In onze tijd krijgt ‘missionair zijn’ veel aandacht. Er wordt heel veel gepionierd en ook binnen ‘gewone’ gemeenten staat het thema volop in de aandacht. Op allerlei manieren richten kerken zich naar buiten. Er gebeuren daarbij veel mooie dingen. ‘Zieltjes winnen’ hoort daar voor velen niet meer bij. Dat is iets van voorbije tijden.
Er zijn zeker goede redenen om op dit punt kritisch naar het verleden te kijken, maar zou dat laatste echt zo zijn? Of zou de meest wezenlijke missionaire dienst van de kerk misschien toch kunnen liggen in het in contact brengen van mensen met Jezus Christus? Zouden ‘zieltjes’ juist in verbondenheid met Hem niet kunnen uitgroeien tot florerende ‘zielen’?
Meer dan het gewone
Die vraag komt natuurlijk direct als een boemerang terug bij de gemeente en ook bij mijzelf: ben ik meer mens geworden door mijn geloof en mijn betrokkenheid bij de kerk? Dat kan een confronterende vraag zijn, maar het is goed als we deze in de gemeente elkaar toch durven te stellen. Want als de gemeente me (onverhoopt) eigenlijk niet helpt in mijn mens-zijn (menswording!), dan is er ook weinig reden anderen uit te nodigen te kiezen voor Jezus Christus. Want dan ‘bekeer’ je je tot meer van hetzelfde. Maar als daadwerkelijk blijkt dat die keuze tot ‘meer dan het gewone’ leidt, dan ontstaat er een basis om ook niet-gelovigen uit te dagen hun kaarten op Jezus Christus te zetten.
Via relaties
Het gaat hier om een heel belangrijke zaak. Wat is de plek van het christelijk geloof op de markt van welzijn en geluk? Is het een kraampje als willekeurig elk ander kraampje met ongeveer dezelfde spullen? Of kun je daar iets krijgen dat nergens anders wordt aangeboden? Ik kan me voorstellen dat niet iedereen gecharmeerd is van dit soort markttaal, maar hoe dan ook zullen we in de gemeente ons over deze vragen moeten buigen.
We leven in een tijd van beleving, van willen ervaren. Willen mensen iets gaan zien in het christelijk geloof, dan moeten ze de waarde daarvan kunnen proeven, kunnen beleven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat bekeringen vaak via relaties verlopen. Iemand proeft iets van het geloof van de ander, wordt nieuwsgierig, gaat op onderzoek uit en besluit christen te worden. Vaak blijkt dat er daarbij vroeger al een vloertje is gelegd: de juf van de zondagschool die zo prachtig vertelde, een oma die met je zong en bad. Onderzoek laat ook zien dat voorgangers nogal eens een rol spelen bij het tot geloof komen van mensen.
Leven op z´n kop
De stap om in deze tijd christen te worden, lijkt steeds groter te worden. Dat heeft te maken met de vaak grote afstand van mensen tot de wereld van het christelijk geloof en helaas ook met het negatieve beeld dat velen van kerk en geloof hebben. Een jonge vrouw die tot geloof was gekomen, besloot een bijbel te kopen. ‘Het voelde alsof ik voor het eerst condooms ging kopen’, zei ze. Dat laat iets van die kloof zien. Een vrouw die via een pioniersplek het christelijk geloof had ontdekt, vertelde dit: “Ik moest tot mijn eigen verwondering er achter komen dat ik een godsgeloof heb ontwikkeld. Daar heb ik lang mee geworsteld. Ik heb er eindelijk maar aan toegegeven. Ik heb mijn hele leven herzien. Dat is heel helend geweest. Mijn leven is behoorlijk op z’n kop gekomen. Ik doe niet meer zo moeilijk over dat je grootse dingen wilt bereiken.” Ook zij moest ‘wennen’ aan het idee dat er in haar leven echt een knop was omgegaan.
Nog steeds ontdekken in ons land mensen de kracht en de schoonheid van het christelijk geloof. Hun ziel leeft op. Zou het kunnen zijn dat we - vertrouwd als we vaak zijn met de kerk en de christelijke traditie - dat helemaal niet meer zo scherp zien? Gelukkig de gemeente die ‘bekeerlingen’ in haar midden heeft....
Aan de slag
Het boek ‘Back to basics’ bevat zeven hoofdstukken over zeven basale thema’s voor de plaatselijke gemeente. Over de inhoud van christelijk geloof, over kerk-zijn, context en contextualisering en de missionaire roeping van de kerk. Bedoeld om het inhoudelijk (geloofs)gesprek te stimuleren. Lees verder:
Foto: Shutterstock