De kerk is relevant waar ze betrokken is op de samenleving, vindt Tirtsa Liefting (1993). En ze zit op haar plek in die kerk, heeft er een passie voor. Haar roepingsbesef is gaandeweg gegroeid.
- Predikant in de Nieuwe Kerk in Groningen
- Opleiding theologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en de PThU
- Voelt zich breed ‘thuis’ in de kerk. “Dat zit ook in mijn biografie. Ik ging van de Gereformeerde Gemeenten naar de Gereformeerde Bond en zat op een evangelische studentenvereniging.”
Hoe ervaar je je roeping?
“Op de masteropleiding waren studenten met een sterk roepingsbesef. Dat had ik niet. Toch is deze gaandeweg gegroeid. Ik heb me drie jaar geleden geroepen gevoeld om in deze gemeente aan de slag te gaan. Ik zit hier op mijn plek, ik heb hier de kwaliteiten voor en ik heb er een passie voor. Ik heb een verlangen om aan de slag te gaan met bijbelverhalen en die te verbinden aan de verhalen van mensen.”
Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?
“Voortdurend geïnspireerd worden, mijn eigen spiritualiteit en geloof levend houden. Daar helpt de preekvoorbereiding me bij: nieuwe dingen ontdekken in de tekst, en daardoor geraakt worden. Daarnaast het contact met mensen, ruimte voor diepe ontmoetingen en gesprekken. Voeding om aan het werk te gaan.”
Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?
“Door te weten waar mijn kwaliteiten liggen en waar niet. Als ik alles wil doen wat mijn gemeente van mij verwacht, krijg ik stress, dat kan ik niet waarmaken. Ik geef aan wat ik kan doen en kan andere dingen delegeren en loslaten.”
Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?
“Ik houd juist van de diversiteit. Leuk om te noemen is dat we in de Nieuwe Kerk de verbinding met de stad zoeken. In november was er het theaterfestival Jonge Harten. We hebben de hoofdgast een week lang bij ons in de kerk gehad en kregen veel jonge mensen binnen. We zoeken ook verbinding met kunstenaars en initiatieven van jongeren. Het helpt dat ik zelf jong ben, ik heb soms interessante ontmoetingen.”
Met wie zou je graag een keer aan tafel zitten?
“Ik houd erg van aan tafel zitten, in gesprek met mensen, met lekker eten erbij, dat werkt goed. Het maakt niet uit met wie. Mijn collega Evert-Jan Veldman is ook diaconaal predikant in de stad. Hij houdt maaltijden met mensen uit de stad uit alle lagen en groepen, met vragen om samen over door te praten. In de Nieuwe Kerk zijn we nu aan het nadenken over een plek om ruimte te geven aan verschillende activiteiten om elkaar te ontmoeten. Met een maaltijd.”
Hoe zie je de rol van de kerk in de samenleving?
“Als een plek waar mensen zich welkom weten, gemeenschap ervaren, de grotere vragen van het leven kunnen overdenken en met elkaar zoeken naar antwoorden. En als een plek om God te ontmoeten. Wat betekent het om te leven als volgelingen van Christus? De kerk is relevant waar ze betrokken is op de samenleving. Het vraagt van de kerk om haar stem te laten horen.”
Welk boek, welke film of podcast raad je collega’s aan?
“Ik heb vorig jaar de podcast ‘The rise and fall of Mars Hill’ geluisterd. Mars Hill was een megakerk in Seattle rond een invloedrijke en controversiële persoon. Het is een heel andere context, maar het roept allerlei vragen op. De podcast gaat onder meer over leiderschap en kerkstructuren. Heel boeiend.”
Is er een bijbeltekst die met je meegaat?
“Micha 6:8. ‘Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.’ Dat is de kern van mijn werk en van mijn leven als christen.”
Wat is de laatste scholing die je hebt gedaan?
“Ik ben bezig met de opleiding ‘begeleider bibliodrama’, een bijzondere manier om met bijbelverhalen bezig te zijn. Het opent nieuwe inzichten en helpt voor mijn eigen spiritualiteit.”
Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?
“Trouw blijven aan haar roeping, in verbinding met de kerk, het dorp, de stad, en wereldwijd. Zoeken naar recht, de weg van God gaan. Het vraagt om openheid, een luisterend oor voor mensen die verlangen naar liefde, openstaan om Gods stem te verstaan.”
Lees meer in de serie over het ambt: