Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Ds. René de Reuver: 'Makkelijke woorden doen geen recht’ 

Deze week neemt ds. René de Reuver afscheid als scriba van de Protestantse Kerk in Nederland. Een gesprek over indrukwekkende ontmoetingen, het belang van oecumene en kerk-zijn in een tijd van krimp.  

Na negen jaar als scriba van de Protestantse Kerk draag je het stokje over. Hoe heb je de rol van scriba al die jaren ervaren? 

“De eerste woorden die bij me opkomen, zijn de woorden ‘voorrecht’ en ‘dankbaarheid’. Het is een voorrecht dat het je wordt toevertrouwd om stem te geven aan het kerk-zijn. Dat heb ik ervaren als iets bijzonders. Scriba zijn is ook een voorrecht omdat je op plekken komt waar je anders niet zo snel komt: bij andere kerkgenootschappen, bij bijzondere initiatieven in het land, aan tafel bij de overheid, bij partners van Kerk in Actie. Door die ontmoetingen worden je geloof en je visie verrijkt. Ik ben dankbaar dat ik dat heb mogen ervaren. 

Tegelijkertijd is deze rol ook een last. Het is een grote verantwoordelijkheid en je bent nooit klaar. Bovendien wordt er ook wel eens op de man gespeeld. Deze dingen gelden in zekere zin natuurlijk voor álle predikanten, maar ik heb die last in deze rol wel extra ervaren. Daarom is het ook goed om nu het stokje door te geven.” 

Zijn er momenten die je in het bijzonder bij zijn gebleven? 

“Ik was nog maar net scriba toen we 500 jaar Reformatie vierden, in de Domkerk. Dat was een bijzondere gebeurtenis, met de koning, mensen uit het kabinet en geestelijk leiders van allerlei geloofsgemeenschappen. Het was met name bijzonder om – juist op dit historische moment - samen met de rooms-katholieke bisschop Hans van den Hende het verlangen naar eenheid uit te spreken. Die viering legde de basis voor allerlei lijntjes die ik in de loop van de jaren daarna heb mogen onderhouden. 

Iets anders dat grote indruk heeft gemaakt was een bezoek met Kerk in Actie aan het vluchtelingenkamp Moria, op Lesbos. Ik zag daar met eigen ogen de dikke rijen prikkeldraad en de hekken die de vluchtelingen binnen dat kamp moesten houden. Verschrikkelijk. Later was ik er getuige van hoe een vluchtelingenboot aankwam. Ik sprak een man van een jaar of 25, die vertelde dat hij twee keuzes had: óf vechten in het leger van Assad, óf vluchten. Ik zag zijn ogen glinsteren omdat hij dacht: ik heb het gehaald! Maar wij kwamen net uit dat kamp met die rijen prikkeldraad en wisten: over een paar uur zit jij dáár. En het zal nog een hele lange weg voor je worden.” 

Wat riep die ontmoeting bij je op? 

“Ik ervaarde heel sterk wat voor diepe dilemma's deze situatie opleverde. Aan de ene kant voelde ik een diepe betrokkenheid bij deze mensen, en een soort boosheid ten opzichte van makkelijke woorden over gelukszoekers. Die woorden doen echt geen recht aan de verhalen van de vluchtelingen die ik sprak. Maar ik hoorde óók de verhalen van mensen op het eiland, die vertelden hoe ze eerst op een vredige plek woonden en nu werden overspoeld door vluchtelingen. Die kant begrijp je dan ook. In dit soort complexe situaties zijn er geen eenvoudige oplossingen. Dat heb ik in mijn periode als scriba steeds opnieuw ervaren.” 

In de afgelopen negen jaar is de Protestantse Kerk kleiner geworden. Sommige gemeenten hebben hun deuren moeten sluiten. Hoe heb je dat beleefd? 

“Ik herken de rouw die veel mensen ervaren. Zeker als het gaat om al die mensen die hun beste krachten gegeven hebben, en dan toch hun gemeente onder hun handen hebben zien afbrokkelen. Dat doet pijn.  

Toch ben ik ervan overtuigd dat de beweging van God in onze samenleving door zal gaan. We komen uit een soort systeem van kerkelijke verkaveling: overal in Nederland moest een protestantse gemeente zijn. Dat systeem is in de huidige tijd praktisch niet meer houdbaar, en je kunt er bovendien ook theologische vraagtekens bij zetten. Waarom zou juist ónze kerk overal present moeten zijn? Als een andere kerk ergens present is, is dat óók het Lichaam van Christus. Daarom ben ik blij met de beweging naar een ‘mozaïek van kerkplekken’, dat ervan uitgaat dat de kerk in meerdere gestalten aanwezig kan zijn.  

De contacten met andere kerkgenootschappen - migrantenkerken, evangelische kerken, de Syrisch-Orthodoxe Kerk, de Rooms-Katholieke Kerk - hebben dat besef versterkt. Ik realiseerde me in de loop van de tijd steeds sterker dat je elkaar nodig hebt om het geheimenis van de liefde van God in Christus te kennen.” 

Die overtuiging komt ook terug in je boek dat deze week verschijnt, een essay over hoopvol kerk-zijn. Wat heb je daarin willen uitdrukken? 

“In het boek reflecteer ik op het feit dat de eerste christenen ‘mensen van de Weg’ werden genoemd. Als je vervolgens ziet hoe de Weg van de Heer verloopt, is dat anders dan ze vooraf bedacht en gepland hadden. Ze zijn volgers op de weg die de Geest wijst - tot hun eigen verrassing en verwondering. Dat vind ik een hoopvol beeld voor de kerk in onze tijd. Hoe de kerk er morgen uit zal zien weet niemand. Maar we mogen onze weg gaan in het vertrouwen dat Hij nieuwe wegen zal vinden. Meestal maken wij zelf onze plannen en bidden we daarna of God die plannen wil zegenen. Maar we mogen ontdekken dat Christus vooropgaat, dat zijn Geest de Weg baant. De indringende vraag aan ons is: zijn wij waar Hij is? Meer dan ooit komt het aan op een spiritualiteit van ontvankelijkheid en alertheid.” 

Wat vraagt dat volgens jou van protestanten in deze tijd? 

“Volgens mij gaat het om drie dingen. Ten eerste: zorg voor je ziel – ga naar vieringen, doe aan meditatie. De huidige atmosfeer is zo kil, dat we de woorden van God heel hard nodig hebben. Ten tweede: zoek een gemeenschap. Protestanten kunnen heel individualistisch zijn, maar je hebt elkaar echt nodig om je leven met elkaar te delen en elkaars geloof te verrijken. En ten derde: wees bewogen in deze samenleving. Wees bewogen met mensen in de knel, zoals God dat Zelf ook is. 

Deze dingen vragen wel iets van je, geloof komt je niet aanwaaien. Juist omdat het geloof in de huidige cultuur veel minder ingebed is dan vroeger, moet je er actief ruimte voor maken.” 

Je hebt volop nagedacht over de toekomst van de kerk, maar ongetwijfeld ook over je eigen toekomst. Hoe gaat de komende tijd er voor je uitzien? 

"Allereerst is het goed dat er na deze intensieve tijd iets meer ruimte komt voor ‘thuis’. Maar ik ga vanaf september ook drie dagen in de week aan de slag bij de PThU, waar ik een bijdrage zal leveren aan de Permanente Educatie voor predikanten en kerkelijk werkers. Ik ga met hen nadenken over kerk-zijn in deze tijd, om zo de visie uit mijn essay te kunnen vertalen naar de praktijk. Ook ga ik onderzoek doen naar de theologische actualiteit van het werk van Gerrit de Kruijf, die mij persoonlijk heeft geïnspireerd met zijn ideeën over de verkondiging in de huidige tijd en kerk zijn in een democratische samenleving. Ik vind het mooi als een nieuwe generatie kennis kan maken met zijn theologische erfenis. Op deze manieren kan ik indirect iets delen van wat ik zelf ontvangen heb.” 

Het boek ‘Toekom(s)t. Hoopvol kerk-zijn' is te bestellen via kokboekencentrum.nl. 

Foto: Eljee Bergwerff

Was deze informatie zinvol?
We hebben uw feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)