Elk jaar wordt het lastiger om via Actie Kerkbalans voldoende geld binnen te halen. Om gemeenten van dienst te zijn, experimenteren een aantal gemeenten met behulp van team fondsenwerving van de dienstenorganisatie met nieuwe vormen van fondsenwerving. Maar passen deze - misschien wat commerciële - methoden wel bij de kerk? Vier betrokkenen reageren.
‘Mensen op hartniveau raken’
- Jakob Sijbersma, teamleider fondsenwerving dienstenorganisatie
‘De nieuwe aanpak is niet gericht op commercieel denken, maar op communiceren op hartniveau. Als je nu een gift aan de Actie Kerkbalans doet, is dat een soort contributie. Je krijgt een best ingewikkeld toezeggingsformulier dat ver afstaat van waarom je enthousiast bent over een gemeente. Met een prachtige brief, waarin je de ‘parels’ van je gemeente noemt, kun je de giftenbereidheid aanwakkeren. Ik kreeg van mijn eigen gemeente een brief dat de wijkkas een tekort van vierduizend euro had. Of ik wilde bijdragen. Een duidelijke boodschap, maar hij raakte me niet erg. In dezelfde periode kreeg mijn vader een hartinfarct. Toen ik met hem belde, was hij geëmotioneerd. Hij had naar de kerktelefoon geluisterd en vond het heel bijzonder dat hij was genoemd bij de zieken. En een half uur later stond er iemand met een bloemetje op de stoep. Zo’n verhaal kun je voor het voetlicht brengen om meer inkomsten te genereren. Daarnaast doen wij nu een pilot waarbij we mensen telefonisch benaderen. We vermijden de term telemarketing, want die doet denken aan cowboyverhalen. Eens in de vijf jaar willen we gemeenteleden via de telefoon vragen of ze structureel willen bijdragen. In plaats van 25 euro per jaar vijf euro per maand. Het gaat ons erom dat we deze techniek voorzichtig invoeren, op een persoonlijke manier en passend bij onze kerk.’
‘Wat is er mis met commercieel?’
- Yvonne Teitsma, communicatieadviseur Protestantse Gemeente Amstelveen-Buitenveldert
‘Mijn eerste reactie is dat ik een beetje boos word van de stelling. Dat is de kerk weer die zich altijd maar afvraagt of we iets dan wel willen. Het gaat mij erom dat ik de kerk wil behouden. Natuurlijk is er een grote groep ouderen die gewend is keurig het toezeggingsformulier in te vullen en een tiende van het salaris te geven. Maar het grootste deel van de mensen ziet de kerk niet meer als iets waaraan je meebetaalt. Ze zien het als een goed doel waar je aan geeft. Ze beseffen niet dat het om een vrijwillige bijdrage gaat, dat niet wordt gezegd hoeveel je moet geven en dat het is om het salaris van de predikant te betalen en het gebouw te onderhouden.
Wij doen mee aan een pilot waarbij we de fondsenwervingsaanpak gebruiken. We stellen onze brieven op zoals goede doelen dat doen. Niet zeggen dat de kerk een tekort heeft van een ton, maar uitleggen wat de kerk allemaal doet. De ‘parels’ laten zien waar mensen warm voor lopen: studiekringen, concerten, maar ook ontmoetingsbijeenkomsten voor ouderen of projecten tussen school en kerk. Het klinkt alsof commercieel een vies woord is, maar deze methode is door goededoelenorganisaties getest. Wat is daar mis mee?’
‘Met een brief red je het niet meer’
- Kleis Oenema, kerkrentmeester in de Protestantse Gemeente Deventer
‘Ik ben van beroep voorlichtingskundige, dus ik heb veel nagedacht over communicatie. Je moet je aanpassen aan de gemeenschap waarin je leeft. Wij zijn een stadskerk, met een wisselende samenstelling. Veel alleenstaanden, veel ouderen, maar ook een club jongere mensen. Die moet je op verschillende manieren benaderen. Je kunt niet meer volstaan met een brief waarmee je langs de deuren gaat. Daar vinden wij ook geen vrijwilligers voor want mensen werden aan de deur weleens onheus bejegend.
We doen het al jaren via de post en de mail, en dat werkt goed. We segmenteren in vier groepen, waaronder de ‘veelgevers’. Die proberen we binnen te halen via de belastingvrije gift; zij laten zich contractueel vastleggen. Daarnaast kijken we naar leeftijden. De groep boven de 65 is best groot en krijgt een traditionele brief. De categorie van 45 tot 65 krijgt een brief of mail die moderner is van toon. De brief aan mensen tot 25 jaar begint met: “Hallo, jij bent ook lid van onze gemeente.”
Een marketeer in onze groep wil nog verder differentiëren, maar dat is met onze ledenadministratie niet mogelijk. Dan moet je meer weten over de sociaal-economische achtergrond van mensen, en wij weten niet of iemand bankwerker is of hoogleraar. Misschien moeten we dat ook niet willen weten.’
‘Maak geven gemakkelijker’
- Marti Pluygers, kerkrentmeester van de Protestantse Gemeente Markelo
‘Ik denk dat de reguliere manier van geld ophalen niet meer werkt. Ik denk ook dat we nog veel verder moeten vernieuwen dan de pilot die wij een paar jaar geleden hebben gedaan. We hebben toen een viertal brieven geschreven, gesegmenteerd naar de hoogte van de giften. Mensen die niks geven maar wel lid zijn, mensen die tot vijftig euro geven, mensen die tot honderd euro geven, en de gulle gevers daarboven. De mensen die niks geven hebben we duidelijk maar heel beleefd aangesproken: “Wees u ervan bewust dat er kosten aan de kerk zijn verbonden. Als de kerk wil blijven bestaan, moeten we daar iets mee.” De afgelopen twee jaar hebben we bovendien alle noabers in het dorp benaderd; de mensen die geen lid zijn maar de kerk wel willen behouden. Dat leverde vorig jaar ruim vijfduizend euro op en het jaar erna vijfentwintighonderd euro. Mensen willen best geven, maar ze vergeten het gewoon. Wat ik zie, is dat je echt zelf aan de deur moet komen. Maar we moeten nog meer slagen maken. Door bijvoorbeeld de ‘tikkie-app’ te gebruiken of te zorgen dat mensen met hun pasje aan de deur direct twintig euro kunnen storten. Ik ben oprecht van mening dat heel veel mensen veel geld willen geven, maar dat de kerk vergemakkelijkende stappen moet organiseren.’