Hij werkt in de gemeente én aan de universiteit. Zijn roeping helpt hem te focussen op wat echt telt: bezig zijn met de Schrift. Marco Visser (1976) hoopt dat we in de kerk teruggaan naar de zeggingskracht van bijbelverhalen. “Van die tegendraadse teksten moeten we het hebben in onze zoekende wereld.”
- Predikant in de Goede Herderkerk in Rotterdam-Schiebroek en onderzoeker Bijbelse theologie aan de PThU (één dag in de week)
- Opleiding theologie aan de Universiteit van Amsterdam, een jaar in Heidelberg, kerkelijke opleiding in Leiden
- In veel opzichten voelt hij zich vrijzinnig-progressief, in andere orthodox (in ieder geval in die zin dat de Bijbel centraal staat). “Ik draag van alles in me, dus laten we zeggen: vrolijk orthodox.”
Hoe ervaar je je roeping?
“Ik houd van de gedachte van roeping. Ze is natuurlijk niet gereserveerd voor de voorganger, ieder mens kan in zijn leven een roeping horen. Voor mij is het de roep om dienstbaar te zijn aan het geschreven en gesproken Woord, aan de gemeente: dienaar des Woords zijn. Roeping bepaalt me bij de kern van de zaak. Ik heb een hele to-do-lijst op mijn bureau. Als ik me afvraag waartoe ik ook alweer geroepen ben, helpt me dat om te focussen op wat echt telt: bezig zijn met de Schrift, en de gemeente daarmee opbouwen.”
Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?
“Herkenning bij de gemeente, mensen die mee doen en zeggen: goed om hiermee bezig te zijn. Een kerkenraad die me steunt, ruimte en vertrouwen geeft, en initiatieven meedraagt. En goede collega’s. Ook ruimte om te kunnen studeren, om letterlijk bij de tekst te blijven en proberen te vatten wat er in de bijbelteksten gezegd wordt.”
Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?
“Twee banen hebben helpt. Van beide kanten zijn er begrenzingen. Verder heb ik een gezin dat een beroep op me doet, dat begrenst heilzaam. Maar ook mijn roeping speelt een rol. Door te focussen op de kern van de zaak blijf ik dicht bij de echte inspiratie. Dat houdt mijn vuurtje aan.”
Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?
“Het is een reeks van onderdelen: het hele proces van het voorbereiden van een dienst. Het vult mijn hele week. Ik begin op maandag met de ruwe tekst in het Hebreeuws of Grieks, vertaal het opnieuw. Dat levert altijd nieuwe ontdekkingen op. Op woensdag lees ik de tekst met een groepje gemeenteleden. Het gesprek daaromheen is heel wezenlijk. De tekst gaat echt leven, daar wordt de preek geboren. Een dag later overleg ik met de kerkmusicus: hoe gaat de dienst eruitzien? Dan trek ik me terug in mijn kluis, zoekend naar woorden, zinnen. De actualiteit speelt daarin natuurlijk een heel grote rol. Op vrijdag rond ik de dienst voor zover mogelijk af.”
Hoe zie je de rol van de kerk in de samenleving?
“Die rol houdt me erg bezig. Als samenleving zijn we er dor aan toe. Er is veel spirituele armoede, geestelijke nood. We leven in een tijd waarin mensen veel leegte ervaren, denk ik. De bijbelverhalen, met hun zeggingskracht, geven veel richting. De kerk kan iets van die verhalen representeren. Als Goede Herderkerk bieden we in deze tijd van vragen en crisis het programma ‘Hart en ziel Schiebroek’, een ontmoetingsplek voor bezinning en verdieping. Iedereen kan aanhaken.”
Welk boek, welke film of podcast raad je collega’s aan?
“Ik raad aan zoveel mogelijk naar theater te gaan, daar is veel verbinding met alles wat we in de kerk doen. De kerkdienst is natuurlijk geen performance, maar vertelt wel een verhaal van een andere orde; er komt een andere wereld binnen. En ga de film Living met Bill Nighy zien. Als het leven eindig blijkt, wat doe je dan? Ontroerend.”
Is er een bijbeltekst die met je meegaat?
“Dat is altijd de tekst die op zondag aan de orde is. Die gaat een week of twee met me mee. De week voor én de week na de zondag.”
Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?
“Dat het zal lukken met elkaar wat radicaler naar de bron te gaan, terug naar de kracht van de bijbelteksten. Van die tegendraadse teksten moeten we het hebben in onze zoekende wereld. Tegelijk moeten we ons juist ook in die wereld begeven, ermee in verbinding staan. Ik hoop dat die twee bewegingen elkaar niet uitsluiten maar bevruchten. De kerk en de wereld moeten geen gescheiden werelden zijn, we zijn het allebei.”
Lees meer in de serie over het ambt: