Tijdens een vrolijk en levendig gesprek spreken we de initiatiefnemers van stichting Open mind over een zwaar en complex onderwerp: depressie onder jongeren. Projectleiders Guusje en Tess werken voor de stichting, die de Jongerenprijs van Fonds Kerk en Wereld won en onbegrip over depressie de wereld uit wil helpen.
Studenten Cely, Sterre en Celine bedachten het concept van Eerste Hulp Bij Depressie (EHBD), dat ze met Open mind verder uitwerken. Guusje: “Als wij eraan kunnen bijdragen dat één jongere met mentale problemen zich niet alleen voelt, komt mijn droom uit.”
Open over depressiviteit
Guusje, Tess en Cely zijn jonge vrouwen die dicht bij hun doelgroep staan. Tess: “Studenten praten niet graag over hun mentale welzijn. This is your time to shine, studeren is één groot feest: dat gevoel heerst onder jongeren. Maar het leven is niet elke dag geweldig, juist jong en in ontwikkeling zijn, kan gepaard gaan met diepe dalen.”
Dit wordt ook duidelijk in de praktijk. Tijdens de EHBD-onderzoeksfase ontdekte Open mind dat het steeds slechter gaat met de mentale gezondheid onder jongeren – waar de coronacrisis absoluut niet mee heeft geholpen – en dat de World Health Organisation (WHO) verwacht dat depressie in 2030 de grootste bevolkingsziekte is. Stichting Open mind wil het taboe op depressie onder jongeren doorbreken en reist het land door met de expositie ‘OPEN over depressiviteit’.
Laagdrempelige tools
In deze expositie worden verhalen verteld van jongeren met een depressie en laten de geportretteerden zien wat hen heeft geholpen hiermee om te gaan. “We willen naast de expositie nog meer doen om het gesprek op gang te krijgen”, aldus Tess. “Met EHBD bieden we praktische, laagdrempelige tools aan.”
Handvatten hard nodig
Eerste Hulp Bij Depressie is een toolkit die aan scholen wordt aangeboden om jongeren op een toegankelijke manier met elkaar in gesprek te brengen. “Tijdens de onderzoeksfase van de expositie ontdekten we een van de sleutels tot het voorkomen van ernstige(re), mentale problemen: op een prettige manier met elkaar praten”, vertelt Guusje. “Daar zijn handvatten hard bij nodig; vooral nu er enorme wachtlijsten bij psychologen en huisartsen zijn.”
Tess beaamt dit: “Wanneer je weet dat je niet de enige bent die kampt met mentale uitdagingen, voel je je erkend en gesteund. Praten is een van de oplossingen om te leren omgaan met je mentale gezondheid en een depressie te voorkomen.”
Gezien worden
Om die reden ontwikkelden de jonge vrouwen ook de Moody Monday Wall. “Dit is een groot bord waarop studenten hun gevoel een plek kunnen geven”, vertelt Cely. “Er liggen kant-en-klare emotie-bordjes klaar die op het bord geplakt kunnen worden. Op deze manier zien studenten in één oogopslag hoe anderen zich voelen – en dat ze niet de enige zijn in hun gevoelens.”
Toch reikt het idee van Open mind verder dan bewustwording. “We willen ook de drempel wegnemen om hulp te vragen ”, legt Guusje uit. “Op het bord staat een QR-code die doorverwijst naar hulp en informatie.” Cely vertelt open dat ze zelf mentale gezondheidsproblemen heeft gehad en “dat dat heel eenzaam voelde”. “Dankzij EHBD zien studenten meteen dat een school hun problemen serieus neemt en dat zij geen last zijn. Vanuit mijn eigen ervaring kan ik zeggen: dat maakt een wereld van verschil.”
Mentale gezondheid op de kaart zetten
Naast de Moody Monday Wall ontwikkelt EHBD meer tools voor in de toolkit. “We hebben een Do’s en Dont’s-Poster gemaakt”, vertelt Cely, “zodat jongeren weten wat ze tegen iemand met mentale problemen kunnen zeggen.” Ook is er een kaartspel in ontwikkeling. Op 12 februari 2024 plaatste Open mind de eerste Moody Monday Wall op Hogeschool Inholland in Diemen.
“Het is goed dat die hier staat, je wordt bewuster van je eigen gevoelens”, reageerde een student. “Het bord laat zien dat de school om mentale gezondheid geeft.” Als het aan Guusje, Tess en Cely ligt, zal EHBD op veel verschillende scholen in Nederland gebruikt worden. Guusje: “Omdat de ‘OPEN over depressiviteit-expositie’ al door het land reist, hebben we de connecties om onze toolkit op veel plekken aan te bieden. Zo blijven we ons de komende tijd inzetten om het onderwerp bespreekbaar te maken en jongeren een stapje verder te helpen.”