Projecteert u liederen via een beamer? Of plaatst u liedteksten in een liturgie of kerkblad? Dan hebt u te maken met auteursrecht. Vijf vragen aan specialist Jaap van der Giessen.
1. Wat houdt auteursrecht precies in?
“Het werk van makers, zoals componisten en tekstdichters, is beschermd. Als je gebruik wilt maken van bijvoorbeeld teksten of liederen, heb je toestemming nodig. Bovendien moet je vaak een vergoeding betalen voor het gebruik.”
2. Wanneer heb je met auteursrecht te maken?
“De Auteurswet hanteert twee begrippen: openbaarmaken en verveelvoudigen. Openbaarmaken houdt bijvoorbeeld in: een muziekstuk ten gehore brengen of uit een gedichtenbundel citeren. Verveelvoudigen doe je onder andere door teksten te kopiëren of liederen in de liturgie op te nemen. Voor openbaarmaken en verveelvoudigen heb je toestemming nodig.”
3. Wat betekent dat voor de eredienst?
“Het zingen door de gemeente en de instrumentele begeleiding in de eredienst is vrijgesteld van het auteursrecht. Maar als je daarbij een papieren liturgie gebruikt of de liederen via de beamer projecteert, treedt het auteursrecht wél in werking. Je bent dan immers aan het reproduceren. Dat geldt ook als je bladmuziek voor de cantorij kopieert of een tekst in het kerkblad plaatst.”
4. Wat moet je doen als je te maken hebt met auteursrecht?
“De meest eenvoudige oplossing is om een licentie aan te schaffen voor de liedbundels waaruit je zingt. Je mag de liederen dan zowel projecteren via de beamer als opnemen in de liturgie. Als je liederen of teksten buiten een van die bundels wilt gebruiken, kun je het beste rechtstreeks contact opnemen met de auteur, ook al is dat complex.”
5. Wat gebeurt er als we niets doen?
“Er is geen auteursrechtenpolitie die gemeenten controleert. Maar je kunt als gemeente wel met claims van belanghebbenden te maken krijgen. Belangrijker: door de regels wél na te leven, stel je makers van teksten en liederen in staat een eerlijke vergoeding te krijgen voor hun werk. Dat is niet alleen rechtvaardig, maar ook belangrijk voor de toekomst van de kerkmuziek.”