In haar vergadering van 21 juni besloot de generale synode dat er drie beroepsprofielen komen voor werkers in de Protestantse Kerk: predikant, pastor en kerkelijk werker. Daarmee komt een einde aan een gesprek van 20 jaar over het ambt.
In de afgelopen jaren voerde de synode een diepgaand gesprek over het ambt. Het rapport ‘Ruimte voor Woord en Geest’, dat de drie beroepsprofielen naar de praktijk vertaalt, is de afsluiting van de laatste fase van het ambtstraject. Aan de start van de dag lichtte ds. Trijnie Bouw – vanaf 1 juni de nieuwe preses van de generale synode - het proces van de afgelopen jaren toe. Het ontstaan van het mozaïek van kerkplekken vergeleek ze met een vloot van boten. “Lange tijd leken die boten op elkaar, ook al konden ze van kleur en koers verschillen. Nu zien we allerlei soorten boten in het mozaïek. Die nieuwe werkelijkheid vroeg om een hernieuwde theologische doordenking.”
Werkers nodig in de wijngaard
Voor de synode tot besluitvorming kon overgaan, waren er nog veel vragen over de voorstellen in het rapport 'Ruimte voor Woord en Geest’ en vooral over de differentiatie tussen predikant en pastor. Ook de manier waarop de classis wordt betrokken riep vragen op. De mogelijkheid dat een lokale gemeente straks ‘discussie’ krijgt over het aantrekken van een pastor of een predikant werd aan de orde gesteld, en ook de vraag of de ‘complexiteit’ nu niet indirect verschoven wordt naar die van de gemeenten. “Vraagt de mate van complexiteit van een gemeente misschien niet meer om senioriteit van een voorganger dan om zijn of haar opleidingsniveau?”, vroeg een synodelid zich af. Een ander wist niet of het wel bij het eeuwenoude systeem van de kerk (dat de basis ligt bij lokale gemeenten) past om de classis een bepalende rol te geven bij het beroepen van een voorganger.
Er klonk ook dankbaarheid. “Ik ben blij dat er nu een voorstel ligt voor een niveau 6-pastor en een niveau 7-predikant. De complexiteit van een gemeente kan juist helpen om onderscheid te maken in het beroepen van een predikant of pastor”, klonk het vanuit de vergaderzaal. Een ander hoopt dat de synode vandaag eindelijk de kerkelijk werkers ‘omarmt’ en een eind maakt aan een gesprek van 20 jaar over hun positie in de kerk. Dat het in de kerk moet gaan om hoe we de boodschap van Jezus Christus op een passende manier vorm en inhoud kunnen blijven geven, is een krachtig geluid vanuit de zaal. “Er zijn werkers nodig in de wijngaard”, zei synodelid ds. Veenstra. “Elke geroepene zal een eigen weg moeten zoeken om aan zijn of haar roeping gestalte te geven en erin te groeien. Onze taak als kerk is om een gedegen basis te leveren waarop zij hun weg kunnen vinden, zodat de kerk gediend kan worden met hun gaven.”
Drie beroepsprofielen
Na een lange vergaderdag over de voorstellen in het rapport, de behandeling van twee tegenvoorstellen, amendementen en moties besloot de synode dat er drie beroepsprofielen komen voor werkers in de Protestantse Kerk. Deze profielen laten ruimte voor een grote variatie aan werkers. De predikant en pastor kunnen beiden als dienaar van het Woord aan de slag en werken voor de gehele gemeente, de kerkelijk werker op een deelterrein. Daarnaast is er een belangrijke en blijvende taak voor werkers in het categoriaal pastoraat en voor pioniers. Scriba René de Reuver is dankbaar met deze belangrijke stap: “Alle werkers zijn nodig om als kerk onze grootste taak te kunnen blijven uitvoeren: God ter sprake brengen in onze samenleving. Dit is een belangrijk moment voor onze Protestantse Kerk. We schrijven vandaag geschiedenis.”
Bij de pastor hoort werk- en denkniveau 6. Dit kan worden bereikt door een bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs. De predikant heeft werk- en denkniveau 7 (dat betekent dat hij of zij een master gemeentepredikant heeft afgerond bij de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) of 8 (gepromoveerd). Pastores werken in minder complexe contexten, van predikanten wordt verwacht dat zij functioneren in meer complexe situaties. Bij een vacature kijkt de gemeente onder begeleiding van een consulent of de context vraagt om een pastor of een predikant. Er zullen consulenten worden toegerust om gemeenten te helpen bij deze zoektocht.
Differentiatie doet ertoe
Jurjen de Groot, directeur van de dienstenorganisatie, vertelde meer over de wijze waarop de differentiatie tussen de predikant en pastor mogelijk wordt. Daarbij is gekeken naar het functiewaarderingssysteem van de rijksoverheid. “Differentiatie kan op twee manieren: door kennis en inzicht, en door complexiteit van de context”, vertelde de Groot. “Van een predikant wordt verwacht dat hij of zij meer belangen verdedigt, en een meer doorslaggevende rol vervult in het bereiken van strategische doelen. De pastor werkt in een context met meer helderheid over de doelstellingen die hij of zij heeft uit te voeren. Bij een vacature in een gemeente kunnen op dat moment dusdanige complexe factoren spelen, dat het nodig is een predikant aan te stellen. Bij een volgende vacature wordt de situatie opnieuw bekeken. De gemeente kan zich dan weer in een fase bevinden waarin een pastor wordt beroepen.”
Moderamenlid Jonathan Stam voegt toe dat er nu al veel kerkplekken zijn waar meerdere werkers aan de slag zijn. “We focussen nu op plekken waar één voorganger werkt. Maar juist in de plekken met meerdere werkers zijn de differentiatie en het belang om de kerkelijk werkers een positie te geven belangrijk. Dan kun je met alle verschillende gaven een heel goed team samenstellen.”
Eén rechtspositie voor alle werkers
Er komt één kerkelijke rechtspositie voor alle drie beroepsprofielen. Op basis van de huidige regeling voor predikanten komt er een pakket van arbeidsvoorwaarden waarbij de beloning plaatsvindt op basis van functiewaardering. Bepalend daarvoor is het werk- en denkniveau dat nodig is voor de werkplek, niet dat van de persoon die de werkplek vervult. Deze regeling geldt bij nieuwe aanstellingen of op verzoek, voor bestaande regelingen komt een overgangsregeling.
Levenslang leren
De synode hecht er groot belang aan dat alle dienaren des Woords en kerkelijk werkers levenslang leren. Door permanente educatie verplicht te stellen kon de synode de differentiatie in predikant en pastor uiteindelijk aanvaarden. Er zullen voor de niveau 6-permanente educatie modules ontwikkeld worden die leiden tot de (pre)master gemeentepredikant. Hiermee wordt – hoewel het een vrije keuze blijft – het bereiken van niveau 7 door dienaren des Woords blijvend gestimuleerd en gefaciliteerd. De Protestantse Theologische Universiteit geldt als ‘hoofdaannemer’ bij de inrichting van deze permanente educatie.
De kerk en de opleidingen zullen samen werken aan de ontwikkeling van leer-werktrajecten. De drie beroepsprofielen vormen het uitgangspunt voor het gesprek hierover. Voor zij-instromers, doorstromers en voor kerkelijk werkers en pioniers die al als ‘pastor’ actief zijn, komt een route voor de erkenning van hun ‘eerder verworven competenties. Iedereen die studeert voor kerkelijk werker, pastor of predikant wordt ingeschreven in een kerkelijk album en neemt deel aan een geschiktheidsonderzoek, inclusief (eventueel) een assessment.
Samenwerking bevorderen
De synode vindt dat samenwerking tussen de verschillende werkers en hun gemeenten bevorderd moet worden, met aandacht voor permanente educatie, intervisie, werkgemeenschappen en teamvorming. Flexibiliteit en maatwerk zijn daarbij een vereiste. De classes zal worden gevraagd hierop beleid te maken, met ondersteuning vanuit de dienstenorganisatie.
De brede moderamina van de classicale vergaderingen (BMCV) moeten altijd toestemming geven voor het stellen van een vacature in een van de drie profielen, waarbij - in het geval van de keuze voor een pastor of predikant - zij ook de gevolgde weging toetsen.
De implementatie
De synode gaf het bestuur van de dienstenorganisatie de opdracht een begeleidingscommissie in te stellen die zorgdraagt voor de verdere uitwerking en implementatie. Deze begeleidingscommissie ziet toe op het geheel van de implementatie en brengt daar over verslag uit aan de generale synode. Een bijzondere commissie van rapport – samengesteld uit synodeleden – houdt toezicht op de uitwerking van het ‘instrument’ voor de gemeenten om te komen tot een vacature voor pastor of voor predikant.
Deze begeleidingscommissie moet bij de uitwerking zoveel mogelijk de verbinding zoeken met andere initiatieven, zoals toekomstbestendige dienstverlening, het programma ‘Lichter op pad’ en het project ‘Duurzaam luthers’. Ook ziet deze commissie erop toe dat de afstemming met betrokkenen, belanghebbenden en (advies)organen zorgvuldig verloopt.
Het moderamen zal het generale college voor de kerkorde (GCKO) vragen om voorstellen tot aanpassing van de kerkorde te doen, zodat de drie beroepsprofielen hierin een plaats krijgen. Deze voorstellen worden zo mogelijk voorgelegd aan de synode in de vergadering van november 2024.
Richting wijzen
Met dit besluit wordt een lang en diepgaand gesprek over het ambt in de synode afgerond, en volgt nu de implementatiefase. Preses ds. Bouw is dankbaar dat de synode richting heeft gewezen. Ze benoemt daarbij de pijn dat nog meer overeenstemming niet gelukt is (de synode was niet unaniem in haar besluit), maar is dankbaar dat de synode elkaar wel vasthoudt. “We weten dat we in een brede kerk leven. Als wij dit met elkaar kunnen, als broeders en zusters in geloof, dan heeft dat een uitstraling en gelijkwaardigheid waar we dankbaar voor mogen zijn.”
Lees meer:
Foto's: Jan van de Lagemaat