Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
infopagina

Visie Protestantse Kerk op Joden en Palestijnse christenen

Wat is de visie van de Protestantse Kerk op haar relatie met Joden en Palestijnse christenen? 

Geconfronteerd met de grote verlegenheid in de kerk rond dit onderwerp en de toenemende verslechterende situatie in de regio, is de Protestantse Kerk in 2022 een visietraject gestart. Dit resulteerde op 7 november 2024 tot de aanname van de synodenotitie ‘Uw Koninkrijk kome. Als pelgrims onderweg met Joden en Palestijnse christenen’ (2024). De vorige Israël-Palestina notitie (IP-nota) dateerde uit 2008.  

De nieuwe notitie geeft antwoord op de vraag wat nu onze roeping en rol als kerk is in deze relaties. Dus niet: wat moeten onze partners doen, wat moet de staat Israël of de Palestijnse Autoriteit doen, wat is de oplossing voor het conflict? Het vertrekpunt van de notitie is het gebed om het koninkrijk van God. Het rijk van vrede en recht dat ons vanuit de toekomst tegemoetkomt, en dat we op bepaalde momenten ook al zien doorbreken in onze werkelijkheid. Naar dat koninkrijk zijn we als pelgrims onderweg. Het is naast ons vertrekpunt ook ons kompas. We kunnen het nog niet volledig vatten, maar we oriënteren ons er wel op. Daarmee beïnvloedt het ons handelen in het hier en nu. 

In de notitie worden drie elementen van deze pelgrimage beschreven.  

1. Samen leven en vieren met verschil  

De notitie erkent de unieke en onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël en de oecumenische relatie met Palestijnse christenen binnen het Lichaam van Christus, en vraagt om uithoudingsvermogen in de spanningen die deze relaties oproepen. 

Met het Joodse volk delen we een deel van de Heilige Schrift, de boeken van de Tenach, die wij als christenen het Oude Testament zijn gaan noemen. Maar ook het Nieuwe Testament kan alleen goed verstaan worden, gelezen tegen zijn joodse achtergrond. Daar liggen onze wortels als kerk. Vandaar ook die onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël. Die onopgeefbare verbondenheid wordt verder uitgewerkt in artikel I,7 van de kerkorde. Daar staat dat ‘de kerk het gesprek zoekt met Israël inzake het verstaan van de Heilige Schrift, in het bijzonder betreffende de komst van het Koninkrijk van God’. 

Hetzelfde gesprek kunnen we ook voeren met onze Palestijnse broers en zussen, met wie we verbonden zijn binnen het Lichaam van Christus. Wat leren we over het koninkrijk uit de evangeliën? Uit ons geleefde geloof? In het onderwijs van Jezus ging het immers volop over dat koninkrijk. 

Dat gesprek over het koninkrijk van God is geen gemakkelijk gesprek. Dat gaat botsen. Tussen jodendom en christendom, maar ook tussen christenen onderling. Welke rol speelt Jezus in dat koninkrijk? Wie hebben er toegang tot dat koninkrijk? Het gaat ook botsen met de context. Want dat koninkrijk van God lijkt verder weg dan ooit tevoren. Dit doet wat met onze theologie. De teksten van de Bijbel vragen er steeds weer om vlees en bloed te krijgen in de huidige tijd. Theologie is dus steeds in beweging. 

2. Leven met wonden  

Zowel aan Joodse als Palestijnse zijde wordt er geleefd met diepe wonden en trauma’s. Welke wonden en trauma’s zijn dit? 

Van Joodse zijde horen we over de trauma’s en wonden van de Holocaust, het antisemitisme dat ze op zo veel plekken in de wereld tegenkomen (waaronder Nederland), het grote gevoel van onveiligheid in Israël door aanvallen van buurlanden, de schok van 7 oktober 2023, de angst voor terreur.  

Van Palestijnse zijde horen we over de trauma’s en wonden van de Nakba, de bezetting, de totale vernietiging van Gaza, de tienduizenden dodelijke slachtoffers (waaronder vele kinderen), de uithongering, het verlies van land, het (dodelijke) geweld van kolonisten op de Westbank, het gevoel door kerken in het Westen vergeten te zijn. 

Als kerk staan we naast onze Joodse en Palestijnse partners en luisteren we allereerst. Het is niet aan ons te bepalen wat de wonden zijn. Bovendien komen er steeds weer nieuwe wonden bij. 

Tegelijkertijd raken de wonden ons ook direct. We staan er niet als neutrale omstanders bij. Steeds meer wordt de kerk in het westen een spiegel voorgehouden. Wat is onze eigen rol geweest in deze wonden? Dan kan het gaan om het antisemitisme in de kerk of het decennialang wegkijken van het lijden van Palestijnen. De rol van westerse mogendheden in de koloniale geschiedenis van het Midden-Oosten speelt een rol. Dit kan heftige emoties bij onszelf oproepen. 

3. Samenwerken om het leven te helen 

Wat staat ons te doen? Hoe kan het visioen van het koninkrijk van God, waar de Bijbel zo van doordrenkt is, ons handelen bepalen? Als het noorden van een kompas. Niet volledig te vatten, maar wel richting wijzend.  

Allereerst is dat bidden. Dat is ook steeds waar onze partners in Israël en Palestina om vragen. Een biddende houding waarin we ontvankelijk zijn voor Gods Geest. Of zoals een Palestijnse partner het verwoordde: ‘Jullie moeten in Nederland meer verwachten van de Geest, juist ook als het gaat om zijn verzoenende kracht.’ Vanuit die open en ontvangende houding kunnen we krachtig aanwezig zijn. Actie en contemplatie dus. Marta en Maria. We worden meegenomen in de helende en verbindende beweging van Gods Geest, waarin onrecht omgebogen wordt naar hoop en toekomst, waarin we blijven zoeken naar wat helend en verbindend is. 

Dit kan heel concreet door projecten te steunen die tekenen van het koninkrijk laten oplichten, of dat nu gaat om noodhulp in Gaza of dialoogwerk in Israël. Maar ook door trauma’s onder ogen te komen en daarmee aan de slag te gaan. Welke vragen komen op ons af als we als kerk in de spiegel kijken? We zullen die vragen op tafel moeten leggen om heling te vinden, voor de ander en onszelf.  

We staan hier niet alleen voor. We mogen dit doen in navolging van Christus die voor ons de belichaming is van het leven met wonden. We mogen steeds weer naar Hem toegaan, naar die onuitputtelijke bron van liefde en genade, die ons de verzoenende kracht van Gods Geest heeft gegeven. 

Ten slotte 

De synodenotitie is het begin van het proces en biedt dus geen in beton gegoten antwoorden. Dit alles vraagt om een kerk die in beweging is. Die zich niet vastzet in een kamp, of bij voorbaat denkt alle antwoorden in pacht te hebben. Die zich juist laat raken door verschillende stemmen en perspectieven. Om samen te zoeken naar het goede, het ware en het schone. We hebben elkaar immers nodig om de volle reikwijdte van Gods verzoenende en helende liefde te doorgronden. (Efeziërs 3:18-19)