Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
infopagina

Doorstroom in de Protestantse Kerk

Doorstroom in de Protestantse Kerk (o.a. vanuit een pioniersplek/proefplek)

In verbinding met de Protestantse Kerk zien we nieuwe vormen van kerk-zijn ontstaan. Soms komen deze voort vanuit een pioniersplek, maar je kunt ook denken aan interculturele gemeenschappen of bijvoorbeeld meer evangelische vieringen of leefgemeenschappen die zich doorontwikkelen. Op de weg naar volwassenheid is het verstandig om na te denken over in welke vorm je verder wilt gaan, nauw verbonden met de bestaande Protestantse Gemeente(n), of meer zelfstandig. Je gaat nadenken over bestuurlijke, ambtelijke en financiële verantwoordelijkheden.

Deze pagina is bedoeld voor initiatieven die nadenken over een passende organisatievorm voor de toekomst. Samen met de betrokken lokale gemeente onderzoeken jullie welke organisatievorm het beste bij jullie past.   

Hieronder vind je de diverse doorstroomrichtingen: 

  • samen kerk-zijn 
  • zelfstandig kerk-zijn 
    • Reguliere (wijk)gemeente 
    • Kerngemeente 
    • Missionaire (wijk)gemeente 
  • Alternatieve uitstroommogelijkheden 
    • Uitstromen buiten de Protestantse Kerk 
    • Stoppen 

Oriënteer je goed

Voordat je een keuze maakt is het verstandig om je goed te oriënteren welke route het beste bij jullie past. Het is van belang om deze keuze in goed overleg met de betrokken kerken te nemen. Hieronder vind je een stappenplan dat je kunt doorlopen om tot een juiste keuze te komen. Bekijk welke stappen voor jullie relevant zijn. Per fase vind je informatie en werkvormen die je verder kunnen helpen.

Stappenplan doorstroomroute

Stap

Materialen en tips

Stap 1: Oriënteren en opties verkennen

 

  • Het team en de leden van de kerkenraad doen onderzoek naar de verschillende doorstroomopties, inclusief de onderscheidende kenmerken, met het oog op het in de toekomst bestendigen van de proefplek.
    • Bekijk de informatie op deze website en in de bijlage over de doorstroomopties
    • Volg het webinar over de doorstroomopties
    • Maak gebruik van de informatie en online leermodule Doorgaan & Delen
    • Volg de workshop over de doorstroomopties naar zelfstandig kerk-zijn (a) missionaire wijkgemeente, b) kerngemeente of c) reguliere gemeente). 
  • Tip: neem de pioniersbegeleider/mentor mee in dit proces.
  • Handig: in de workshop over zelfstandig kerk-zijn worden de verantwoordelijkheden, taken en rollen besproken en de procedure van de doorstroomopties toegelicht.

Stap 2: Situatie in kaart brengen

 

  • Het team en de leden van de kerkenraad vullen de vragenlijsten in. De uitslag van de vragenlijsten wordt eerst in eigen kring besproken, onder begeleiding van de pioniersbegeleider/mentor.
  • Vervolgens gaan het team en de leden van de kerkenraad samen in gesprek over de uitslag van de vragenlijsten. 
  • De pioniersbegeleider/mentor zorgt ervoor dat het team en de kerkenraad redelijk snel overgaan van stap 2 naar stap 3.
  • Materiaal: vragenlijst voor het team van de proefplek
  • Materiaal: vragenlijst voor de leden van de kerkenraad
  • Tip: wanneer het team, de kerkenraad of de pioniersbegeleider/mentor vragen heeft, kan er een consult (online of op locatie) met de doorstroombegeleider van het Landelijk Team Pionieren aangevraagd worden.
  • Tip: maak afspraken en een tijdspad wanneer de proefplek zich op punten nog moet ontwikkelen voor een bepaalde doorstroomoptie.

Stap 3: Kiezen

 

  • Aan de hand van de gestelde criteria toetst het team welke doorstroomoptie het beste is voor het bestendigen van hun proefplek.
  • Het team en de kerkenraad nemen gezamenlijk het besluit over de gewenste doorstroomoptie voor het bestendigen van de proefplek.
  • Het team stelt (in overleg met de kerkenraad en de pioniersbegeleider/mentor) het Landelijk Team Pionieren op de hoogte van de beoogde keuze.

Stap 4: Uitvoeren en borgen

 
  • Het team en de kerkenraad starten met het stappenplan voor de gekozen doorstroomoptie. 
  • Het team, de kerkenraad, het Landelijk Team Pionieren en eventueel andere kerkelijke organen ronden de procedure af. De voortrekker en de vertegenwoordigers van de kerkenraad dragen hiervoor zorg.
  • De doorstroombegeleider van het Landelijk Team Pionieren organiseert een eenmalig uitcheckconsult bij een doorstroomkeuze naar missionaire (wijk)gemeente, kerngemeente of reguliere gemeente.

Zelfstandig kerk-zijn  

Proefplekken kunnen zich ontwikkelen tot een nieuwe vorm van kerk-zijn. Zelfstandig of in samenwerking met een bestaande vorm van kerk-zijn. Hieronder staan de drie varianten van zelfstandig kerk-zijn:  

1. Reguliere (wijk)gemeente 

Een reguliere (wijk)gemeente is een zelfstandige vorm van kerk-zijn. In een reguliere (wijk)gemeente vormt de kerkenraad met minimaal zeven ambtsdragers het bestuur.  Binnen de kerkenraad zijn er twee colleges: het college van kerkrentmeesters en het college van diakenen. Een reguliere gemeente heeft rechtspersoonlijkheid. Een reguliere wijkgemeente heeft echter geen rechtspersoonlijkheid, maar valt onder de algemene kerkenraad. Samenwerking met de omliggende vormen van kerk-zijn is gebruikelijk. 

2. Kerngemeente 

Een kerngemeente is een zelfstandige vorm van kerk-zijn. In de kerngemeente vormt de kernraad met minimaal drie ambtsdragers het bestuur. Een kerngemeente heeft rechtspersoonlijkheid. Er hoeven geen colleges van kerkrentmeesters en van diakenen te zijn. Bij de kernraad ligt de verantwoordelijkheid voor de financiën en de overige taken van kerkzijn. Samenwerking met de omliggende vormen van kerk-zijn is gebruikelijk. 

3. Missionaire wijkgemeente

Een missionaire (wijk)gemeente is niet zelfstandig, maar valt in de regel onder een algemene kerkenraad. Een commissie met minimaal drie leden stuurt de missionaire (wijk)gemeente aan. In de commissie zit minimaal één ambtsdrager, die verbonden is aan de algemene kerkenraad. De commissie staat onder verantwoordelijkheid van de algemene kerkenraad. Een missionaire (wijk)gemeente heeft geen rechtspersoonlijkheid. Er zijn geen colleges van kerkrentmeesters of diakenen. Samenwerking met de omliggende vormen van kerkzijn is gebruikelijk. 

Samen Kerk-Zijn

Sommige proefplekken zijn een waardevolle plek geworden, maar na jaren van pionieren zijn ze nog niet toe aan de stap om zelfstandig door te gaan. Ze hebben als proefplek de steun van anderen en in het bijzonder de samenwerking met de lokale kerk nog steeds nodig. Het is goed om dit na verloop van tijd dit met elkaar te constateren en hierover goede onderlinge afspraken te maken die vervolgens in een kort document worden vastgelegd. De proefplek informeert de secretaris van het landelijk team pionieren welke onderlinge afspraken in dit kader zijn gemaakt via pionieren@protestantsekerk.nl. 

Alternatieve uitstroommogelijkheden

Als een proefplek niet of anders verder gaat dan binnen de Protestantse Kerk, dan wordt de fase van pionieren afgerond. Die proefplek informeert hierover de secretaris va het landelijk team pionieren via een mail naar pionieren@protestantsekerk.nl.

Uitstromen buiten de Protestantse Kerk 

Soms is het beter om als proefplek buiten de Protestantse Kerk uit te stromen of met een minder expliciet PKN-label verder te gaan. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als er sprake is van een samenwerking met andere denominaties of als de interculturele context daarom vraagt. De proefplek informeert hierover de secretaris van het Landelijk Team Pionieren via een mail naar pionieren@protestantsekerk.nl.

De pioniersplek stopt 

Soms speelt er op een proefplek zo veel, dat het verstandiger is om het initiatief (tijdelijk) te stoppen. Dat kan zijn als er geen team (meer) is, of bij ziekte of vertrek van de voortrekker. Ook kan het gebeuren dat de lokale context dermate ingewikkeld is geworden. Ook dat is pionieren. Het initiatief wordt dan zorgvuldig afgerond. De proefplek stuurt hierover een e-mailbericht naar de secretaris van het landelijk team pionieren naar pionieren@protestantsekerk.nl.

Doorstroomtraject

Naarmate het pionieren vordert, is het goed om na te denken over de fase ná het pionieren. Rond het vervolgplan na drie jaar pionieren wordt daarmee gestart. Tijdens de tweede fase (jaar 4-6) is het zaak dit steeds scherper te krijgen. De pionierbegeleider is daarvoor in deze fase het eerste aanspreekpunt. Ook zal vanuit het landelijk team middels sjablonen en reactiebesluiten worden gevraagd om dit concreet te maken. Samen met het doorstroomadvies van de pionierbegeleider gaat dan het doorstroomtraject in.