Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
infopagina

9. Kerkelijk inkomen bij werkloosheid

In de ordinanties en generale regelingen wordt een aantal situaties onderscheiden, waarin een predikant werkloos kan worden. Per situatie is geregeld of en hoe door de kerk in het inkomen van de predikant zal worden voorzien. Daarbij is ook geregeld in welke mate de financiële verplichting bij de gemeente ligt, waaraan de predikant verbonden is/was, en in welke mate de gemeenten gezamenlijk de lasten dragen via de centrale kas voor de predikantstraktementen.

Hieronder volgt het complete overzicht van situaties en voorzieningen. Onder de tabel volgt nog enige toelichting.

ord./
gen. reg.

aanduiding situatie

inkomensvoorziening

deel gemeente

deel centrale kas

GR 5-11-1-e

arbeidsongeschiktheid als predikant met verdiencapaciteit in ander werk

wachtgelduitkering ter hoogte van de arbeidsongeschiktheids-uitkering, vermeerderd met de pensioenpremie van de predikant

nihil

volledig

GR 5-11-1-f

gehele of gedeeltelijke beëindiging van een arbeidsongeschiktheids-uitkering wegens toename verdiencapaciteit

wachtgelduitkering ter hoogte van de arbeidsongeschiktheids-uitkering, vermeerderd met de pensioenpremie van de predikant

nihil

volledig

ord. 2-9/
GR 5-11-1-g

losmaking wegens opheffing van de gemeente

wachtgelduitkering volgens uitvoeringsbepalingen

zoveel mogelijk uit liquidatie-saldo

de rest

ord. 3-16-7/
GR 5-11-1-c

werktijdvermindering of losmaking i.v.m. insolvabiliteit van de gemeente

wachtgelduitkering volgens uitvoeringsbepalingen voor het losgemaakte deel

nihil

volledig

ord. 3-20/
GR 5-11-1-a

ontheffing van werkzaamheden wegens spanningen tussen predikant en gemeente

wachtgelduitkering volgens uitvoeringsbepalingen

nihil, tenzij bijzondere regeling

de rest

ord. 3-21/
GR 5-11-1-b

ontheffing van het ambt wegens ongeschiktheid

wachtgelduitkering volgens uitvoeringsbepalingen

nihil

volledig

ord. 3-26-3/
GR 5-11-1-d

losmaking met wederzijds goedvinden na verbintenis van minstens 12 jaar

wachtgelduitkering volgens uitvoeringsbepalingen

18 maanden bezettings-bijdrage

de rest

ord. 3-19

vrijstelling van werkzaamheden voor een beperkte periode (geen tuchtmaatregel)

  • volledige doorbetaling traktement
  • doorbetaling vergoedingen conform uitvoeringsbepalingen

gebruikelijk volgens artikel GR 5-7

gebruikelijk volgens artikel GR 5-7

ord. 10-9-4

voorlopige opschorting van de ambtsvervulling tijdens een tuchtprocedure (geen tuchtmaatregel)

  • volledige doorbetaling traktement
  • doorbetaling vergoedingen conform uitvoeringsbepalingen

gebruikelijk volgens artikel GR 5-7

gebruikelijk volgens artikel GR 5-7

ord. 10-9-7

schorsing voor bepaalde tijd (tuchtmaatregel)

doorbetaling traktement conform uitvoeringsbepalingen

nihil

volledig

ord. 10-9-7/
GR 5-31

schorsing voor onbepaalde tijd (tuchtmaatregel)

het college voor het opzicht kan een wachtgeld toekennen conform uitvoeringsbepalingen

nihil

volledig

ord. 10-9-7/
GR 5-31

ontzetting uit het ambt wegens schromelijke veronachtzaming of misbruik van het ambt (tuchtmaatregel)

het college voor het opzicht kan een wachtgeld toekennen conform uitvoeringsbepalingen

nihil

volledig

 

Volgens de uitvoeringsbepalingen duurt een wachtgelduitkering, afhankelijk van de leeftijd en het aantal dienstjaren van de predikant, maximaal zeven jaar. De uitvoeringsbepaling voor duur en hoogte van het wachtgeld is te downloaden op deze pagina.

9.1 Financiering van het wachtgeld

Wachtgelden worden grotendeels via de centrale kas predikantstraktementen gefinancierd. Slechts in 3 situaties betaalt de gemeente, waarvan de predikant werd losgemaakt, direct aan de kosten van het wachtgeld mee. Dat is als:

  • de predikant wegens spanningen (ord. 3-20) van de gemeente is losgemaakt en er naar het oordeel van het generaal college voor de ambtsontheffing en de Beheercommissie centrale kas predikantstraktementen zeer bijzondere omstandigheden zijn die een directe bijdrage van de gemeente rechtvaardigen;
  • als de predikant na een verbintenis van minstens 12 jaren met wederzijds goedvinden van de gemeente wordt losgemaakt: dan draagt de gemeente nog 18 maanden bezettingsbijdrage bij;
  • als de predikant van de gemeente wordt losgemaakt, omdat de gemeente wordt opgeheven, dan worden de kosten van het wachtgeld zoveel mogelijk uit het liquidatiesaldo betaald.

9.2 Algemene bepalingen bij een wachtgeldregeling

Bij alle wachtgeldregelingen gelden algemene bepalingen met betrekking tot onder meer:

  • de berekeningsbasis: het aantal periodieke verhogingen bij ingang van het wachtgeld;
  • de vrijwillig voortgezette pensioenopbouw: maximaal 3 jaar over maximaal de hoogte van het eerdere traktement;
  • het recht om nog tijdelijk de ambtswoning te mogen bewonen: maximaal zes maanden
  • het recht op de tegemoetkoming in de premie ziektekostenverzekering: blijft onverminderd van kracht bij wachtgelden die niet met arbeidsongeschiktheid te maken hebben;
  • de verrekening van neveninkomsten: de uitvoeringsbepalingen zijn te downloaden op deze pagina;
  • de re-integratieverplichtingen van de werkloze predikant: het re-integratieprotocol is hier te downloaden;
  • het recht van de Beheercommissie centrale kas predikantstraktementen om het wachtgeld stop te zetten als de predikant met wachtgeld onvoldoende gegevens over neveninkomsten verstrekt of onvoldoende voldoet aan de re-integratieverplichtingen.