1. Het startpunt
Tijdens het startpunt maak je contact met elkaar en met het thema. Dit doe je door samen op een tekst te kauwen en daarna verschillende perspectieven te delen.
- Verwelkom de deelnemers en vertel wat het thema is. Geef iedere deelnemer een pen en een werkboek.
- Lees een van de teksten voor en nodig deelnemers uit om er zelf op te kauwen. Wat raakt je? Waar raakt het je? Hoe raakt het je leven?
- Schrijf of teken vervolgens iets over deze tekst. Dit kan een gedichtje, een gedachte of een tekening zijn.
- Deel met elkaar de reacties op de tekst. Dit kan in de grote groep of in tweetallen. Laat de reacties klinken, zonder een uitgebreid gesprek of discussie te starten. Luisteren is genoeg.
Testkeuze A
God is geen bijl
God is geen wet
God is geen standbeeld
God is geen oordeel
God is een vlok
God is een sneeuwvlok
Die op je hand
Die op je hand
Smelt
Bron: God is gratis - Herman van Veen (kunstenaar en zanger)
Tekstkeuze B
Heer, vergeet u mij voor altijd?
Hoe lang nog blijft u zich verbergen?
Hoe lang nog blijft mijn hart vol zorgen?
Hoe lang blijf ik dag en nacht verdrietig?
Hoe lang blijven mijn vijanden sterker dan ik?
Heer, mijn God, zie mij en geef antwoord!
Laat het weer licht worden om mij heen,
laat mij niet sterven in het donker.
Bron: Psalm 13: 2-4 - Bijbel in Gewone Taal
2. Onderweg
De reis is van start, nu ben je onderweg. Dat is soms uitdagend en soms rustgevend. Hier kan je ook wat verdwalen, andere paden verkennen of zelfs van het padje gaan. De oefening of het ritueel helpt je om verdieping te vinden en koers te houden.
Benodigdheden:
Stiften/ pen en werkboek met de geloofsbelijdenis.
Uitleg van de oefening
- Lees de geloofsbelijdenis.
- Streep alle woorden/ zinnen door waar je niet (meer) in gelooft of die geen waarde (meer) voor je hebben. Doe dit zoveel mogelijk in stilte zodat er focus en rust ontstaat. Eventueel met zachte muziek op de achtergrond.
- Lees vervolgens voor wat er is blijven staan.
- Voer een gesprek over onderstaande vragen.
Alternatief is dat je de vragen niet in de groep bespreekt, maar in tweetallen, zodat er meer tijd is voor ieders verhaal.
Een ander alternatief is dat je uitnodigt om op te schrijven waar mensen nu in geloven, een persoonlijke geloofsbelijdenis.
Gespreksvragen
- Wat leer/ ontdek je over verlies tijdens deze oefening?
- Wat ben je kwijtgeraakt, wat eerder vertrouwd voor je was?
- Hoe is dat voor je, om dat onder ogen te komen?
- Wat heeft je geraakt, tijdens deze oefening?
- Waar daagt deze oefening en dit gesprek jou toe uit?
3. Het eindpunt
Het eindpunt is de finish van deze etappe. Het is belangrijk dat jullie goed afronden en afscheid nemen, zodat je het gewone leven weer kunt verwelkomen.
Benodigdheden
Grote kaars, kaarsen/ waxinelichtjes voor alle deelnemers, aansteker, muziek en speaker.
Uitleg van de oefening
- Iedereen heeft een kaars in handen.
- Je steekt de grote kaars aan en zet deze in het midden.
- Iedere deelnemer steekt zijn of haar waxinelichtje of kaars aan bij de grote kaars.
- Waar kan ik een ander blij mee maken?
- Je nodigt uit om om beurten de kaars uit te blazen: als symbool van het verlies, van donker, van niet (meer) weten.
- Luister daarna met elkaar naar Joep Beving - Every ending is a new beginning.
- Na afloop vraag je iedere reiziger de ontdekkingen tijdens deze etappe in één zin samen te vatten.
