Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
infopagina

Bevestiging ambtsdragers

Bevestiging ambtsdragers

De bevestiging van ambtsdragers in de Protestantse Kerk in Nederland is een plechtig moment waarbij ouderlingen, diakenen en predikanten officieel in hun ambt worden geïnstalleerd. Deze bevestiging vindt plaats tijdens een kerkdienst en wordt geleid door een predikant. De kandidaat beantwoordt bevestigingsvragen waarin hij/zij belooft trouw te zijn aan de Schrift en de gemeente te dienen. De gemeente belooft op haar beurt de nieuwe ambtsdrager te steunen. Na de beloften volgt handoplegging of het geven van de hand als teken van overdracht van verantwoordelijkheid. 

In het dienstboek van de Protestantse Kerk zijn liturgische teksten te vinden die passen bij de bevestiging van ambtsdragers.

Ambtstermijn

Een ambtsdrager wordt benoemd voor een termijn van ten minste 2 jaar. Een ambtsperiode duurt in principe 4 jaar. Bij herverkiezing na de eerste periode van 4 jaar is een ambtsdrager direct herkiesbaar voor een periode tussen de 2 en 4 jaar, totdat iemand 12 jaar aaneengesloten ambtsdrager is geweest, dat is de maximale periode.

Nadat iemand 11 maanden geen ambtsdrager is geweest in een gemeente, de zogeheten ambtsvrije periode, kan een nieuwe ambtstermijn van start gaan. De regels voor de ambtstermijn zijn er om te voorkomen dat de gemeente onafgebroken dezelfde leiding heeft én om de ambtsdragers met een taak de ruimte te geven deze taak ook weer neer te leggen.

Er zijn twee bijzondere situaties:

1. de ambtsdrager is afgevaardigd naar de classis en/of synode
Als een ambtsdrager is afgevaardigd in een meerdere vergadering (naar de classis en/of synode), dan mag de termijn van de ambtsdrager worden verlengd tot het einde van de termijn waarin de ambtsdrager bij de meerdere vergadering is benoemd.

2. als er geen opvolger is
Als het in een gemeente niet mogelijk is een vervanger voor de ambtsdrager te vinden, terwijl de ambtsdrager al aan de maximale termijn van 12 jaar zit, mag de ambtsdrager nog maximaal 6 maanden na het verloop van de termijn zitting blijven houden in de kerkenraad. De ambtsvrije periode van 11 maanden begint te lopen bij het formele aflopen van de termijn. Dat betekent dus dat de (afscheidnemende) ambtsdrager na de 6 extra maanden nog 5 maanden ambtsvrije periode heeft te gaan voordat hij of zij weer benoemd/verkozen kan worden.