Quotum
Samen betalen aan kerk-zijn
Plaatselijke gemeenten van de Protestantse Kerk betalen jaarlijks een verplichte financiële bijdrage aan het bovenplaatselijke (ambtelijke en dienstverlenende) werk.
Plaatselijke gemeenten van de Protestantse Kerk betalen jaarlijks een verplichte financiële bijdrage aan het bovenplaatselijke (ambtelijke en dienstverlenende) werk.
Deze verplichting wordt omschreven in Kerkorde en ordinanties. In ordinantie 11 staat onder hoofdstuk IV ‘De Generale Financiën van de Kerk’ bij artikel 19 lid 3, dat de kleine synode een quotum - een evenredig aandeel in een op te brengen belasting - mag heffen van de gemeenten en van de diaconieën om de arbeid van de kerk te financieren.
In de Uitvoeringsregeling behorend bij de Uniforme quotisatieregelingen en de Solidariteitskas wordt uitgewerkt hoe deze quota worden geheven. Volgens deze regeling worden aan plaatselijke gemeenten verplichte aanslagen opgelegd, namelijk:
-
aan de gemeenten een kerkrentmeesterlijk quotum en een heffing voor de solidariteitskas;
-
aan de diaconieën een diaconaal quotum.
Deze quota zijn gebaseerd op een percentage van (een deel van) de inkomsten van een gemeente of diaconie, waarbij in het diaconaal quotum ook nog rekening gehouden wordt met een bedrag per belijdend lid. Voor de solidariteitskas dient door de plaatselijke gemeenten een verplichte bijdrage te worden betaald op basis van het aantal belijdende leden van een gemeente.
Kerkrentmeesterlijk quotum
De inkomsten uit het kerkrentmeesterlijk quotum zijn bestemd voor onder meer gemeenteopbouw, begeleiding van predikanten, scholing en nascholing van predikanten en kerkelijk werkers, jeugdwerk, oecumene (het niet-diaconale deel) en provinciaal kerkenwerk, en bovendien voor ondersteunende activiteiten die het kerkenwerk mogelijk maken, zoals communicatie en fondsenwerving, synodewerk, juridische zaken, financiën en personeelswerk.
Het kerkrentmeesterlijk quotum is een percentage van de inkomsten van een plaatselijke gemeente, voortkomend uit levend geld, uit onroerend goed en uit overig bezit, met enkele uitzonderingen.
Tot en met de quotumopgave 2020 ontvingen de 'kerkrentmeesters' jaarlijks in mei een formulier K waarop zij de gegevens konden invullen. Nu de 'kerkrentmeesters' verplicht zijn de jaarrekening in te dienen via FRIS is dit niet meer noodzakelijk. Binnen FRIS wordt automatisch met de relevante gegevens een quotumopgave gegenereerd. Zodra de jaarrekening ingediend is in FRIS worden deze gegevens doorgesluisd naar de quotumadministratie; in december krijgen zij te horen welk quotumbedrag daaruit voortvloeit.
Vervolgens ontvangen zij voor de betaling, in het jaar waarop het quotum cq. de Solidariteitskas betrekking heeft, een tweetal termijnnota's hiervoor.
Diaconaal quotum
De inkomsten uit het diaconaal quotum zijn bestemd voor diaconaal kerkenwerk, zoals diaconaal werk op provinciaal niveau, dienst in de samenleving en oecumene (het diaconale deel) en bovendien voor ondersteunende activiteiten die het diaconaal werk mogelijk maken, zoals communicatie en fondsenwerving, synodewerk en juridische zaken.
Tot en met de quotumopgave 2020 ontvingen de 'diakenen' jaarlijks in mei een formulier D waarop zij de gegevens konden invullen. Nu de 'diakenen' verplicht zijn de jaarrekening in te dienen via FRIS is dit niet meer noodzakelijk. Binnen FRIS wordt automatisch met de relevante gegevens een quotumopgave gegenereerd. Zodra de jaarrekening ingediend is in FRIS worden deze gegevens doorgesluisd naar de quotumadministratie; in december krijgen zij te horen welk quotumbedrag daaruit voortvloeit.
Het diaconaal quotum is enerzijds gebaseerd op aantallen belijdende leden, anderzijds op een percentage van de inkomsten uit levend geld, uit onroerend goed en uit overig bezit van diaconieën, met enkele uitzonderingen.
Vervolgens ontvangen zij voor de betaling, in het jaar waarop het quotum betrekking heeft, een tweetal termijnnota's hiervoor.
>Contact: quotumbeheer@protestantsekerk.nl; (030) 880 1880; Postbus 8504,3503 RM Utrecht