Hoe verhouden we ons als kerk tot joden en Palestijnse christenen? Hoe luisteren we naar hun verhalen over dezelfde werkelijkheid maar vanuit verschillende perspectieven? Dat is de vraag in de nota ’Uw koninkrijk kome – als pelgrims onderweg met joden en Palestijnse christenen’, die de synode op 7 november heeft aanvaard.
Op de eerste vergaderdag besprak de generale synode de nota ‘Uw Koninkrijk kome - Als pelgrims onderweg met Joden en Palestijnse christenen’. Deze notitie beschrijft een proces van reflectie binnen de Protestantse Kerk om vanuit haar kerkelijke rol invulling te geven aan haar relaties met zowel Joden als Palestijnse christenen. Vragen als ‘Wat hebben deze relaties ons te zeggen?’, ‘Wat kunnen we voor elkaar betekenen?’ en ‘Hoe vertalen we dit in concreet handelen?’ staan centraal. De nota geeft een bezinning op complexe vragen, biedt een heroriëntatie op theologisch (en ook politiek) gevoelige materie, en een handreiking voor verder gesprek.
Nieuwe bezinning
Sinds 2022 is de generale synode in gesprek over de relaties met Joden en Palestijnse christenen. “Er was behoefte aan een nieuwe bezinning op dit thema, en een herijking van de IP-nota uit 2008”, vertelt preses ds. Bouw. “We denken met elkaar na over het werk en het spreken van de Protestantse Kerk, Kerk in Actie en Kerk en Israël over dit thema in de komende jaren.” Ze benadrukt daarbij dat dit niet eenvoudig is en emoties met zich meebrengt. “Het gaat erom dat we in onze brede Protestantse Kerk samen een weg zoeken om het gesprek gaande te houden.”
Verschillende perspectieven
Scriba ds. René de Reuver stelt dat de Protestantse Kerk met deze nota een kwetsbare positie inneemt. “We doen dit vanuit onze verbondenheid met het volk Israël en met Palestijnse christenen, maar zijn ons bewust van de kwetsbaarheid van dit thema.” De Reuver benadrukt dat we als kerk deze weg niet alleen gaan, maar samen met andere christenen en met Joden, als een pelgrimage. “We kiezen voor één notitie waarin zowel de stem van Joden als van Palestijnse christenen klinkt. Ze vertellen ons verhalen over dezelfde werkelijkheid, maar vanuit verschillende perspectieven. Hoe daarop te reageren, hoe die verhalen te horen, dat is de vraag in deze nota.” De Reuver legt uit dat we dat allereerst vanuit gebed doen, zonder het ene verhaal uit te spelen tegen het andere. “De nota noemt dat: het uithouden in het midden.”
Fundamenteel gesprek
In de synodevergadering werd ingegaan op diverse feedbackpunten vanuit de verschillende adviesorganen van de synode, aangevuld met opmerkingen van individuele synodeleden, onder andere over de manier waarop de verschillende roepingen zich tot elkaar verhouden, de gebruikte terminologieën in het rapport en het benoemen van waarnaar we als pelgrims samen onderweg zijn. Eeuwout Klootwijk, wetenschappelijk beleidsmedewerker voor Kerk en Israël, en Wilma Wolswinkel, relatiebeheerder Israël-Palestina voor Kerk in Actie, hebben de notitie voorbereid en gingen op vele vragen in. Ds. De Reuver vindt dit fundamentele gesprek over de nota belangrijk. “Het is nodig om elkaars stem en tegenstem te horen. God heeft zich in Christus aan ons laten kennen. Dat verbindt ons met Palestijnse christenen, en wat betekent de persoon van Christus dan in de relatie met de Joodse gemeenschap. Daar proberen we als christelijke gemeenschap in deze nota woorden aan te geven.”
Een tegenvoorstel van ds. Van Heijningen om de nota te splitsen in twee afzonderlijke notities, een over de onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël en een over de relaties met Palestijnse christenen, haalde het niet. Ook een amendement van ouderling-kerkrentmeester Smit om de tekst ‘De kerk is op grond van de Bijbel allereerst verbonden met het volk Israël. De kerk erkent dat er voor het volk Israël een blijvende en bijzondere belofte geldt ‘dat heel Israël gered zal worden’ expliciet op te nemen in het besluitvoorstel haalde geen meerderheid.
Bevorderen van recht en gerechtigheid
De generale synode besloot de nota te aanvaarden als uitgangspunt voor het beleid van de kerk en de dienstenorganisatie in de komende periode en als materiaal voor gesprek in de kerk. De nota beschrijft stappen die belangrijk zijn voor de kerk, onder andere het (blijven) bidden voor de vrede van Jeruzalem, het bevorderen van recht en gerechtigheid en het versterken van samenwerkingen. Het bestuur van de dienstenorganisatie krijgt de opdracht deze uitgangspunten voor het beleid verder uit te werken.
Na afloop van de bespreking bood ds. Andreas Wöhle namens de Lutherse Kerk het boekje ‘Hoop voor de toekomst’, een studiedocument voor het vernieuwen van joodse-christelijke relatie, aan de synode aan.