Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud

Vlootpredikant Johan Trouwborst: 'Ik ging van missie naar presentie: ik ben tochtgenoot'

Bij de marine moest hij zichzelf opnieuw uitvinden. Johan Trouwborst (1970) ontdekte daar dat hij als geestelijk verzorger vooral zichzelf moet zijn. “De weg naar de ander begint bij mij, ik moet zélf tevoorschijn komen.”  

  • sinds anderhalf jaar hoofd geestelijke verzorging bij de Koninklijke Marine; sinds 2004 vlootpredikant, daarvoor zes jaar gemeentepredikant in Goudriaan en Ottoland 
  • studeerde theologie in Utrecht en volgde de opleiding tot Gestalttherapeut bij de Nederlandse Stichting Gestalt 

Hoe ervaar je je roeping? 

“Ik ben in de wieg gelegd voor het werk dat ik doe. Dat heeft te maken met mijn ontwikkeling. Het was een grote stap van het werken in twee kleine gemeenten naar de wereld van de Marine. Ik vroeg me af: wie ben ik hier als dominee? Mijn eerste preek aan boord ging volledig over de hoofden heen. Ik moest mezelf opnieuw uitvinden. Niet zenden, maar boodschap hebben aan mensen. De weg naar de ander begint bij mij, ik moet zélf tevoorschijn komen. Ik ben gegaan van missie naar presentie: ik ben mijn eigen instrument, ik ben tochtgenoot. De Marine was mijn reality-check.” 

Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken? 

“Dat ik mezelf mag zijn en dat ik me vrij kan voelen. Als je met elkaar lang van huis bent, schept dat een band. De aanwezigheid van een dominee blijkt dan in een behoefte te voorzien, mensen willen hun verhaal kwijt. Als dominee heb ik een vrije rol. Die mag ik zelf invullen. Ik voel mij in mijn eigenheid gekend. Ik ben dol op de kerk en tegelijk blij dat ik in de buitendienst zit.” 

Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt? 

“Door goed voor mijn eigen vuur te zorgen, alert op wat ik zelf nodig heb. Vroeger was ik te bescheiden, ik durfde nauwelijks ruimte in te nemen. In de Gestaltopleiding heb ik geleerd dat dat om een tegenpool vraagt: ik moet ook opkomen voor wat ik zelf nodig heb. Anders raakt een mens uit het lood. Dus niet te veel willen voldoen aan verwachtingen, vrij op de grens van het contact.” 

Welk onderdeel van je werk doe je het liefst? 

“Varen, samen in hetzelfde schuitje zitten. Je deelt veel met elkaar. Afscheid nemen van thuis blijft lastig, maar eenmaal aan boord vind ik snel mijn draai. De laatste jaren ben ik meer bezig met de aansturing van het operationele bedrijf. Eigenlijk ben ik uitgevaren, ik mis het wel.” 

Welke scholing heb je voor het laatst gevolgd? 

“De opleiding tot Gestalttherapeut. Ik schreef mijn scriptie over de rol van lichamelijke gewaarwording in geestelijke presentie. Als geestelijk verzorger bij de Marine werd ik op mezelf teruggeworpen. Door in de Gestalt te duiken ben ik in mijn lichaam geland. Mijn lichaam blijkt niet alleen een bron van informatie, mijn lijf betekent mijn situatie. Mijn eindscriptie theologie ging over de menswording van God, nu ging het over die van mij.” 

Zie je in je werk Gods Geest aan het werk? 

“Volop, Gods Geest zweeft boven de wateren. In mensen die ergens mee worstelen en toch de moed hebben om daarmee voor de dag te komen, in alle kwetsbaarheid soms. De zee kan flink tekeergaan, ook in ons eigen leven. Als die dan tot bedaren komt door een of meer gesprekken, ervaar ik dat als werk van de Geest. En als het contact echt was, weten mensen me jaren later nog te vinden. Laatst belde iemand me op met de vraag om gedoopt te worden. Sinds 2017 hadden we geen contact meer gehad.”  

Welk boek, welke film of podcast raad je collega’s aan? 

“De film Het zoutpad, gebaseerd op het gelijknamige boek. Het speelt op de grens van land en water. Twee mensen die alles kwijt zijn geraakt ontdekken noodgedwongen de helende kracht van wandelen. Juist in het verlies zit de heling.” 

Heb je een bijbeltekst die met je meegaat? 

“Nee, maar wel mensen die met me meereizen. De franciscaan Theo Zweerman van wie ik les kreeg tijdens mijn hoofdvak aan de Katholieke Universiteit in Utrecht. Hij schreef een prachtige bundel: Om de eer van de mens. Ook Jean-Jacques Suurmond, noem ik, om zijn speelsheid en creativiteit. Heel origineel. En Henk Vreekamp. Hij beschrijft zo mooi dat de heiden vlak onder onze huid zit. Het water van de doop is maar een flinterdun vliesje.” 

Wat hoop je voor de toekomst van de kerk? 

“Ik heb het gevoel dat die toekomst begonnen is, dat het dieptepunt geweest is, dat er weer beweging gaande is. Ik hoop dat we met elkaar op post blijven staan, de schoonheid van de liturgie beleven en omzien naar elkaar. Zelf ervaar ik mijn thuisgemeente in Sneek als een fijne plek, ik ben er graag stamgast.” 

Was deze informatie zinvol?
We hebben uw feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)