Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
infopagina

Wie doet wat in het pastoraat?

Omzien naar mensen, naar elkaar, daar begint het mee en draait het om in het pastoraat. Omzien wil zeggen: ‘je voor de ander en zijn/haar welzijn verantwoordelijk weten’. Maar wie is verantwoordelijk voor wie, wanneer en hoelang? Hoe verdeel je pastorale zorgvragen en hoe geef je die zorg concreet vorm? Om op deze vragen antwoord te kunnen geven, is het van belang dat de kerkenraad een heldere visie op pastoraat heeft geformuleerd inclusief een structuur en werkvormen om dit te organiseren in de praktijk. Zo is voor iedereen duidelijk waar verantwoordelijkheden beginnen en eindigen. 

Doordacht pastoraal beleid 

De kerkenraad is verantwoordelijk voor het zorg dragen voor goed pastoraat en heeft dus de taak om de algemene ‘pastorale opdracht’ te vertalen naar de eigen context. Om visie te ontwikkelen op pastoraat in de gemeente is het goed om een analyse te maken van de huidige situatie. Naast het formuleren van een visie op pastoraat, dienen ook concrete structuren, verantwoordelijkheden en werkvormen te worden beschreven. Doordacht pastoraal beleid zorgt ervoor dat pastorale zorg en aandacht voor gemeenteleden niet vrijblijvend of versnipperd is, maar gedragen wordt door de hele gemeenschap. Het beleidsplan betreft in ieder geval de volgende onderdelen: 

Visie en uitgangspunten 

Door een heldere visie te formuleren, ontstaat een gedeeld begrip van wat pastoraat betekent en hoe het ingebed moet worden in het kerkelijk leven. Enkele kernvragen die helpend zijn om een theologische en missionaire visie te formuleren zijn: 

  • Wat betekent pastoraat in onze gemeente? 
  • Welke Bijbelse principes en theologische inzichten vormen de basis? 
  • Hoe verhouden pastoraat, diaconaat en missionair werk zich tot elkaar? 
  • Op welke manier willen we pastoraat verbinden met onze bredere roeping als kerk? 

Structuur en organisatie  

Na de visie is het belangrijk om vast te leggen hoe pastoraat georganiseerd wordt. Belangrijke aspecten zijn: 

  • Pastorale teams en verantwoordelijken: Welke taken hebben de predikant, kerkelijk werker, ouderlingen, pastoraal werkers en andere taakdragers en gemeenteleden? 
  • Pastorale gebieden of doelgroepen: Wordt pastoraat georganiseerd per wijk, doelgroep (zoals ouderen, jongeren, gezinnen) of thematisch (zoals rouwverwerking, huwelijksbegeleiding, geloofsverdieping)? 
  • Samenwerking met diaconaat en missionair werk: Hoe wordt afstemming gezocht met andere kerkelijke taken, zoals diaconale hulpverlening of evangelisatie? 
  • Toegankelijkheid en vertrouwelijkheid: Hoe zorgen we ervoor dat iedereen pastorale zorg kan ontvangen, en hoe wordt vertrouwelijkheid gewaarborgd? 

Daarnaast kan er in het beleidsplan aandacht worden geschonken aan de verschillende vormen van pastoraat. Een helder organisatiemodel voorkomt dat pastorale zorg ad hoc wordt opgepakt en helpt om de draaglast evenwichtig te verdelen: 

  • Ambtelijk Pastoraat: Predikanten en ouderlingen hebben vanuit hun ambt een speciale verantwoordelijkheid voor de pastorale zorg in de gemeente. Dit kan betekenen dat zij regelmatig bezoeken afleggen bij gemeenteleden, gesprekken voeren over geloofsvragen of geestelijke begeleiding bieden in moeilijke situaties. Ook de kerkelijk werker kan door toestemming van de classis of kerkenraad een ambtelijke status hebben ten aanzien van het pastoraat. 
  • Taakgroepen Pastoraat: Sommige gemeenten kiezen ervoor om taakgroepen in te richten die zich specifiek richten op bepaalde pastorale taken, zoals bezoekwerk, crisispastoraat of pastorale zorg voor specifieke groepen binnen de kerk (bijv. ouderen of zieken). 
  • Onderling Pastoraat: Dit is de zorg die gemeenteleden voor elkaar dragen. Het kan informeel plaatsvinden, bijvoorbeeld tijdens koffiemomenten na de kerkdienst, of meer gestructureerd in de vorm van gespreksgroepen of kringen. 
  • Diaconaal Pastoraat: Het diaconaat richt zich traditioneel op de praktische hulp aan mensen in nood, maar heeft vaak ook een pastorale dimensie. Diakenen kunnen naast praktische steun ook geestelijke en emotionele begeleiding bieden aan hen die het moeilijk hebben. 

Werkvormen en middelen 

Het beleidsplan kan ook concreet aangeven hoe pastoraat wordt uitgevoerd. Mogelijke werkvormen zijn: 

  • Huisbezoeken en persoonlijke gesprekken 
  • Gespreksgroepen en pastorale kringen 
  • Telefonische of digitale pastorale zorg 
  • Thema-avonden over geloofs- en levensvragen 
  • Rituelen en vieringen met een pastorale dimensie