Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

De evangeliën herlezen met aandacht voor de joodse setting 

Nog altijd leeft de gedachte dat Jezus in de evangeliën een nieuwe godsdienst zou hebben gesticht, namelijk het christendom. Willen we de evangeliën goed begrijpen, dan zullen we moeten letten op de joodse setting van Jezus’ boodschap, zijn leven en optreden.   

Het lezen en begrijpen van teksten ligt ingewikkelder dan je misschien op het eerste gezicht zou denken. Je leest een tekst altijd vanuit een vooringenomen beeld. Alleen al het feit dat je de moeite neemt om dit artikel te gaan lezen zegt iets over je betrokkenheid. Want andere dingen lees je niet, omdat het onderwerp je niet interesseert misschien of vanwege de auteur. Natuurlijk gebeurt het soms dat je een tekst vanuit een verkeerde verwachting bent gaan lezen. Het is belangrijk ons daarvan bewust te zijn, en ons leren openstellen voor nieuwe informatie. 

Ook de vier Bijbelse evangeliën lezen we nooit onbevangen. Daarbij speelt natuurlijk mee dat deze bijbelboeken – en breder het hele Nieuwe Testament - niet ‘los verkrijgbaar’ zijn. De verschillende boeken van het Nieuwe Testament werden een eenheid doordat de kerk ze samen ging lezen en zich zo eigen maakte. Dat bepaalt vanouds de manier waarop ze gelezen worden: in geloof, als ‘Woord van God’.  

Anders lezen 

De evangeliën zijn onmiskenbaar bedoeld als getuigenissen over Jezus. ‘... Maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leven ontvangt door zijn naam.’ (Johannes 20:31) Geloofswerkelijkheid en historische werkelijkheid zijn daarin met elkaar vervlochten. Bij het lezen ervan maakt het veel verschil wat het voor ons betekent als we de naam ‘Jezus’ tegenkomen. Voor de een is dat genoeg om direct af te haken, bij een ander zorgt het er juist voor dat het hart sneller gaat kloppen. Persoonlijke omstandigheden en (geloofs)overtuigingen spelen daarbij een heel belangrijke rol.  

Maar ons ‘begrip vooraf’ wordt ook bepaald door veranderingen in de maatschappij. Wij lezen anders dan onze grootouders, anders dan in de middeleeuwen of in de eerste eeuwen van onze jaartelling. In het kader van deze serie over (onbewuste) uitingen van anti-judaïsme voegen we daar heel bewust bij: anders ná de Tweede Wereldoorlog dan ervoor.  

Open deur? 

Na een eeuwenlange Jodenvervolging op Europese bodem en na de verschrikking van de Shoah was het alsof de kerk met een nieuw bewustzijn ontwaakte. We gingen de Bijbel opnieuw en met andere ogen lezen. Zitten er geen anti-Joodse elementen in onze teksten, in onze commentaren, in onze manier van lezen en verkondiging? Deze vragen hebben ertoe geleid dat de joodse wortels van het christelijk geloof opnieuw werden ontdekt, en dat werd geprobeerd het Jood-zijn van Jezus weer het volle pond te geven.  

Want het feit dat we in de evangeliën met een Joodse Jezus te maken hebben, lijkt misschien een open deur, maar die deur staat ook in onze tijd voor veel mensen niet zo spreekwoordelijk open als je wellicht zou denken. Nog altijd leeft de gedachte dat Jezus in de evangeliën een nieuwe godsdienst zou hebben gesticht, namelijk het christendom. Daarmee hangt dan het beeld samen dat de Bijbel begint met het Oude Testament, dan komt de witte bladzijde en vervolgens het Nieuwe Testament. Christenen en Joden trekken samen op tot die witte pagina en nemen daarna afscheid van elkaar. Maar die gedachte doet geen recht aan het feit dat Jezus en zijn eerste volgelingen Joden waren én bleven.    

De evangeliën zijn geen verhalen die overal hadden kunnen spelen, zij vertellen over wat in het Israël van de eerste eeuw is gebeurd. Dat laatste is geen toevallige bijkomstigheid. Willen we de evangeliën goed begrijpen, dan zullen we moeten letten op de joodse setting van Jezus’ boodschap, zijn leven en optreden.   

Stereotiepe beeldvorming 

Maar al te vaak bestaat de neiging om het optreden van Jezus geïsoleerd te beschrijven of scherp af te zetten tegen zijn omgeving: Jezus maakt mensen vrij, dan moeten de anderen hen wel knechten. Jezus heeft mensen lief, bij de anderen zit er altijd een adder onder het gras.  Deze zwart-wit tekening kan zomaar leiden tot stereotiepe beeldvorming van het jodendom van die tijd en worden verabsoluteerd tot ideeën waarin een ‘verstokt jodendom’ tegenover een ‘bevrijdend christendom’ staat. Daarom is het goed om bij bijvoorbeeld de discussies tussen Jezus en vertegenwoordigers van joodse groeperingen, zoals de farizeeën, niet alleen te wijzen op spanningen maar ook te letten op de onderlinge overeenkomsten.  

Hulpmiddel 

De verschijning van de Nederlandse uitgave Het Nieuwe Testament met Joodse toelichtingen1 bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is daarbij een mooi hulpmiddel. In hun voorwoord schrijven de redacteurs: Vanwege dit boek, zo is ons vele malen verteld, zijn preken gecorrigeerd, is anti-Joods onderwijs en prediking vermeden, en hebben christenen in kerken, klaslokalen en Bijbelstudiekringen meer geleerd over Jezus en zijn volgelingen. Joodse lezers hebben ons verteld hoe dit boek hen heeft aangemoedigd om voor het eerst het Nieuwe Testament te lezen, om een begin te maken met het in ogenschouw nemen van de complexe relatie tussen het Jodendom en het christendom, en hoe ze christelijke mensen in hun omgeving en hun eigen Joodse geschiedenis beter kunnen begrijpen.’ 

Lees meer in de serie over anti-judaïsme in de kerk:

Illustratie: Jinke Koning

Was deze informatie zinvol?
We hebben je feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)