Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud

Gaven en talenten in meervoudige intelligenties

Pijl naar links Ideeën

Doelen 

  • De tieners ontdekken dat mensen en ook zijzelf op verschillende manieren intelligent kunnen zijn
  • De tieners ontdekken dat dat ook geldt voor hoe je gelooft en de bijbel leest 
  • De tieners ontdekken meer over welke talenten en gaven zijzelf hebben 

Voorbereiding

Lees jezelf in over de Meervoudige Intelligentie, bijvoorbeeld aan de hand van deze gespreksplaat van het SLO. 

  • Vraag jezelf daarbij af: welke intelligenties passen het beste bij mijzelf?
  • Welke zet ik in als jeugdleider? 
  • Welke intelligenties zie ik terug bij de tieners in mijn jeugdgroep?
  • Welke zou ik nog meer kunnen inzetten, gelet op de intelligenties in mijn jeugdgroep? 

Lees dan de bijbeltekst die centraal staat voor deze bijeenkomst: 1 Korintiërs 12:4-11. 

Bedenk manieren om per intelligentie met de bijbeltekst aan de slag te gaan. Maak hiervoor opdrachtenkaartjes. Je kunt dit ook aan de tieners zelf overlaten, maar dan moeten zij de meervoudige intelligenties goed begrijpen. 

Hieronder staan ook enkele voorbeelden (je kunt het woord ‘talent’ ook vervangen door ‘slim’, ‘knap’ of een ander woord):

  • Woordtalent (verbaal-linguïstisch): elfje maken, parafraseren of de bijbeltekst in eigen woorden vertellen, een voordracht houden.
  • Rekentalent (logisch-mathematisch): aan de slag met aantallen woorden: welke woorden worden het meest gebruikt? In welke aantallen? Welke verbanden kunnen gevonden worden? Kan je daar conclusies uit trekken?
  • Beeldtalent (visueel-ruimtelijk): Een powerpoint maken die past bij de tekst, een (strip) tekening of schilderijenserie maken.
  • Muziektalent (muzikaal-ritmisch): Sfeer van de bijbeltekst omzetten in muziek, bijvoorbeeld met ritme-instrumenten, een piano of een instrument wat ze zelf bespelen. Ook kun je met een digitaal muziekprogramma iets moois maken.
  • Beweegtalent (lichamelijk-kinetisch): beeld de verschillende gaven uit de tekst uit, bijvoorbeeld in een rollenspel waarbij ieder een expliciete gave heeft, of in levende standbeelden.
  • Natuurtalent (naturalistisch): deze jongeren kunnen naar buiten gaan en registreren (bijvoorbeeld met een camera) hoe zij in de natuur ook verschillende ‘gaven en talenten’ zien. Wat kunnen we hiervan leren? Hoe zou de Heilige Geest hier doorheen werken?
  • Samentalent (interpersoonlijk): deze jongeren mogen door samenwerking laten zien hoe de relatie is tussen God en Heilige Geest en alle verschillende gaven. Zorg voor voldoende materiaal (wc rollen, satéprikkers, papier, touw, plakband etc.) Samenwerking is hier het richtpunt.
  • Zelftalent (intrapersoonlijk): Geef deze jongeren de gelegenheid om in rust (stiltehoek?) te mijmeren over de tekst en vraag dan of ze op hun eigen manier kunnen laten zien wat hen raakt in de tekst. Dat mag ook één ding zijn. 

Verzamel het benodigde materiaal voor de opdrachten, aangevuld met: flipover met stiften, bijbels of geprinte teksten. 

Opzet bijeenkomst

1. Introductie

  • Start met het kennismaken met meervoudige intelligentie. Wat stellen de tieners zich daarbij voor? Neem de gespreksplaat met ze door en bedenk voorbeelden met elkaar.
  • Laat ze in tweetallen of alleen (vraag naar hun eigen voorkeur) bedenken wat de twee intelligenties zijn die het beste bij henzelf passen. Vraag ze ook om voorbeelden te noemen van situaties waarin ze dat merkten.
  • Laat ze die intelligenties per persoon op een flipover schrijven. 

2. Verdieping

  • Lees met elkaar 1 Korintiërs 12:4-11.
  • Vraag de tieners wat hen opvalt aan de tekst. Wat vind je mooi, gek of bijzonder? Waar heb je een vraag over?
  • Maak een koppeling tussen gaven en verschillende intelligenties. Bijvoorbeeld: “De intelligenties die je hebt, heb je niet zomaar. Die heb je van God hebben gekregen. Het zijn ‘gaven'. Cadeaus die je mag gebruiken en verder mag ontwikkelen. In je geloof, in de kerk, voor de mensen om je heen. Als we dat allemaal doen, dan gaan we steeds meer ontdekken van wie God is. Want in ieders intelligentie kunnen we iets van God zien.”
  • Vertel de tieners: We hebben nu deze bijbeltekst gelezen en besproken. Maar als jullie scherp zijn, zul je opmerken dat dat maar aansluit op een paar intelligenties. Sommigen van ons gaan misschien goed op lezen en praten. Maar anderen van ons veel meer op doen en maken. Daarom gaan jullie nu met een intelligentie die bij jullie past aan de slag met deze bijbeltekst. 

3. Verwerking

  • Laat de tieners in groepjes (of alleen, net wat hun voorkeur is) uiteengaan op basis van de intelligenties om aan de slag te gaan met de opdracht. Hier krijgen ze 20 minuten de tijd voor.
  • Laat ze de uitkomsten van de opdrachten presenteren aan elkaar. Iedereen doet dat op zijn of haar eigen manier! 

4. Reflectie en afsluiting

  • Reflecteer: Hoe vonden jullie dit? Wat heb je geleerd? Heb je het gevoel dat je jouw intelligentie(s) kwijt kan en dat deze worden gewaardeerd in deze groep? En hoe zit dat in de kerk? Hoe zou dat evt. beter kunnen? (Let op: dit kan je ook weer op verschillende manieren doen! Gesprek is misschien je eerste neiging, maar het kan ook door in de ruimte een positie in te nemen, of door stickers te plakken bijvoorbeeld.)
  • Sluit af met een gebed. Dank voor elkaar en voor jullie als groep. 

Tip: organiseer een vervolgbijeenkomst met de tieners om te ontdekken op welke manier zij hun intelligenties zouden willen en kunnen inzetten in de kerk. Waar gaan zij “op aan”? Waar zien ze een rol voor zichzelf? Wat hebben ze daarvoor nodig van andere generaties in de kerk? Van wie denken ze zelf dat ze zouden kunnen leren? Geef ook in deze bijeenkomst ruimte aan de verschillende intelligenties (werk bijvoorbeeld met verbeelding, met beweging, met muziek, met samenwerking, enzovoort!). 

Tip: je kunt deze bijeenkomst ook met meerdere generaties samen doen. Ontdek met elkaar waar jullie goed in zijn en hoe jullie dat kunnen inzetten in de kerk.