Wat wordt er van de Protestantse Kerk in Nederland gevraagd als het over joods-christelijke relaties en relaties met Palestijnse christenen gaat? De synode ging vrijdagavond in een meningsvormend gesprek over de notitie ‘Als pelgrims onderweg met Joden en Palestijnse christenen’, een herijking van de IP-nota uit 2008.
Met elkaar op zoek
Bij aanvang van het gesprek verwoordde preses ds. Marco Batenburg namens het moderamen de zorgen van synodeleden over dit gesprek. “Sommigen van u hebben gevraagd of dit een goed moment is voor deze bespreking. De terreuraanslag van Hamas heeft een enorme impact en de daaropvolgende oorlog trekt diepe sporen in Israël, Gaza, op de Westbank, maar ook in Nederland.” Toch wil het moderamen een gesprek niet uit de weg gaan. “In deze situatie moeten wij met elkaar op zoek naar een grondtoon.”
Herijking
In 2008 stelde de generale synode het rapport ‘Het Israëlisch-Palestijns conflict in de context van de Arabische wereld in het Midden-Oosten’ vast. Dit rapport wordt ook wel de ‘IP-nota’ genoemd en is tot op heden het uitgangspunt van het beleid van de kerk en haar dienstenorganisatie op het betreffende beleidsterrein. Na 15 jaar is het gewenst deze visienota te herijken. In november 2022 stemde de synode in met een stappenplan. Inmiddels heeft de werkgroep, die als taak heeft een nieuwe notitie op te stellen, een concepttekst gereed. Deze stond vandaag ter bespreking op de agenda van de synode.
Waarom zo’n nieuwe notitie vanuit de Protestantse Kerk? De wereld verandert voortdurend en ingrijpend, ook in het Midden-Oosten. Dat heeft gevolgen voor de bezinning op de rol van de Protestantse Kerk op joods-christelijke relaties en op relaties met Palestijnse christenen. De onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël staat niet ter discussie, maar de context bepaalt wel mede de vragen waartoe de kerk zich heeft te verhouden. De vragen rond toenemend antisemitisme, de ervaring van Palestijnse christenen niet gezien en gehoord te worden door hun medegeloofsgenoten, vragen rond recht en gerechtigheid.
Een lijn vinden
Dr. Eeuwout Klootwijk (wetenschappelijk beleidsmedewerker voor Kerk en Israël/joods-christelijke relaties) en Wilma Wolswinkel (relatiebeheerder Israël en Palestina van Kerk in Actie) werkten samen aan de notitie en ervaarden dit proces als heel indringend en complex. “De visie van gesprekspartners loopt uiteen. We hebben geprobeerd hierin een lijn te vinden”, aldus Klootwijk. “Helaas is na 7 oktober alles op scherp gezet. Het raakt ons diep als we de heftige gevoelens zien bij onze Joodse en onze Palestijns-christelijke partners.”
De Protestantse Kerk, zowel landelijk als in lokale gemeenten, worstelt al jaren met haar houding ten opzichte van zowel Joden als Palestijnse christenen. Beide relaties zijn belangrijk en terug te voeren tot de kerkorde. In Nederland zijn er relaties met joodse gesprekspartners, en via Kerk in Actie zijn er partnerrelaties met zowel Joodse als Palestijns-christelijke organisaties en kerken in Israël en Palestina.
De wonden zoeken
“De notitie is een poging om in relaties te blijven denken, om te luisteren, om van zowel Joden als Palestijnse christenen de wonden te zoeken en om verbinding te blijven tonen”, aldus Eeuwout Klootwijk. “Het verwoordt een verlangen en zoektocht naar vrede, recht en gerechtigheid. Een roep om het gesprek gaande te houden.”
Er wordt van verschillende kanten een beroep gedaan op de kerk. Van joodse zijde is er de vraag naar vertrouwen en betrouwbaarheid in de relaties. Van de kant van Palestijnse christenen is er de steeds urgentere roep om gehoord te worden. Wolswinkel en Klootwijk zijn zich ervan bewust dat we als kerk geen pasklare oplossingen bieden. “Wel kunnen we vanuit onze eigen context proberen te formuleren wat we belangrijk vinden, waar we voor staan en wat ons te doen staat, zowel op landelijk als plaatselijk niveau.”
Koninkrijk van God
Wilma Wolswinkel heeft de notitie samengevat in een infographic, die ze presenteert aan de synode. Het startpunt daarvan is het koninkrijk van God, waar wij allen als pelgrims naar toe onderweg zijn. “De centrale vraag die we stellen is: wat is onze rol als Protestantse Kerk in Nederland”, vertelt Wolswinkel. Daarbij komt ze uit op drie subthema’s:
- Samen leren, ontdekken en vieren: met elkaar - alle verschillende belanghebbenden - het gesprek voeren over het koninkrijk van God. In het spanningsveld van dat gesprek heeft de theologie ons iets te zeggen.
- De wonden aanraken: leren luisteren naar trauma’s van anderen en ruimte geven aan het eigen ongemak. De wonden aan Joodse en Palestijnse zijde dwingen ons in de spiegel te kijken. Wat is onze eigen rol geweest in die wonden? Dit roept ook emoties bij onszelf op. Het is van belang daar ruimte aan te geven.
- Tekenen van Gods koninkrijk: zoek naar wat helend en verbindend is. We moeten niet in te grote woorden spreken als kerk, maar wel op zoek gaan naar die tekenen van Gods koninkrijk, hoe klein ook. Dialoog die echt helend kan zijn heeft daarin onze focus. Dit is nu belangrijker dan ooit, maar ook verder weg dan ooit. Toch moeten we ons op dat vergezicht blijven richten.
Hoe verder?
De synodeleden gaan in groepjes uiteen om het gesprek aan te gaan over de notitie. Daarin moeten zij woorden geven aan wat hen positief raakt in de notitie, wat onderstreept moet worden, waar ze zich zorgen over maken en welke vragen ze hebben. Met deze feedback gaat de werkgroep aan de slag met een definitief tekstvoorstel, dat in de synodevergadering van april 2024 ter besluitvorming op de agenda komt.
Lees ook: