Masterstudent Rens de Ronde (1997) ‘oefent’ op zondagen als gastvoorganger. Hij merkt dat veel gemeenten zich zorgen maken over de toekomst. “Ik hoop dat we uit die negatieve sfeer komen en weer hoopvol en met vertrouwen ons geloof vieren en ervan getuigen.”
- Laatste jaar master gemeentepredikant aan de Protestantse Theologische Universiteit Amsterdam, daarvoor bachelor klassieke talen en politicologie in Leiden.
- Eén dag per week pastoraal werk in Willige-Langerak, stage gelopen in Waddinxveen, Wassenaar en Den Haag-Moerwijk.
- Voelt zich het meest verwant met de confessionele en protestantse stroming binnen de kerk.
Hoe ervaar je je roeping?
“Roeping ervaar ik vooral als een gedachte die je niet loslaat. Tijdens mijn bachelorstudie klassieke talen kwam het idee naar boven om theologie te studeren en predikant te worden. Dat liet me niet meer los. Ik dacht: hier moet ik iets mee. Het zou niet eerlijk zijn tegenover God als ik daar geen stem aan zou geven. Het was als een zaadje dat opkomt, gaat groeien en waar ik niet meer omheen kon lopen.”
Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?
“Tijd voor mezelf, maar ook mooie ontmoetingen met mensen. Pastorale bezoeken doe ik graag. Tijdens een gesprek merk je vaak dat er meer gebeurt, dat je iets kunt betekenen voor mensen en zij voor jou. Dat tweerichtingsverkeer is mooi.”
Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?
“Door af en toe iets te doen dat helemaal niets met kerk, theologie of geloof te maken heeft, zoals sparren met goede vrienden en familie. Het besef dat er meer is dan werk en de preek die ik moet schrijven voor de komende zondag, helpt me om te ontspannen.”
Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?
“Dat is het preken. De voorbereiding is een mooi proces, maar blijft soms ook een worsteling. In een preek moet ik me als voorganger het meest blootgeven. Als beginnend predikant is dat nog een hele uitdaging. Als gastvoorganger kom je met je tekst in een situatie die je nog niet kent.”
Met wie zou je graag een keer aan tafel zitten?
“Met Dag Hammarskjöld, schrijver van het boek ‘Merkstenen’. De spirituele teksten van deze secretaris-generaal van de Verenigde Naties die in 1961 bij een vliegtuigongeluk om het leven kwam, zijn een inspiratie geweest voor regeringsleiders en politici over de hele wereld. Het boek is een indringend getuigenis van iemand die worstelde met zichzelf, zijn verhouding tot God en zijn roepingsbesef. Het lijkt me boeiend om daar met hem over door te praten.”
Hoe zie je de rol van de kerk in de samenleving, en jouw rol daarin?
“De kerk is een plek waar de diepten van het leven gepeild worden. Er is een beweging naar binnen, dat zijn de mensen die in de kerk stil staan bij wat wezenlijk is in dit leven. De beweging van de kerk naar buiten is zeker zo belangrijk. De kerk is namelijk niet alleen een plek van bezinning, maar geloven vraagt ook om bekering. Dat je dat wat je in de kerk vindt, door laat werken in je leven en naar buiten toe getuigt van het leven van Christus.”
Welk boek, welke film of welke podcast raad je collega’s aan?
“Momenteel lees ik de romancyclus ‘De Thibaults’. Het is het verhaal van twee broers die opgroeien in het katholieke Frankrijk van 1900 en daarin hun eigen wegen gaan. Een aanrader! Verder vind ik de series ‘The Young Pope’ en ‘The New Pope’ erg mooi. Ik ben gevoelig voor bepaalde esthetiek. Er komen mooie theologische noties aan bod, zoals niet wegkijken voor het leed van de wereld, maar je erover uitspreken.”
Is er een bijbeltekst die met je meegaat?
“Ik spiegel me nog weleens aan mijn dooptekst, Johannes 17 vers 3: ‘Het eeuwige leven, dat is dat zij U kennen, de enige ware God, en Hem die U gezonden hebt, Jezus Christus.’ Deze tekst, die ik als baby meekreeg, bepaalt me steeds weer bij mijn roeping.”
Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?
“Ik merk dat gemeenten veel bezig zijn met de krimp, ook waar het niet zo speelt. ‘Hier is het nog vol, maar wie weet wat er gaat komen’, hoor je dan. Ik hoop dat we als kerk uit die negatieve sfeer kunnen komen. Dat we weer hoopvol en met vertrouwen ons geloof beleven, vieren en daarvan getuigen, zonder dat er steeds een schaduw overheen valt.”
Lees meer in de serie over het ambt: