De diaconie van Hervormd Kesteren zag veel ‘blinde vlekken’ in haar werk. Ze schakelde de mobiliteitspool van de Protestantse Kerk in om ondersteuning te zoeken. Nu Marije Stegerman als diaconaal dorpsondersteuner aan de slag is, kan de gemeente een kerk zijn voor alle dorpsgenoten.
Het komt in veel gemeenten voor: diakenen willen hun ogen en oren open hebben voor de hele omgeving, maar er zijn zoveel taken. Dit was ook het geval bij de diaconie van de hervormde gemeente in Kesteren. “Ik zie het als een van onze belangrijkste taken om de mensen om ons heen te dienen”, zegt diaconievoorzitter Gert Zaaijer. “Daarom willen we graag kerk zijn voor alle dorpsgenoten in Kesteren en Opheusden.”
Eenzaamheid en armoede
Een paar jaar geleden zette de diaconie de lijnen uit voor het beleid in de komende jaren. “We wilden ons graag meer naar buiten richten”, vervolgt Zaaijer. “Onze God is zorgzaam en genadig. Daar wilden we iets van doorgeven in onze eigen omgeving.” Het beleidsplan vormde het begin van het vormgeven van het diaconaat in en voor het dorp. Zaaijer: “Na eigen onderzoek naar waar de behoeften lagen, kozen we ervoor om met armoede en eenzaamheid aan de slag te gaan.”
Dorpsondersteuner gevraagd
Omdat de diaconie dit werk niet zelf erbij kon doen, ging ze op zoek naar een diaconaal werker. “We hoorden over de mogelijkheden die de mobiliteitspool biedt”, zegt Zaaijer. “Na een paar fijne gesprekken kregen we een goed advies over welk type werker bij onze gemeente past.” Met hulp van de mobiliteitspool werd een vacaturetekst opgesteld voor een diaconaal dorpsondersteuner. Gemeentelid Marije Stegerman was direct enthousiast. “Ik vond het een heel leuk concept, maar bedacht niet gelijk dat dit iets voor mij zou zijn. Toen in de week voor de sluitingsdatum van de vacature wel vijf verschillende mensen tegen haar zeiden dat dit werk ‘echt iets voor haar zou zijn’, besloot Stegerman toch te solliciteren. “Ik heb het in gebed bij God neergelegd en gevraagd of Hij het proces verder wilde leiden.”
Handen aan het bed
Naast Marije Stegerman waren er nog een paar sollicitanten. In de tweede ronde moest een plan van aanpak worden geschreven voor het eerste jaar, met een doorkijkje naar het tweede jaar. “Een A4'tje, dat was de opdracht”, vertelt Gert Zaaijer. “We wilden geen dorpsondersteuner die vooral bezig is met administratie, maar ‘handen aan het bed’, zoals we het diaconale werk ook wel noemen.” Het plan van Stegerman kwam als beste uit de bus. “We zagen het als bijkomend voordeel dat Marije al gemeentelid was”, zegt Gert Zaaijer. “Ze kent onze gemeente en de dorpen Kesteren en Opheusden.”
Brede opdracht
Stegerman is nu 12 uur per week aan de slag als diaconaal dorpsondersteuner en gaat actief op zoek naar armoede en eenzaamheid in Kesteren. “Ik neem koffie en thee mee en nodig mezelf uit bij mensen. Soms kom ik wel achter de voordeur, soms niet”, vertelt ze. “Als ik wel binnenkom, verbaas ik me erover hoe open mensen zijn.”
Soms komt er een vervolggesprek. “Dan kijken we samen hoe het verder moet. Ik vraag mensen of ze hun zorgen met iemand anders kunnen delen, of dat het helpt als ik een keer per kwartaal langskom, of een bezoekvrijwilliger voor hen zoek.”
Levensverhaal op tafel
Dat ze een dorpsgenoot is, hindert haar niet. “Kerk en omgeving zijn vaak nog gescheiden werelden. Veel mensen van buiten de kerk kennen mij niet.” Soms voelt het als een drempel om bij ‘vreemden’ aan te bellen, maar volgens Stegerman hoort dat ongemak erbij. “We willen kerk zijn voor het hele dorp, maar vertrouwen moet altijd groeien”, zegt Stegerman. “Het gebeurt ook dat ik bij iemand aanbel en er binnen een uur een levensverhaal op tafel ligt. ‘Je weet nu meer over mij dan mijn eigen familie’, hoor ik dan.”
Gods liefde laten zien
Als er sprake is van verborgen armoede in een gezin, verwijst Stegerman door naar de officiële instanties. “Ik geef vooral praktische tips. We kijken samen of er nog subsidies of toeslagen kunnen worden aangevraagd, of dat kinderen bijvoorbeeld kunnen sporten via het sportfonds.”
Mensen vragen wel eens naar haar beweegredenen om dit werk te doen. “Iemand constateerde eens: ‘Wij zijn eigenlijk anti-kerk, en toch blijf je komen.’ Het was een moment waarop ik kon vertellen waarom we dit als kerk doen. Dat we hiermee iets willen laten zien van Gods grote liefde voor mensen.”
Mobiliteitspool ontzorgt
Gemeenten binnen de Protestantse Kerk hebben de mogelijkheid om een aanstelling van een kerkelijk of – in het geval van Kesteren – diaconaal werker te regelen via de mobiliteitspool. De werker komt (in eerste instantie tijdelijk) in dienst van dienstenorganisatie en wordt gedetacheerd naar de gemeente. De mobiliteitspool zorgt voor de werving en selectie, en biedt personele begeleiding tijdens de aanstelling. Gert Zaaijer is blij met de hulp van de mobiliteitspool: “We zijn dankbaar dat Marije een goede werkgever heeft en dat wij als diaconie ontzorgd zijn. Ik kan dit gemeenten die diaconaal aanwezig willen zijn in hun omgeving van harte aanbevelen.”
Marije Stegerman geniet enorm van haar werk als dorpsondersteuner. “Het is mooi om iets te kunnen betekenen voor de naasten om de hoek”, zegt ze. “Ik vind het elke keer weer bijzonder als mensen zich openstellen voor een vreemde aan de deur.”
>> Vaak zien gemeenten op tegen de formele rol als werkgever, terwijl er wel wensen en mogelijkheden zijn om met hun diaconaal geld (diaconaal) werkers te financieren. De mobiliteitspool helpt.
Lees ook het verhaal van Tonn den Otter, diaconaal werker in de Protestantse Gemeente Brielle:
Op de foto: Gert Zaaijer en Marije Stegerman