Op 21 juni bespreekt de generale synode het rapport ‘Ruimte voor Woord en Geest’, waarin nieuwe beroepsprofielen zijn uitgewerkt die aansluiten bij het mozaïek van kerkplekken. Scriba René de Reuver is blij met de voorstellen: “Ze geven ruimte voor iedereen die zich geroepen weet om de kerk te dienen.”
Het mozaïek van kerkplekken is steeds veelkleuriger, diverser en meer fluïde. Voor werkers in de kerk betekent dat ook een veranderende rol. Daarom voerde de synode in de afgelopen jaren een diepgaand gesprek over het ambt. Kernvraag daarbij is: hoe zorgen we dat mensen die zich geroepen weten, hun talent ook echt kunnen inzetten voor de kerk van morgen? Het rapport ‘Ruimte voor Woord en Geest’ is de afsluiting van het traject dat de synode aflegde.
Diversiteit van werkers en kerkplekken
Met de groeiende variatie in kerkplekken ontstaat er ook een groeiende diversiteit van voorgangers. Nieuwe kerkplekken vragen om een ander type voorganger. Vaak nemen kerkelijk werkers – met een grote variëteit aan achtergronden – deze plek in. Ook in bestaande gemeenten zien we hen vaker terug. Alleen al omdat kleine gemeenten zich soms geen ‘traditionele’ voorganger meer kunnen veroorloven.
De afgelopen maanden werkten twee leden uit iedere werkgroep (Samenwerking, Opleidingen, Beroepbaarheid en Rechtspositie) intensief samen aan het rapport. De coördinatiegroep leverde uiteindelijk de eindversie van ‘Ruimte voor Woord en Geest’ op waarin de profielen van predikant, pastor en kerkelijk werker worden beschreven en waarin voorstellen worden gedaan voor de praktijk van samenwerking, beroepbaarheid en rechtspositie. Het rapport legt uit hoe die vertaling naar de praktijk eruitziet. Pastores en predikanten zijn actief in en voor het geheel van de gemeente, de kerkelijk werkers op een deelterrein van de gemeente. De drie beroepsprofielen laten ruimte voor een grote variatie aan werkers. Naast een diverse groep van kerkelijk werkers, pastores en predikanten is er een belangrijke en blijvende taak voor werkers in het categoriaal pastoraat en voor pioniers.
Helder onderscheid
Het rapport pleit voor een helder onderscheid tussen pastor en predikant wat betreft context en functie. Pastores werken in minder complexe contexten, predikanten in meer complexe. “Dit onderscheid is belangrijk om recht te doen aan de diversiteit van werkers in de kerk, omdat het zonder helder onderscheid onmogelijk is een verschil in profiel en in salariëring aan te brengen”, zegt De Reuver. Er komt een hulpmiddel om te bepalen welk profiel het beste past.
Opleidingen
Kerkelijk werkers, pastores en predikanten zijn actief in verschillende contexten. Die contexten vragen om een verschillend werk- en denkniveau met een bijpassende graad. De tabel geeft de relatie weer tussen het (opleidings)niveau en de aard van het werk.
Met het vaststellen van deze profielen kunnen kerkelijk werkers die in de huidige praktijk al als ‘pastor’ werken, de stap zetten naar ordinatie tot pastor of predikant. Ze kunnen hun competenties laten toetsen en - al dan niet na aanvullende opleiding - geordineerd worden.
Zij-instromers vormen inmiddels de meerderheid van de theologiestudenten. Het is essentieel dat zij goed worden ondersteund bij hun stap naar het werk in de kerk. Het rapport stelt dat dat bijvoorbeeld kan door vrijstellingen voor elders verworven competenties en door maatgerichte opleiding.
Rechtspositie
Momenteel geldt voor predikanten voor gewone werkzaamheden een rechtspositie op grond van het kerkelijk recht. Voor predikanten in algemene dienst (werkzaam voor de dienstenorganisatie) en voor kerkelijk werkers geldt een rechtspositie op grond van het civiele arbeids- en sociale verzekeringsrecht. De werkgroep Rechtspositie adviseert in het rapport de kerkelijke rechtspositie voor alle drie beroepsprofielen. Deze keuze zorgt voor eenvoud, eenduidigheid en gelijke rechten voor iedereen.
Samenwerking
In de kerk van de toekomst is goede samenwerking meer dan ooit belangrijk. Bij voorkeur maken alle werkers in de kerk in de toekomst daarom deel uit van een team, stelt het rapport. Door samenwerking kunnen de verschillende werkers elkaar ondersteunen en aanvullen. Daarmee wordt ieders talent zo goed mogelijk ingezet. “Het biedt kansen om van elkaar te leren, elkaar aan te vullen en te steunen”, legt De Reuver uit. “In een krimpende en steeds diversere kerk is het belangrijk om solidair te zijn. Bij een groeiend tekort aan werkers leidt samenwerking tot een flexibele inzet van mensen en middelen.”
Permanente educatie
De doorontwikkeling van kerkelijk werker, pastor en predikant vereist goede, permanente educatie. Een leven lang leren is vanzelfsprekend en nodig. Het rapport stelt dat het goed is dat er een vorm van registratie komt voor pastores en predikanten om te waarborgen dat hun kennis en kunde in een snel veranderende samenleving en kerk op peil blijft. Dit veronderstelt dat het aanbod van de permanente educatie helder bijdraagt aan de doorontwikkeling van professionals in de kerk.
Besluitvorming
Op vrijdag 21 juni spreekt de generale synode over de uitkomsten en voorstellen in het rapport. Na een besluit van de synode zal aan het Generaal College voor de Kerkorde gevraagd worden om de besluiten te vertalen naar kerkordevoorstellen. Deze komen naar verwachting in november 2024 voor een eerste lezing in de synode aan de orde.
Lees de synodeagenda en het rapport 'Ruimte voor Woord en Geest'
Lees ook: