Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde
infopagina

Voortgezette nascholing

Als het mentoraat en de primaire nascholing zijn afgerond volgt de voortgezette nascholing.

Voor wie is voortgezette nascholing?

Voortgezette nascholing is alleen voor predikanten en kerkelijk werkers die werkzaam zijn in een gemeente. Geestelijk verzorgers hebben een eigen traject binnen hun eigen werkkring. 

Wat is voortgezette nascholing?

Voortgezette nascholing is de nascholing die start na afronding van de primaire nascholing en -in principe- voortduurt tot het emeritaat. Voor de voortgezette nascholing volg je in een cyclus van 5 jaar afhankelijk van jouw werktijd:

  • cursussen uit het aanbod van de PThU (i.s.m. Windesheim en CHE) tot een maximaal te declareren bedrag van €2.304,- én
  • een begeleidingstraject in de vorm van supervisie, geestelijke begeleiding of coaching én
  • vul je de overige, werktijdafhankelijke, studie-uren (onder eigen regie) in.

Je schrijft een studieplan, dat je in het jaargesprek bespreekt met de kerkenraad en toestuurt aan de classis. De studieverrichtingen houd je bij in een persoonlijk portfolio.

Omvang voortgezette nascholing

  • De totale studieomvang voor een predikant is 520 uur vermenigvuldigd met het werktijdpercentage en voor kerkelijk werkers 350 uur vermenigvuldigd met het werktijdpercentage.
  • De cursussen van de PThU hebben een omvang die wordt uitgedrukt in punten (ECTS). 1 ECTS staat voor 28 uur. Bij 80-100% werktijd haal je 6 punten, bij 50-79% haal je 4 punten, bij 33-49% haal je 2 punten.
  • De omvang van het gekozen begeleidingstraject is afhankelijk van de aard van de begeleiding (geestelijke begeleiding, (pastorale) supervisie of coaching).

De overige studietijd bestaat uit studie-uren onder eigen regie.

Met het rekenblad in Excel hieronder kun je, door het invullen van jouw werktijdpercentage, de voor jou geldende omvang van de nascholing berekenen. Tevens kun je door het invullen van gevolgde nascholingsactiviteiten de resterende ruimte voor studie bijhouden.

Rekenblad portfolio Permanente Educatie (okt 2018) 

Stappenplan Voortgezette Nascholing

  1. Maak een studieplan
  2. Overleg dit studieplan met kerkenraad
  3. Stuur besproken studieplan naar het breed moderamen van de classis
  4. Volg cursussen binnen aangestuurde aanbod PThU
  5. Volg passende studie onder eigen regie
  6. Volg een begeleidingstraject
  7. Houdt portfolio bij van uw studie verrichtingen
  8. Bespreek portfolio in jaargesprek en pas zo nodig tussentijds het studieplan aan

Hieronder wordt iedere stap uitgelegd.

Stap 1. Maak een studieplan

Download voor het schrijven van een persoonlijk studieplan het volgende format: 

Format persoonlijk studieplan

De permanente educatie is niet het verzamelbegrip voor alle studie die een predikant of kerkelijk werker onderneemt. Activiteiten als het studeren bij de preekvoorbereiding behoren immers tot de reguliere werkzaamheden. Permanente Educatie is gebaseerd op competentiegericht leren. Daarbij wordt uitgegaan van de kennis en vaardigheden waar iemand al over beschikt. Van daaruit start de permanente educatie. Daarom begint de voortgezette nascholing bij een persoonlijk studieplan, waarin niet zozeer de te volgen cursussen beschreven worden, maar waarin je de leervragen en groeibehoeften formuleert waar je de komende periode aan gaat werken. Op basis van deze leervragen kies je in de loop van de cyclus de te volgen cursussen of andere nascholingsactiviteiten.

Stap 2. Overleg dit studieplan met de kerkenraad

Nadat je het studieplan hebt geschreven, bespreek je dit plan met (een vertegenwoordiger van) de kerkenraad, bij voorkeur als onderdeel van de jaargesprekken.

Zie ook de Brochure Jaargesprekken

Je bespreekt aan welke competenties je wilt gaan werken, wat je wilt bereiken en welke ondersteuning je daarbij van de kerkenraad verwacht. Het is belangrijk dat daarbij zowel de actuele vragen van het werk in de gemeente als de langere termijn van jouw functioneren als predikant of kerkelijk werker in diverse gemeenten in het oog wordt gehouden. Mogelijk leidt dit overleg ertoe dat je het studieplan op onderdelen wilt bijstellen. De opbrengst van dit gesprek gebruik je voor het definitief maken van het studieplan.

Kerkenraden dienen ervoor te zorgen dat predikanten en kerkelijk werkers aan hun verplichting tot het volgen van permanente educatie kunnen voldoen door in de afspraken over de invulling van het werk rekening te houden met de tijd die eraan besteed moet worden. Zie de uitvoeringsbepalingen rechtspositie predikanten of regeling studiefaciliteiten binnen de ‘arbeidsvoorwaardenregeling voor kerkelijk medewerkers’.

Fulltime predikanten hebben, naast de bestaande regeling voor de vrije zondagen, recht op 10 extra vrije zondagen in één PE cyclus. Deeltijdpredikanten kunnen de vrije zondagen bepalen aan de hand van de uitvoeringsbepalingen rechtspositie predikanten.

Stap 3. Stuur besproken studieplan naar de classis

Elk nieuw studieplan wordt, na bespreking met een vertegenwoordiging van de kerkenraad, toegezonden aan de classis. De classispredikant kan aanleiding zien het studieplan met de predikant of kerkelijk werker nader te bespreken.

De verantwoording gaat uit van gezamenlijke verantwoordelijkheid en vindt plaats in het kerkelijk gesprek op de volgende momenten:

  • Jaarlijks komt de update van de portfolio [zie stap 7] aan de orde in het jaargesprek. Daarin is aandacht voor kerntaken, competenties, arbeidsvreugde en loopbaanontwikkeling.
  • In de beroepingsprocedure heeft een beroepingscommissie de mogelijkheid inzage te vragen in de portfolio.
  • De classispredikant kan elk moment om inzage vragen in de portfolio.
  • Het ontbreken of niet bijhouden van de portfolio is aanleiding voor een gesprek met de classispredikant, omdat het voldoen aan de verplichtingen voor de permanente educatie geldt als onderdeel van de ambtsbelofte.

Stap 4. Volg cursussen binnen aangestuurde aanbod PThU

Het aangestuurde aanbod wordt ontwikkeld en geëvalueerd in een overleg van de opleidingen met vertegenwoordigers van de kerk en van de beroepsverenigingen. 

Het nascholingsprogramma wordt verzorgd door de PThU, als (na)scholingsinstituut van de kerk, waarbij het de inzet is deskundigheid van buiten de PThU in het programma te betrekken. Ook kerkelijk werkers volgen voor het aangestuurde deel cursussen uit het aangestuurde aanbod van de PThU. In dat verband wordt samengewerkt met de hbo-instellingen (CHE en Windesheim) in het aanbod.

De cursussen richten zich niet alleen op het vergroten van kennis en competenties, maar zetten ook nadrukkelijk in bij de ontwikkeling van de predikant of kerkelijk werker als persoon en als professional. 

Afhankelijk van de werktijd volgen predikanten en kerkelijk werkers 2 tot 6 punten aan cursussen uit het aangestuurd aanbod. Het actuele PAO/PE aanbod is te vinden op de website van de PThU.

Naast verschillende korte cursussen van 2-3 dagen, omvat het aanbod enkele lange trajecten en specialisaties. Ook is er ongeveer elke twee jaar een studiereis.

Stap 5. Volg passende studie onder eigen regie

Voor het werktijdafhankelijke studieverlof onder eigen regie gelden de volgende voorwaarden:

  1. De invulling van het studieverlof onder eigen regie is een zaak van te verantwoorden en toetsbare zelfsturing.
  2. Het is gebaseerd op een besproken en ingezonden studieplan.
  3. Maximaal de helft van de studietijd onder eigen regie kan worden besteed aan onbegeleide zelfstudie.
  4. Predikanten en kerkelijk werkers dienen een persoonlijk portfolio [zie stap 6] bij te houden van gevolgde activiteiten.

Zolang je binnen de beschikbare studietijd blijft en voldoet aan bovengenoemde voorwaarden, kun je in overleg met de kerkenraad voor deze activiteiten PE-studietijd opnemen. Van belang voor de keuze voor studieactiviteiten is dat ze een bijdrage leveren aan het leereffect dat je met het studieplan beoogt. Je kunt daarvoor gebruikmaken van het nascholingsaanbod van onderstaande aanbieders, maar je hoef je daar niet toe te beperken:

Predikanten en kerkelijk werkers die ook GVO-docent zijn (docent protestants godsdienstig vormingsonderwijs op openbare basisscholen), kunnen de nascholing die zij volgen bij het Protestants Centrum GVO inbrengen als onderdeel van de permanente educatie van de Protestantse Kerk. Zie voor het programma van nascholing:

Mogelijk andere invulling van het vrij studieverlof:

  • Het deelnemen aan studiereizen waaraan een studieprogramma met literatuurstudie verbonden is.
  • Een intensieve aansluitende vormingsperiode (bezinningsweek, retraite) gericht op vaardigheden en houding enerzijds en levensbeschouwelijke vorming en spiritualiteit anderzijds.
  • Een (begeleide) literatuurstudie met leesverslag. Onder andere de PThU biedt hiervoor mogelijkheden.
  • Publiceren over het vakgebied als (mede)auteur via boeken, artikelen in vaktijdschriften ed.

Ook is er een overzicht van aanbieders van nascholing waarvan in het verleden studieactiviteiten zijn erkend voor de Permanente Educatie. Dit overzicht wordt niet meer geactualiseerd.

Stap 6. Volg een begeleidingstraject

De synode van de Protestantse Kerk besloot in november 2016 dat – in het kader van de Permanente Educatie – elke predikant en kerkelijk werker geacht wordt één keer in de vijf jaar een begeleidingstraject te volgen. Dat kan geestelijke begeleiding, coaching, (pastorale) supervisie of begeleide intervisie zijn.

Hieronder een overzicht van de verschillende vormen van begeleiding. Het onderscheid hiertussen is vloeiend. Het verschil zit in de invalshoek. 

Voor de kosten van de aangestuurde uren begeleiding (maximaal 28 uur) kan één keer per vijf jaar een declaratie ingediend worden bij de dienstenorganisatie tot een maximum van €800, maar niet meer dan de werkelijke kosten. Extra uren en kosten begeleiding kunnen worden ondergebracht bij het studieverlof onder eigen regie of aangevraagd bij fondsen (zie voor meer informatie de website).

Vooraf

Een goede match met de begeleider is een vereiste voor een goed begeleidingstraject. Daarom start een traject in de regel met een vrijblijvend kennismakingsgesprek. Aan het einde van dit gesprek wordt in gezamenlijkheid bepaald of en hoe men met elkaar verder gaat. Gewoonlijk ontvangt men dan een voorstel met geformuleerde persoonlijke doelen, het aantal gesprekken, de duur en de frequentie van de gesprekken. Na het laatste begeleidingsgesprek volgt een afrondend evaluatiegesprek. 

Een begeleidingstraject is altijd maatwerk. Het belangrijkste onderdeel van elke begeleiding is misschien wel het formuleren van een goede begeleidingsvraag. Deze vraag vormt namelijk het uitgangspunt van het gehele traject. De relatie tussen begeleider en cliënt is strikt vertrouwelijk.

Het is aan te bevelen voor elke cyclus niet dezelfde vorm van begeleiding te kiezen, maar gedurende de loopbaan, afhankelijk van de context, de verschillende vormen van begeleiding in te zetten.

Bij sommige begeleidingsvormen kun je kiezen voor een individueel of een groepstraject. Het hangt ervan af wat je in jouw situatie prettig vindt. Voordeel van een groep is de interactie, het van elkaar kunnen leren. Naaste collega’s zijn – met het oog op openheid en veiligheid – hiervoor niet geschikt. Bij het vinden van een groep kan een werkgemeenschap of classispredikant behulpzaam zijn. 

(Pastorale) supervisie: leren aan werkervaringen

Door te reflecteren op eigen werkervaringen met hulp van de supervisor ontwikkel je je verder als predikant/kerkelijk werker en pastor. De persoon van de supervisant speelt een belangrijke rol in het leerproces, en het werk – in al zijn diversiteit – vormt daarbij het uitgangspunt. Juist in het kerkenwerk komt de eigen persoon van voorganger of pastor helemaal mee. Het doel van supervisie is (meer) integratie van jezelf als persoon (met jouw eigen biografie, achtergrond en spiritualiteit), de professionele vaardigheden die het ambt van predikant of kerkelijk werker vraagt, in jouw specifieke werkcontext.

Sommige supervisoren hebben ook de opleiding pastorale supervisie gevolgd; zij hanteren ook werkvormen zoals een verbatim, preekanalyse en de religieuze autobiografie. De supervisor heeft zelf altijd ook ervaring als predikant / pastor, of anderszins relevante expertise in de begeleiding van pastores.

Begeleider: Gecertificeerd supervisor bij de LVSC; de pastorale supervisor is daarnaast gecertificeerd bij de Raad voor de KPV & Pastorale Supervisie. Zie ook de lijsten met geregistreerde (predikant)supervisoren die actief zijn binnen de Protestantse Kerk. Je hoeft je niet tot deze lijst te beperken.

Vorm: individueel of in een groep van twee tot vier collega’s; tien zittingen van ca. één tot anderhalf uur (individueel) of tweeëneenhalf tot drie uur (groep). 

Geestelijke begeleiding: je geestelijke weg verder verkennen

De focus ligt in de geestelijke begeleiding op jouw eigen geestelijke weg: de bewustwording van de werking van God in jouw bestaan. Centraal staat het leren onderscheiden waarop het aankomt (diakrisis). Het perspectief is steeds: het (dieper) leren onderscheiden van je verlangen en van de werking van God in jouw bestaan. Het gaat in geestelijke begeleiding niet om oplossingen. Maar de verdieping en onderscheiding waartoe de begeleiding uitnodigt is juist wel van belang op crisismomenten en kruispunten. Je raakt meer in contact met jezelf en de bron. Je groeit in een basishouding van authenticiteit, rust, vertrouwen en onbekommerdheid.

Begeleider: Een geestelijk begeleider is te vinden op de website van het Netwerk Geestelijke Begeleiding binnen de Protestantse Kerk.

Vorm: meestal individueel; een kennismakingsgesprek en zes vervolggesprekken.

Het is ook mogelijk om een een begeleidingstraject in een kleine groep te volgen. Zie daarvoor de training 'Zorg voor de ziel'.

Coaching: probleem- en oplossingsgericht leren

Coaching is een vorm van begeleiding op het gebied van professionele, organisatorische en persoonlijke ontwikkeling. Coaching is een gestructureerd en doelgericht proces, gericht op het verbeteren van prestaties in de uitvoering van het beroep of de functie, waarbij de coach op interactieve wijze de gecoachte aanzet tot effectief gedrag door:

  • bewustwording en persoonlijke groei
  • het vergroten van zelfvertrouwen en
  • het exploreren, ontwikkelen en toepassen van eigen mogelijkheden

Als ujemet directe collega’s wilt werken aan teamvorming dan is er de mogelijkheid van teamcoaching. Onder begeleiding van een teamcoach die zich gespecialiseerd heeft in samenwerking en teams kan begeleiden naar zelfstandigheid en zelfsturing.

Begeleider: gecertificeerd coach, aangesloten bij LVSC, NOBCO of ST!R. Specifiek voor predikanten heeft Stichting Ruimzicht een coachtraject ‘coachen naar bevlogenheid’ ontwikkeld. 

Vorm: in de regel individueel. 

Begeleide intervisie: intercollegiaal leren

Begeleide intervisie is een collegiale consultatie met het oog op de ontwikkeling van de eigen professionaliteit met gebruik van verschillende leer- en werkvormen. Kenmerken van intervisie zijn wederkerigheid (het leren van en met elkaar), eigenaarschap (de groep is zelf verantwoordelijk) en rolwisseling (telkens is iemand anders facilitator). Voordeel van een groep is de interactie, het van elkaar kunnen leren. Naaste collega’s zijn – met het oog op openheid en veiligheid – hiervoor niet geschikt.

Begeleider: De begeleider is een gecertificeerde begeleider die intervisie als onderdeel van zijn opleiding heeft gehad. Je kunt daarvoor terecht bij de beroepsregisters die hiervoor genoemd worden. Zo bieden bijvoorbeeld pastoraal supervisoren ook begeleide intervisie aan. Stichting Ruimzicht biedt een vorm van begeleide intervisie aan, gericht op zelfstandig functioneren van de intervisiegroep. 

Vorm: in een groep van ca. vijf tot acht personen.

Stap 7. Houdt portfolio bij van jouw studie verrichtingen

Het portfolio bestaat uit:

  1. Een eigen oplegger of het eerder genoemd rekenblad met overzicht van gevolgde studieactiviteiten.
  2. Een curriculum vitae met persoonlijke gegevens en feiten over opleiding en werkervaring.
  3. Een studieplan, bestaande uit een beschrijving van de eigen persoonlijke ontwikkeling, een reflectie op kennis, vaardigheden en houding en een beschrijving van de beoogde studie. Voor de beoogde studie ligt de nadruk op het studieverlof onder eigen regie. Naast eigen opvattingen streeft men ernaar ook reflecties op te nemen van mensen waarmee wordt samengewerkt. Het studieplan moet uiteraard passen binnen de regeling voor de permanente educatie.
  4. Een dossier met bewijzen van de gevolgde studie, zoals diploma’s, certificaten, verslagen, producten, etc. Daarbij dient vermeld te staan hoeveel studietijd elke activiteit heeft omvat.

Stap 8. Bespreek portfolio in jaargesprek en pas zo nodig tussentijds het studieplan aan

Het is van belang in jouw jaarlijkse verslag en jaargesprekken met de kerkenraad tussentijds aan de voortgang van jouw nascholing aandacht te besteden. En dat niet alleen als verslag van jouw studieactiviteiten. Het is namelijk niet ondenkbaar dat je tussentijds de plannen wilt aanscherpen of bijstellen.

Kosten

De kosten van mentoraat, primaire nascholing, voortgezette nascholing en specialisaties op een rijtje

Oude regeling

Per 1 september 2017 is de regeling voor de Permanente Educatie gewijzigd. De tekst op deze pagina beschrijft de nieuwe regeling.

Bent u nog bezig met de afronding van uw cyclus binnen de oude regeling dan kunt u de voor u geldende voorwaarden vinden in het accreditatiekader. De daarin opgenomen voorwaarde binnen het open erkende deel geaccrediteerde activiteiten te volgen komt voor studie die u volgt na 1 september 2017 te vervallen. Voor het overige blijven de voorwaarden van de oude regeling van kracht. Voor iedere 28 uur studiebelasting kunt u 1 studiepunt registreren. Aanvullende informatie over de voor de oude regeling van toepassing zijnde omvang, het (open erkend) aanbod en de vergoedingen kunt u vinden in het document Voortgezette nascholing oude regeling 2012-2017.

Voor de wijze waarop u overgaat van de oude naar de nieuwe regeling of het bepalen onder welke regeling uw cyclus valt verwijzen wij u naar de overgangsregeling.