Ik merk bij mezelf dat ik het woord wachten lastig vind. Wachten associeer je al snel met het lange en irritante wachten op een helpdesk. Maar er is ook een ander wachten, en over dat wachten schrijft de Amerikaanse theoloog Andrew Root.
Voor hem betekent dat reikhalzend uitzien ‘of ergens al de wereld daagt waar mensen waardig leven mogen’ (lied 601). Wachten in de zin van een aandachtige manier van kijken buiten onszelf (en in het bijzonder buiten de kerk) waar God actief aan het werk is. (zie pag. 143 in zijn boek Churches and the crisis of decline)
Wachten is niet passief
In de kerkdienst komen we samen voor de omgang met God. Root vraagt ons om ons na de zegen om te draaien en Jezus te zien die wenkt om Hem te volgen in de wereld. Want daar is de plaats waar God werkzaam en te vinden is. ‘Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie Hem zien, zoals Hij jullie heeft gezegd.’ (Marcus 16,7)
Wachten is spannend omdat je uitkijkt naar iets wat de werkelijkheid doorbreekt. Wachten is dus niet passief, maar aandachtig anticiperen en jezelf voorbereiden op de gebeurtenis dat God niet een idee is maar een levende God die daadwerkelijk op deze aarde werkzaam is. Een mooie gedachte in de aanloop naar het verhaal van de geboorte met het kerstfeest.
Bidden is wachten
De term wachten gebruikt Root om gelovigen te remmen om te snel in de modus van doen te schieten. Sta eerst eens stil en houd er rekening mee dat er een stem klinkt van de andere kant. Wees stil en bid. Bidden op zichzelf is wachten. En wanneer we bidden, laten we dan niet bidden voor het overleven van de kerk – zo schrijft hij – maar voor de vrijheid, de heelheid en het leven van de wereld. De kerk vindt God wanneer zij aandachtig wacht met en voor de wereld. Want is God niet God in het liefhebben van de wereld en het bidden voor de wereld?
‘Hoe zal ik u ontvangen, hoe wilt Gij zijn ontmoet?’ (lied 441)
Niet hebben maar zijn
Bij Root draait veel om het woord wachten. Wachten is de bril opzetten waardoor we zien dat de drang om alles te willen bezitten misleiding is. Wachten helpt ons om te beseffen dat het in het leven niet gaat om ‘hebben’ maar om ‘zijn’. De kerk kan in de wereld ‘zijn’ door in die wereld te wachten, door werkelijk met de wereld te zijn, en met de wereld uit te zien naar het handelen van God. Wachten is het tegenovergestelde van apathisch zijn. Wanneer we wachten, beseffen we dat het heil en de hoop niet uit onszelf maar van buiten ons komt.
Uiteindelijk houdt wachten verwachten in, en daarmee weiger je je neer te leggen bij een verloren wereld. Ook alweer zo’n profetische gedachte van Root. De kerk is er om te delen in de verlangens en de noden van de wereld, en reikhalzend uit te zien. ‘Gaat stillen in den lande, uw koning tegemoet.’ (lied 440) En ook al lijkt niets in deze wereld te wijzen op vrede, vat moed bedroefde harten, want de nacht is haast ten einde. Zie uit naar de tekenen die er nu al zijn. Dat is vreugdevol.
Advent
Toen aan de Amerikaanse theoloog John Caputo eens gevraagd werd wat het belangrijkste woord in het christelijk geloof is, zei hij: ‘coming’. Christenen zijn geen mensen die willen vasthouden aan wat er al is, maar mensen die toeleven naar het toekomstige. Daarom, zo zei Caputo, is het voor christenen het hele jaar Advent, ja, het hele leven.
‘Zie, Ik ga iets nieuws verrichten, nu ontkiemt het – heb je het nog niet gemerkt?’ (Jesaja 43,19) Laten we met deze waakzaamheid de Advent beleven.