Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
infopagina

Een besluit nemen: uitgangspunten en werkwijze

Het nemen van een goed besluit als kerkenraad vereist onder andere zorgvuldige afweging, openheid en geestelijke leiding. Door het proces gestructureerd aan te pakken, met respect voor elkaar en voor de bredere gemeenschap, kan een kerkenraad besluiten nemen die zowel geestelijk als praktisch verantwoord zijn. Besluiten die goed worden genomen zorgen voor duidelijke richting en dragen bij aan een gezonde ontwikkeling van de kerk.  

De belangrijkste uitgangspunten zijn: 

  1. Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid 
    Besluitvorming in de kerkenraad is gebaseerd op het principe van gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. De leden van de kerkenraad (predikanten, ouderlingen, en diakenen) overleggen en besluiten gezamenlijk, met het oog op het welzijn van de gemeente en in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift. 
  2. Openheid en gebed 
    Besluitvorming wordt gedragen door openheid, wederzijds respect, en gebed, in het vertrouwen dat de Heilige Geest leidinggeeft. Er wordt ruimte geboden voor bezinning en het delen van verschillende standpunten. 
  3. Consensus en stemming 
    Bij voorkeur wordt gestreefd naar gezamenlijke besluitvorming. Als consensus niet haalbaar is, kan er gestemd worden. Bij een stemming geldt vaak een eenvoudige meerderheid, tenzij de kerkorde of een plaatselijke regeling een specifieke meerderheid voorschrijft (zoals twee derde). 
  4. Quorum 
    Voor rechtsgeldige besluitvorming moet een vergadering van de kerkenraad een quorum hebben, wat betekent dat ten minste de helft van de leden aanwezig moet zijn, met een minimum van drie leden. Wordt het quorum niet gehaald, dan kan de kerkenraad op dat moment niet besluiten. De kerkenraad kan het besluit later alsnog nemen in een vergadering die minstens twee weken later plaatsvindt, waarbij ten minste het minimum van drie leden aanwezig is. 
  5. Toetsing aan de kerkorde 
    Besluiten van de kerkenraad moeten in overeenstemming zijn met de kerkorde en de bijbehorende generale regelingen. Indien nodig kunnen gemeenteleden bezwaar aantekenen tegen een besluit, dat dan kan worden voorgelegd aan een meerdere vergadering (bijvoorbeeld de classis). 
  6. Plaatselijke regeling 
    In aanvulling op de regels uit de kerkorde zijn veel details van de besluitvorming vastgelegd in de plaatselijke regeling van een gemeente. Deze regeling bevat specifieke afspraken over zaken als stemprocedures, de samenstelling van commissies, en de rol van de voorzitter. 

De volgende stappen zijn belangrijk bij een gestructureerd besluitproces: 

  1. Verduidelijken van doel en vraag
    Het is belangrijk dat het doel en de reden van het besluit helder zijn. Wat is het probleem dat opgelost moet worden, of de vraag die beantwoord moet worden? Is het besluit in lijn met de missie en visie van de kerk? Een goed besluit is consistent met de bredere doelen en het beleid van de kerkelijke gemeenschap.
  2. Verzamelen van informatie
    Zorg voor voldoende feiten, gegevens en advies van betrokkenen en deskundigen om weloverwogen keuzes te maken. Dit kunnen bijvoorbeeld financiële overzichten zijn, kerkelijke statistieken, input van gemeenteleden of de mening van deskundigen. 
  3. Geestelijke leiding zoeken
    Vraag om wijsheid en leiding van de Heilige Geest, en reflecteer op Bijbelse principes die relevant zijn voor het besluit. De rol van de kerkenraad heeft ook een geestelijk verantwoordelijkheidsaspect. 
  4. Opties afwegen
    Bespreek verschillende oplossingen, bedenk wat de consequenties zijn van een bepaalde route en overweeg alternatieven. Zorg voor een open, eerlijke discussie binnen de kerkenraad, waarbij verschillende perspectieven aan bod kunnen komen. 
  5. Toetsen aan beleid en regels
    Zorg ervoor dat het besluit in overeenstemming is met de kerkorde, plaatselijke regeling en eventueel juridische vereisten.
  6. Zoeken naar consensus
    Streef naar eenheid, maar een besluit doorvoeren via stemmen of via een compromis kan wanneer er geen volledige consensus is.
  7. Besluit formuleren en vastleggen
    |Leg het besluit schriftelijk vast, helder en concreet geformuleerd. Het besluit moet ook actiepunten bevatten. Bepaal wie verantwoordelijk is voor de uitvoering en de termijn.
  8. Communiceren van het besluit
    Informeer de gemeente duidelijk over het besluit. Leg uit waarom het is genomen en hoe het in de bredere visie van de kerk past. Dit helpt de gemeente begrijpen waarom een besluit is genomen.
  9. Evaluatie en follow-up
    Evalueer het resultaat na uitvoering: wat heeft het besluit opgeleverd en is het beoogde resultaat bereikt? Soms is het nuttig de gemeente om feedback te vragen, zodat waar nodig aanpassingen kunnen worden gemaakt.