een arbeidsongeschiktheids-uitkering wegens toename verdiencapaciteit |
wachtgelduitkering ter hoogte van de arbeidsongeschiktheids-uitkering, vermeerderd met de pensioenpremie van de predikant |
nihil |
volledig |
|
ord. 2-9/ |
losmaking wegens opheffing van de gemeente |
wachtgelduitkering volgens uitvoeringsbepalingen |
zoveel mogelijk uit liquidatie-saldo |
de rest |
|
ord. 3-16-7/ |
werktijdvermindering of losmaking i.v.m. insolvabiliteit van de gemeente |
wachtgelduitkering volgens uitvoeringsbepalingen voor het losgemaakte deel |
nihil |
volledig |
|
ord. 3-20/ |
ontheffing van werkzaamheden wegens spanningen tussen predikant en gemeente |
wachtgelduitkering volgens uitvoeringsbepalingen |
nihil, tenzij bijzondere regeling |
de rest |
|
ord. 3-21/ |
ontheffing van het ambt wegens ongeschiktheid |
wachtgelduitkering volgens uitvoeringsbepalingen |
nihil |
volledig |
|
ord. 3-26-3/ |
losmaking met wederzijds goedvinden na verbintenis van minstens 12 jaar |
wachtgelduitkering volgens uitvoeringsbepalingen |
18 maanden bezettings-bijdrage |
de rest |
|
ord. 3-19 |
vrijstelling van werkzaamheden voor een beperkte periode (geen tuchtmaatregel) |
|
gebruikelijk volgens artikel GR 5-7 |
gebruikelijk volgens artikel GR 5-7 |
|
ord. 10-9-4 |
voorlopige opschorting van de ambtsvervulling tijdens een tuchtprocedure (geen tuchtmaatregel) |
|
gebruikelijk volgens artikel GR 5-7 |
gebruikelijk volgens artikel GR 5-7 |
|
ord. 10-9-7 |
schorsing voor bepaalde tijd (tuchtmaatregel) |
doorbetaling traktement conform uitvoeringsbepalingen |
nihil |
volledig |
|
ord. 10-9-7/ |
schorsing voor onbepaalde tijd (tuchtmaatregel) |
het college voor het opzicht kan een wachtgeld toekennen conform uitvoeringsbepalingen |
nihil |
volledig |
|
ord. 10-9-7/ |
ontzetting uit het ambt wegens schromelijke veronachtzaming of misbruik van het ambt (tuchtmaatregel) |
het college voor het opzicht kan een wachtgeld toekennen conform uitvoeringsbepalingen |
nihil |
volledig |
Volgens de uitvoeringsbepalingen duurt een wachtgelduitkering, afhankelijk van de leeftijd en het aantal dienstjaren van de predikant, maximaal zeven jaar. De uitvoeringsbepaling voor duur en hoogte van het wachtgeld is te downloaden op deze pagina.
9.1 Financiering van het wachtgeld
Wachtgelden worden grotendeels via de centrale kas predikantstraktementen gefinancierd. Slechts in 3 situaties betaalt de gemeente, waarvan de predikant werd losgemaakt, direct aan de kosten van het wachtgeld mee. Dat is als:
- de predikant wegens spanningen (ord. 3-20) van de gemeente is losgemaakt en er naar het oordeel van het generaal college voor de ambtsontheffing en de Beheercommissie centrale kas predikantstraktementen zeer bijzondere omstandigheden zijn die een directe bijdrage van de gemeente rechtvaardigen;
- als de predikant na een verbintenis van minstens 12 jaren met wederzijds goedvinden van de gemeente wordt losgemaakt: dan draagt de gemeente nog 18 maanden bezettingsbijdrage bij;
- als de predikant van de gemeente wordt losgemaakt, omdat de gemeente wordt opgeheven, dan worden de kosten van het wachtgeld zoveel mogelijk uit het liquidatiesaldo betaald.
9.2 Algemene bepalingen bij een wachtgeldregeling
Bij alle wachtgeldregelingen gelden algemene bepalingen met betrekking tot onder meer:
- de berekeningsbasis: het aantal periodieke verhogingen bij ingang van het wachtgeld;
- de vrijwillig voortgezette pensioenopbouw: maximaal 3 jaar over maximaal de hoogte van het eerdere traktement;
- het recht om nog tijdelijk de ambtswoning te mogen bewonen: maximaal zes maanden
- het recht op de tegemoetkoming in de premie ziektekostenverzekering: blijft onverminderd van kracht bij wachtgelden die niet met arbeidsongeschiktheid te maken hebben;
- de verrekening van neveninkomsten: de uitvoeringsbepalingen zijn te downloaden op deze pagina;
- de re-integratieverplichtingen van de werkloze predikant: het re-integratieprotocol is hier te downloaden;
- het recht van de Beheercommissie centrale kas predikantstraktementen om het wachtgeld stop te zetten als de predikant met wachtgeld onvoldoende gegevens over neveninkomsten verstrekt of onvoldoende voldoet aan de re-integratieverplichtingen.